PvdA-leider dacht dat breuk in paars niet meer te lijmen was
Kok I: geen bevalling na de eerste weeënDoor A. de Jong De vorming van een tweede paars kabinet is op een oor na gevild. Het is een formatie geweest zonder verrassingen. Wie twijfelde er na de verkiezingsuitslag van afgelopen mei nog aan of er een tweede kabinet-Kok zou komen? Vier jaar geleden lag dat anders. De politiek was zwanger van paars, maar de eerste weeën werden niet gevolgd door een bevalling. 29 juni 1994. De Tweede Kamer debatteert met de drie ex-informateurs De Vries (PvdA), Van Aardenne (VVD) en Vis (D66). Kunnen de heren even uitleggen waarom de formatie van een paars kabinet mislukt is? Het trio houdt zich op de vlakte. Boeiend wordt het debat alleen als de onderhandelaars Kok, Van Mierlo en Bolkestein elkaar in de haren vliegen. In een vinnig onderonsje krijgt met name de leider van de liberalen de zwarte piet toegespeeld. Kok: De heer Bolkestein is op het allerlaatste moment met nieuwe wensen gekomen. Als een duveltje uit een doosje kwam daar de eis op tafel dat de noodzakelijke bezuinigingen van 5,7 miljard gulden uit de sociale sector moeten komen. Van Mierlo: Dat wist niemand. Het was een overval. Teleurgesteld Van de drie partijleiders is Van Mierlo het meest teleurgesteld. Zijn persoonlijke ideaal, tevens de bestaansgrond van D66, te weten de vorming van een paars kabinet, is in duigen gevallen. Daar is althans op dit moment iedereen van overtuigd. Na zes weken intensief onderhandelen is het uiteindelijk niet mogelijk gebleken het rood van de socialisten en het blauw van de liberalen tot een egale paarse kleur te mengen. De teleurstelling van Van Mierlo is des te groter, omdat de vorming van een paars kabinet nog nooit zo dichtbij is geweest. Decennialang waren in het Haagse hotel Des Indes met een regelmaat van drie- tot viermaal per jaar vertegenwoordigers van PvdA, VVD en D66 bijeengekomen rond steeds weer hetzelfde thema: een regeringscoalitie zonder het CDA. Het moest in principe toch mogelijk zijn, zo redeneerden deze progressieven, om de diepgaande invloed van de christen-democraten op de politieke besluitvorming, bijvoorbeeld die over abortus, te breken. In de praktijk kwam het er nooit van. Aardverschuiving Tot de kamerverkiezingen van 1994. De uitslag leidt tot een aardverschuiving in het politieke landschap. Het aantal zetels van de grootste voorstander van paars, de democraten, verdubbelt van twaalf naar 24. Het CDA, het grootste obstakel voor paars, is na een historisch verlies van twintig zetels wanhopig en versuft. Van Mierlo, fysiek en spiritueel eigenlijk al aan het einde van zijn politieke latijn, leeft nog eenmaal op. Dit is het moment van nu of nooit voor het eerste paarse kabinet in de Nederlandse parlementaire geschiedenis. Niet dat er geen weerstanden zijn. Zal dat wel kunnen: de partij van de ondernemers in één kabinet met de partij van de uitkeringsgerechtigden en de minder bedeelden? Kok en met hem vele linkse PvdA'ers lopen er niet warm voor. Ook binnen de VVD zijn er velen die er niet in geloven. In één kabinet kruipen met twee progressieve partijen kan er in hun ogen alleen maar toe leiden dat een zich als conservatief presenterend CDA de VVD electoraal leeg gaat eten. Een angst die weliswaar achteraf bezien onnodig is gebleken, maar die heel begrijpelijk is. Drang Tegelijkertijd is er echter bij veel socialisten, liberalen en democraten een sterke drang om tot een eerste paars kabinet te komen. Al direct na de verkiezingen gaat het dan ook, voorzichtig maar doelgericht, die kant op. Nadat informateur Tjeenk Willink (PvdA, voorzitter van de Eerste Kamer) een algemene verkenningsronde heeft gehouden, is het de beurt aan het al eerder genoemde drietal informateurs: De Vries, Vis en Van Aardenne. Hun opdracht is te onderzoeken of een paarse coalitie van PvdA, VVD en D66 programmatisch mogelijk is. In de praktijk gaan zij veel verder en coördineren zij de daadwerkelijke onderhandelingen tussen de drie partijen. Week na week verstrijkt. Dan weer lijken er onoverkomelijke hobbels te zijn, dan weer worden er grote vorderingen gemaakt. Tot de onderhandelingen op 29 juni 1994 knappen. Na het kamerdebat met de informateurs, waarin de onderhandelaars in overdrachtelijke zin met elkaar op de vuist gaan, lijkt paars verder weg dan ooit. Niet alleen zijn de persoonlijke verhoudingen tussen Kok en Van Mierlo enerzijds en Bolkestein anderzijds grondig verziekt, ook bestaan er onoverkomelijke tegenstellingen over het financiële beleid, de mate van bezuinigingen en hervormingen in de sociale zekerheid. Een lijmpoging zal, aldus Kok, nauwelijks kans van slagen hebben. Met hangende pootjes Wat nu? Even lijkt het erop dat CDA-leider Brinkman weer een rol van betekenis zal kunnen spelen. Is het dit niet waarop hij gewacht en gehoopt heeft? De drie seculiere partijen komen er samen niet uit en moeten nu met hangende pootjes terugkomen bij de christen-democraten. Zo loopt het echter niet. Al spoedig blijkt dat de Nederlandse politiek weer eens in het voor haar niet onbekende stadium van optimale onduidelijkheid is beland. Een combinatie van PvdA, CDA en D66 is voor Brinkman niet te pruimen. De man die het CDA in een conservatieve richting wil loodsen, wil niet met de PvdA regeren. Brinkmans enige voorstel bestaat uit: VVD, CDA, D66. Van Mierlo wil echter niet zonder de PvdA regeren. De zaak zit muurvast. Tot de Koningin met een verrassende zet op het schaakbord komt. Een zet die uiteindelijk de ontknoping zal blijken te zijn. Hoewel Tjeenk Willink, die voor de tweede maal in korte tijd tot informateur is benoemd, de Koningin heeft geadviseerd een informateur van VVD-huize aan te wijzen (De sleutel ligt in handen van de liberalen), besluit hare majesteit anders. Zij benoemt Kok tot informateur. De leider van de grootste partij in Nederland krijgt de opdracht nu maar eens te beginnen met het schrijven van een regeerakkoord op hoofdlijnen. Vervolgens kan hij nagaan welke partijen zich in dat regeerakkoord kunnen vinden. Verbazing De verbazing is groot in politiek Nederland. Tot nu toe is het gebruikelijk dat informateurs mensen zijn met een zekere afstand tot de praktische politiek. Die typering is op Kok niet bepaald van toepassing. Anonieme stemmen in CDA-kring stellen zelfs de onpartijdigheid van het staatshoofd ter discussie. Was het niet logisch geweest om, nu paars is mislukt, een CDA-informateur een kans te geven? Toch is de benoeming van Kok geen onlogische greep. Niet alleen heeft hij als minister van financiën de reputatie opgebouwd van een solide politicus, die altijd de bestuurbaarheid van het land voorop heeft geplaatst, maar ook heeft de PvdA'er als enige van alle prominente partijleiders nooit één combinatie van partijen uitgesloten. Kok gaat nijver aan de slag. De eerste voorkeur van de PvdA'er ligt bij voortzetting van de samenwerking met het CDA. De informateur start dan ook serieuze besprekingen met de omstreden CDA-leider Brinkman om alsnog met de christen-democraten in zee te gaan. Dit loopt echter spaak door de exorbitante eisen van Brinkman, die liever met de kleinere (!) VVD dan met de grotere PvdA in zee gaat. Zijspoor Door deze actie zet de CDA'er zichzelf en zijn partij definitief op een zijspoor en drijft hij Kok in de richting van paars. Dat dit toch de meest voor de hand liggende combinatie is, wordt in de daarop volgende weken meer en meer duidelijk. O ja, problemen zijn er genoeg. Over het 'gat van Kok' (de negatieve financiële erfenis die Kok als minister van financiën zou hebben nagelaten), over bezuinigingen, over de voorgenomen privatisering van de sociale zekerheid. Maar de geschilpunten zijn overbrugbaar. Op 11 augustus heeft Kok een regeerakkoord gereed, op 22 augustus wordt zijn kabinet beëdigd. Een wissel in de Nederlanse politiek is omgezet. Niet slechts voor vier jaar, zoals we nu weten, maar voor een langere periode is de christen-democratie buiten spel gezet. Vanzelf is het echter niet gegaan. Paars hing korte tijd aan een zijden draadje. |