Kerkelijk Leven |
Sommigen menen ligging aan ambtskleding te kunnen aflezenVan Dale kent de preekjas nietDoor J. Mastenbroek Maar een deel van bevindelijk gereformeerd Nederland weet terdege wat met een preekjas wordt bedoeld. Men zit zondag aan zondag, en ook wel doordeweeks, onder het gehoor van predikers die een dergelijk ambtsgewaad dragen. Natuurlijk komt men niet voor de preekjas. En als het goed is, ook niet voor de drager van de preekjas, maar voor het Woord. Maar toch Het kost me moeite om over dit onderwerp afstandelijk te schrijven, want ook ik reken me tot de garde die de voorkeur geeft aan zo'n ook wel vierkante jas genoemd kledingstuk boven jacquet of toga. Wat hééft zo'n jas dan eigenlijk, vooropgesteld dát zo'n jas iets heeft? Ik weet niet of het gevoel zich laat omschrijven. Is het een hang naar het oude, dat naar de Schrift de verdwijning nabij is? Zou het een stukje nostalgie zijn? Dan hoort dat allerminst in de eredienst thuis. Is het wat men wel onder stijl verstaat? Dat riekt naar ook niet-kerkelijke plechtigheden. En daar is het jacquet meer op zijn plaats. Vadermoorder Wat hoort dan bij een preekjas? Een strik? Een stropdas? Een gleufhoed of een hoge zijden? Nee. Primair hoort bij een preekjas een preek. Het Woord dus. Maar nu haast ik me om te stellen dat het andersom niet zo is. Het Woord hoort, gelukkig, niet per definitie bij een preekjas. Het Woord is niet gebonden aan een traditie, aan een mode. Toch sommigen hangen aan zo'n jas wel degelijk een kwaliteitslabel. Niet wat de stof betreft, maar wel meent men daarin de ligging van de prediker te kunnen herkennen. Zo'n jas ziet men dan helaas als een soort garantie voor een schriftuurlijk-bevindelijke preek. Residu van Rome Wordt dát aspect aan een preekjas verbonden? Dan is te vrezen dat de ziel van iemand die dat zegt in de meest letterlijke betekenis van het woord aan het stof kleeft. Verdrietig, als men zo'n jas vereenzelvigt met een goede preek. Als men daarin een soort waarborg meent te moeten ontdekken. Wie ver over de landsgrenzen, bijvoorbeeld in Oost-Europa, wel eens een kerkdienst heeft bijgewoond, zal veelal vergeefs een ambtsgewaad gezocht hebben. En in aan ons gereformeerd belijden verwante groepen in Engeland is men wars van een ambtsgewaad, als residu van Romes eredienst. Elders denkt men in de lijn van Zwingli, die bevreesd was met ambtsgewaden terug te keren tot de oudtestamentische bedeling. Herkenbaarheid In dit verband denk ik aan wijlen ds. G. van Reenen (1864-1935). Tijdens zijn verblijf te Leiden werd hij eens zwaar bestreden ten opzichte van zijn roeping tot het ambt. Hij kon het in huis niet meer uithouden en liep vertwijfeld over straat. Maar daar werd hij ongedacht in zijn ambt bevestigd, toen twee mensen hem op straat volgden. Een derde man ging naast die twee mensen lopen en vroeg zo hard dat ds. Van Reenen het kon horen: Wat is dat voor een man die daar voor jullie uitgaat? Het antwoord luidde: Dat is een dienstknecht van Jezus Christus. Of dit spottend werd gezegd, verhaalt de geschiedenis niet. Maar het staat vast dat dit niet zou zijn gezegd als deze predikant daar in een veelvervige rok zou hebben gelopen en als predikant niet herkenbaar zou zijn geweest. De kleding hoort bij ambtelijke arbeid stemmig, eenvoudig en zeker niet aanstootgevend te zijn. In de veelgehoorde uitdrukking dat men een christen herkent aan gelaat, gewaad en gepraat is echter geen sprake van een ambtsgewaad. Profetenmantel En dan is er ook nog de overeenkomst met de kleding van orthodoxe joden. In de Verenigde Staten ontmoette ik enkele jaren geleden een predikant die zijn preekjas liet maken bij een joodse kleermaker in Brooklyn, de New Yorkse jodenwijk. Het patroon was niet afwijkend van de jassen die de man dagelijks onder handen had. Op nog één aspect wil ik wijzen. Christus, over Wiens klederen het lot werd geworpen, heeft nooit ambtskleding gedragen, maar Hij wandelt nog steeds in het gewaad van Zijn Woord in het midden van Zijn gemeente. In dat Woord is sprake van een gewaad des lofs voor een benauwde geest, is ook sprake van een grote schare, bekleed zijnde met lange witte klederen. Daar is het aardse ambtsgewaad voor eeuwig afgelegd. Want ook Elia kon met zijn profetenmantel niet de hemel binnen. |
![]()
Vandaag: de preekjas
Vorige aflevering:
|
![]() |