Kerkelijk Leven |
Zandloper op kansel bedoeld als maatregel tegen lange prekenWe nemen nog een glaasje!Door A. Bel
Uurglas Ds. Ledeboer Raar verhaal! Ds. Ledeboer diende geen kruisgemeente. Broedertjes, zo'n aanspraak was niets voor hem. Menselijke bepalingen, daar bekommerde hij zich niet om, maar een platvloerse uitdrukking als nog een glaasje strookte niet met zijn aristocratische afkomst, die hij nooit heeft verloochend. Trouwens, op de sobere preekstoel in die eenvoudige schuurkerk in Benthuizen bevond zich helemaal geen zandloper. Die was te vinden op monumentale kansels. Een zandloper op de kansel was bedoeld als maatregel tegen te lang preken. Ook in de Bijbel komen we lange preken tegen. Ezra las het boek der wet voor van het morgenlicht tot op de middag. Paulus hield in Troas een lange afscheidspreek: hij strekte zijn rede uit tot de middernacht. Eutychus viel uit het raam en dat kostte hem het leven. Hij werd van dood levend gemaakt en het was tot verheerlijking van God. Hagenpredikers als Jan Arents en Petrus Gabriël wisten hun gehoor vier uur achtereen te boeien. Een zandloper was er niet bij. Een kansel trouwens ook niet. Hoogstens een geïmproviseerd spreekgestoelte. In de loop van de tijd gingen diverse synoden waarschuwen tegen al te lange preken, die de memorye der toehoorders en hun ijver braken, ende alsoo als een walghinge der maag voortbragten. Tijdnood Veelal werd de duur van de kerkdiensten op anderhalf uur gesteld. Voor de preek was dan een uur beschikbaar. Hield een predikant zich niet aan de bepalingen, dan kreeg hij een boete. In de stad Groningen besloot de plaatselijke overheid dat de boeten ten voordele van de armen zouden komen. De Groningse diakenen notuleerden dit besluit met eerbiedig welgevallen. De maatregelen waren een doorn in het oog van de predikanten en er klonken protesten, zij het richting overheid wat zwak. Feller trok men van leer tegen de lidmaten die het gebruik van een zandloper tijdens een kerkdienst prachtig vonden. Otto Belcampius, predikant te Amsterdam, richtte zich als volgt tot hen: Men let op de sandt-looper, en als die uyt is, so souden sy wel wenschen dat de prediker stom was; maer indien men een sandt-looper op de tafel van haar gastmaal stelde, sy souden die van boven neder stooten. Overigens lieten niet alle predikanten zich ringeloren. Mensen als Willem Teellinck, Van Lodenstein en Smytegelt lieten zich wat betreft de duur van de kerkdienst de wet niet voorschrijven. Zeldzaam Op grafstenen komt een afbeelding van een zandloper nog wel voor, als symbool van de kortstondigheid en vergankelijkheid van het leven. Ook de psalmist wist daarvan: Mijn leeftijd is als niets voor U. Maar hij getuigde ook: Mijn tijden zijn in Uw hand. Al mijmerend hoor ik in gedachten tante Bet óók Psalm 102:15 zingen: Als een kleed zal 't al verouden; Ze zong met een beverige, onvaste stem, maar in een vast vertrouwen: Maar Gij hebt, o Opperwezen, |
![]()
Vandaag: de zandloper
Vorige afleveringen: |
![]() |