Binnenland |
Klasse van ministers nog geen garantie voor duurzaamheidVan Agt II: kabinet zonder basisDoor P. Chr. van Olst De Joop den Uyl van 1981 is een deerniswekkend figuur. Als charismatisch PvdA-leider (al sinds 1971 voerde hij de sociaal-democraten aan en hij had van 1973 tot 1976 een 'eigen' kabinet) incasseert hij een forse verkiezingsnederlaag. Dat confronteert Den Uyl met de realiteit: om te regeren is hij afhankelijk van zijn grote en blijvende politieke rivaal. Dat is de man die als KVP-minister van justitie in 1976 de eerst verantwoordelijke was voor het om zeep helpen van Den Uyls kabinet en daarna als bonus het politiek leiderschap van het CDA mocht gaan bekleden. Dries van Agt is zijn naam. Van Agt zelf is in dezelfde parlementaire periode deerniswekkend figuur nummer twee. Hij is veroordeeld. Den Uyl en Van Agt zijn allebei veroordeeld. Tot elkaar. De bevlogen, empathische, linkse verbeteraar en de Bourgondische conservatief zijn als Siamese tweelingen aan elkaar verbonden door een stembusuitslag. Van Agt dacht juist dat hij het tijdperk-Den Uyl achter zich had gelaten. Na 208 dagen formeren voor een tweede centrumlinks kabinet na Den Uyl I had hij in 1977 de besprekingen plotseling afgebroken en was naar VVD-leider Wiegel gestapt. Misschien was daar wat te regelen. Dat lukte wonderwel. De vonk sloeg over en op 19 december 1977 stond het kabinet-Van Agt-Wiegel bij de Koningin op het bordes. Den Uyl en de zijnen konden voor vier jaar lang de oppositiebankjes opzoeken. Veroordeeld Had de kiezer Van Agt en Wiegel ruw gescheiden, Den Uyl en Van Agt had hij in al hun wederzijdse wantrouwen tot elkaar veroordeeld. De partij van Den Uyl was de enige kandidaat die het CDA aan een meerderheid kon helpen, hoewel de sociaal-democraten een gevoelig verlies hadden moeten incasseren, van 53 naar 44 zetels. Dat lag mede aan de opstelling van D66-leider Terlouw, de grote winnaar van de verkiezingen. D66 steeg van acht naar zeventien zetels, maar weigerde de CDA/VVD-combinatie te komen versterken. Nog altijd met het voorbijgegane Nieuw Links-ideaal voor ogen, koos D66 partij voor Den Uyl. Plek voor Ome Joop Terug aan de onderhandelingstafel bij Den Uyl was er meteen de grote vraag wie van de twee premier zou worden. De PvdA lustte Van Agt niet meer na diens centrum-rechtse premierschap in de jaren van Van Agt I (1977-1981). Hij zou te veel een conservatief-liberaal imago hebben om leiding te kunnen geven aan een gematigd linkse coalitie. Bovendien leefde de stille hoop op een tweede kabinet-Den Uyl nog steeds, in de eerste plaats bij Den Uyl zelf. Voor heel Nederland zou het een vreemde gewaarwording zijn om de onomstreden sociaal-democratische leider te zien functioneren onder diens tegenvoeter Van Agt. Toch kwam het ervan. Want uiteindelijk kon de PvdA in dit opzicht weinig eisen stellen aan het CDA, dat de grootste partij was (PvdA: 44 zetels, CDA: 48, D66: 17). Van Agt II zou geboren worden en Den Uyl kon daarin vice-premier worden, per saldo een verbetering. Wel was het CDA bereid de status van zijn ministerschap op te waarderen. Den Uyl zou een 'superministerie' onder zijn beheer krijgen. Speciaal daarvoor werd het ministerie van sociale zaken verzwaard met het aangelegen beleidsterrein werkgelegenheid, dat tot dan toe bij Economische Zaken had gezeten. Tot op de dag van vandaag bestaat daarom het zware ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid. Gecompliceerd Al gauw werd duidelijk dat de partijen niet gezamenlijk uit de kwestie van de plaatsing van 48 kruisraketten zouden komen. Bepaald werd vooralsnog geen besluit te nemen, maar te wachten totdat de ontwikkelingen om daadkracht en duidelijkheid vroegen. Dat er daardoor een tijdbom onder de coalitie kwam te liggen, daarvan waren de partijen zich bewust. Het onwrikbaar vasthouden aan nul kruisraketten van de PvdA maakte verder onderhandelen zinloos. Op financieel-economisch vlak maakte het CDA zich in de onderhandelingen sterk voor een rigoureuze terugdringing van het financieringstekort. Dat kwam de christen-democraten te staan op verhitte discussies met Den Uyl en de zijnen. Die wilden zo veel mogelijk behoud van koopkracht voor met name de minima. D66 stond in dit opzicht dichter bij het CDA. Dat zou ook in de jaren daarna veelvuldig blijken. De kloof tussen PvdA en D66 groeide vooral op dit punt, zozeer, dat Terlouw in 1982 een coalitierelatie tussen zijn partij en de VVD niet meer uitsloot, tot woede van Den Uyl. Na veel gesteggel bereikten de partijen uiteindelijk een wankel compromis, waarin het CDA meer aan z'n trekken kwam dan de PvdA. Van Agt moest tijdens de opstelling van dat compromis zelfs nog even plaatsmaken voor zijn communicatief vaardiger partijgenoot Lubbers. Dan is het moment aangebroken waarop Van Agt II van start kan gaan. Het blijkt echter bepaald geen droomstart te zijn. Als tijdens de eerste kabinetsvergadering, nog voor presentatie van het kabinet in de Kamer, de begroting van het demissionaire kabinet moet worden bijgesteld, gebeurt wat veel CDA'ers al vreesden. 'Superminister' Den Uyl eist, gerelateerd aan de afspraken, onevenredig veel geld voor zijn werkgelegenheidsplan. Nog voordat het kabinet in de Kamer is geweest, bieden de ministers de Koningin hun portefeuilles weer aan. Dat is nog nooit vertoond. Zelfs het vijfde kabinet-Colijn, dat nog korter functioneerde, heeft zich in 1939 in de Kamer gepresenteerd. Slotbedrijf Er zit op dat moment een kabinet met ervaren ministers en doorgewinterde politici. Een veelbelovend team, dat kan rekenen op een ruime meerderheid (109 zetels) in het parlement. De PvdA levert evenals het CDA zes ministers, onder wie een aantal oudgedienden uit het kabinet-Den Uyl I: Van der Stoel (Buitenlandse Zaken), Van Kemenade (Onderwijs), en Den Uyl zelf. Bovendien doet PvdA-coryfee Van Thijn mee op Binnenlandse Zaken. Het CDA laat vrijwel alle demissionaire ministers overgaan. D66 krijgt drie posten, waarvan er een (Economische Zaken) wordt bemand door partijleider Terlouw. Maar het geheel mist echte teamgeest. De klasse van de ministers blijkt geen garantie voor duurzaamheid. Na zes maanden is iedereen het beu. De ene financiële tegenvaller na de andere maakt van de kabinetsvergaderingen een gevecht. Als Den Uyl inziet dat het hem niet lukt om veel geld los te peuteren voor een ambitieus banenplan, is de boot aan. Het PvdA-bestuur zegt de eigen ministers de wacht aan en in een mum van tijd is Van Agt II naar huis. Van Agt III Een tijdje later volgen vervroegde verkiezingen. Een verbitterde Den Uyl laat dan weten dat hijzelf nooit meer in één kabinet stapt met de persoon van Van Agt. En Van Agt? Hij zal nog slechts de lijst trekken en houdt dan de nationale politiek voor gezien. Deerniswekkende afgang van twee kemphanen die elkaar een loopbaan lang in de weg stonden. |
Dit is het vierde deel in een serie over kabinetsformaties.
Deel 1 Deel 2 Deel 3 |
![]() |