Kerkelijk Leven

Zie ook:
De toekomst van het theologisch onderwijs in Nederland

Vorige afleveringen:
Theologische faculteit Leiden
Theologische faculteit Utrecht
Theologische faculteit Groningen

Prof. Van Henten (A'dam) wijst op verhoging kwaliteit theologie

„Beter combineren dan sluiten”

Door K. van der Zwaag
AMSTERDAM – Het combineren van soorten opleidingen aan theologische instellingen is beter dan het sluiten van instellingen. Sluiten gaat wel snel, maar het opnieuw opbouwen ervan kost zeker 25 jaar. Het terugbrengen van acht protestantse faculteiten naar drie is echter volstrekt willekeurig. Dat vindt prof. dr. J. W. van Henten van de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Prof. Van Henten is vice-decaan van de faculteit der geesteswetenschappen –waarin de theologische faculteit van de UvA is opgegaan– en hoofd van de afdeling theologie van de UvA. Daarnaast is hij voor twee en een halve dag werkzaam als directeur van Noster, de onderzoeksschool voor theologie en religiestudies in Nederland. Noster blijft buiten schot bij de overheidsmaatregelen, omdat de instellingen die betrokken zijn bij Noster, aan de onderzoekers voor vijf jaar een garantieverklaring hebben afgegeven. Prof. Van Henten is een hoogleraar die heen en weer pendelt tussen Utrecht (waar het bureau van Noster huist) en Amsterdam. Hij is goed thuis in de theologische wereld in Nederland en nauw betrokken bij de plannen voor fusie tussen de UvA en de Vrije Universiteit (VU).

Vergaande plannen
Deze fusie krijgt steeds meer gestalte. Er zijn vergaande plannen van de UvA, de VU en de betrokken kerken om tot een gezamenlijke opleiding te komen. Die plannen zijn nu uitgewerkt door een universitaire en kerkelijke commissie en komen neer op fusie van de kerkelijke opleidingen aan de UvA aan de ene kant en de theologische faculteit van de VU aan de andere kant. Deze maand is een rapport hierover aangeboden aan de moderamina van de drie SoW-kerken. Het is de bedoeling dat de gezamenlijke predikantsopleiding in Amsterdam op één locatie gevestigd wordt. „Het is het meest vergevorderde plan van concentratie in theologisch Nederland, wat de rijksuniversiteiten en de protestantse opleidingen betreft”, zegt prof. Van Henten. „Het feit dat simplex ordo en duplex ordo in één structuur ondergebracht worden is geen enkel probleem. Integendeel, studenten reageren er enthousiast op en vinden het spannend”.

De hoogleraar Nieuwe Testament en vroegchristelijke en joodse letterkunde vindt het niet terecht dat minister Ritzen zich presenteert als iemand die de knopen moet doorhakken. „Een klassieke universiteit die een breed profiel nastreeft, heeft het recht om een theologische opleiding te handhaven. Ritzen is, denk ik, niet correct omgegaan met de follow-up van het visitatierapport door eigenmachtig een brief naar de Tweede Kamer, de universiteiten en de kerken te sturen. We krijgen nu wel de unieke situatie dat voor het eerst de concentratie van de theologie in de Tweede Kamer wordt besproken. Ik vermoed trouwens dat Ritzen ook politieke motieven heeft om grondig naar de theologische faculteiten te kijken. Wel ben ik het met hem eens dat de doelmatigheid in het theologisch onderwijs zeker verhoogd kan worden”.

Te concurrerend
Prof. Van Henten kan zich goed vinden in de verbazing van de visitatiecommissie over het feit dat theologische opleidingen zo weinig animo tonen tot samenwerking. „Ik betreur het dat de instellingen elkaar nog te veel als concurrenten zien. Zij willen vaak alles in eigen huis hebben, zoals de klassieke opleiding, de sociaal-wetenschappelijke, de klassieke zonder grondtalen en de opleiding tot geestelijk verzorger. Dat werkt versnippering in de hand”.

De geopperde reductie van acht naar drie protestantse opleidingen vindt Van Henten echter „volstrekt willekeurig”. „Er zijn alle vormen van concentratie mogelijk. Ik denk bovendien dat theologische faculteiten in de toekomst toch samengevoegd zullen worden met andere faculteiten. Ik verwacht dat colleges van bestuur naar een grotere efficiëntie zullen streven en een doelmatiger inzet van de middelen zullen voorstaan.

Waarschijnlijk zal het aantal hoogleraren teruggeschroefd worden. Ook de kerkelijke druk zal een rol spelen. Als kerken besluiten hun kerkelijke opleidingen af te stoten, wordt het een stuk moeilijker voor de staatsopleidingen. De concurrentiepositie van andere faculteiten zal zeker ook van belang zijn. In Amsterdam trekt het vak communicatiewetenschappen bijvoorbeeld veel studenten. Een kleine staf moet daar een groot aantal studenten bedienen. In Leiden heeft de theologische faculteit daarentegen een relatief grote staf met weinig studenten. Op een gegeven moment gaat een decaan het college van bestuur voorstellen een rechtvaardiger verdeling van middelen tussen faculteiten tot stand te brengen”.

Worden de universiteiten steeds meer verzakelijkt? Prof. Van Henten wil liever spreken in termen van efficiëntie. „Als je de kwaliteit niet verlagen wilt, dan moet je keuzes maken. Het is beter om een of twee opleidingen te hebben, die vervolgens goed opgezet zijn, dan drie van mindere kwaliteit”.

Unieke traditie
Elke decaan heeft de neiging om het unieke van zijn faculteit te onderstrepen. Ook prof. Van Henten wijst op het unieke van de faculteit van de UvA. Dat heeft allereerst te maken met de stad, de multireligieuze en urbane samenleving waar de faculteit op in wil spelen. „Ook de Amsterdamse School van exegese vinden wij belangrijk. De aandacht voor de betekenis van de cultuurhistorische en de liturgische kant van de Bijbel is in Amsterdam een belangrijke activiteit. Het unieke van het onderzoeksprogramma aan de UvA is dat de studenten in hoge mate hun eigen studieprogramma kunnen bepalen”.

Prof. Van Henten acht een lichte daling van het aantal theologiestudenten in de toekomst waarschijnlijk. Maar hij is niet somber over de theologie. „Ik hoop dat de actie van de minister niet leidt tot het sluiten van instellingen, maar wel tot reductie van opleidingen aan die instellingen. Wanneer je instellingen sluit, is dat gauw gedaan, maar je hebt wel 25 jaar nodig om weer iets moois op te bouwen. De kwaliteit van het onderwijs in de theologie is hoog. Nederlandse theologie opereert steeds meer op internationaal niveau, bijvoorbeeld op het gebied van bijbelwetenschap en godsdienstwijsbegeerte. De laatste tijd is de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek in de theologie zelfs toegenomen. Dat biedt perspectief voor de toekomst”.

Dit is de vierde aflevering in een vijfdelige serie over theologische faculteiten. Morgen een gesprek met prof. dr. H. G. L. Peels, decaan van de Theologische Universiteit te Apeldoorn.