Debat over „antisemitisme” Billy Graham laait weer op
De evangelist Billy Graham een antisemiet noemen, vinden velen bizar. Niet voor niets kreeg hij verschillende onderscheidingen vanwege zijn betrokkenheid op het Joodse volk. Maar hij heeft wel gezegd dat Hitler een punt had toen hij zijn volk wilde verlossen van „de Joodse wurggreep.”
De feiten zijn al lang bekend. Alleen de duiding is opnieuw punt van discussie. In een gesprek in februari 1972 met president Nixon heeft Graham gezegd dat Hitler het verkeerd aanpakte, maar dat het wel nodig was dat zijn land werd verlost van „de Joodse wurggreep.” Dat gold volgens hem ook voor Amerika.
Graham zei: „Veel Joden zijn goede vrienden van mij, ze zwermen om me heen en zijn vriendelijk tegen me omdat ze weten dat ik bevriend ben met Israël. Maar ze weten niet hoe ik me voel over wat ze dit land aandoen.” Hij vertelde vooral bezorgd te zijn over de Joodse invloed op de media. Zij zouden verantwoordelijk zijn voor het pornografisch vergif dat over de samenleving werd uitgegoten.
Graham noemde een grote groep Joden –niet alle– de „synagoge van satan” die de samenleving naar de vernieling hielp. Er moest iets gebeuren. Daarom zei hij tegen Nixon: „Als je een tweede keer verkozen wordt, kunnen we misschien iets doen.”
Dagboeken
Het was Nixons stafchef van het Witte Huis, Bob Haldeman, die als eerste van dit gesprek melding maakte in zijn in 1994 uitgekomen dagboeken. Maar daar werd toen weinig aandacht aan besteed. Graham had immers een uitstekende reputatie als verbinder tussen joden en christenen.
Graham zelf gaf een korte reactie: „Dat zijn niet mijn woorden. Ik heb nooit in het openbaar of privé over het Joodse volk gesproken, inclusief gesprekken met president Nixon, als alleen in de meest positieve bewoordingen.”
Echter, in 2002 werd het transcript van het gesprek vrijgegeven. Daaruit bleek dat Graham en Nixon inderdaad over de Joden hadden gesproken. Zeven jaar later kwam ook het transcript openbaar van een telefoongesprek tussen Nixon en Graham dat ze op 21 februari 1973 hadden. Daarin grepen ze nog eens terug op het gesprek van een jaar eerder. Alleen toen waren nog enkele delen van de conversatie om „privacyredenen” zwart gemaakt. Na de dood van Graham in 2018 verscheen de volledige tekst.
Recent hebben de Amerikaanse christelijke historici John Fea en John Haas de transscripten van die gesprekken nog eens bestudeerd. Fea stelt in een bijdrage op het opinieplatform ”The Current” dat Graham op eigen initiatief antisemitische opmerkingen maakte. „Graham regisseert en initieert het gesprek. (…) Hij is geen passieve luisteraar die alleen maar het antisemitisme van Nixon goedkeurt en bevestigt. Nixon lijkt hier passief te zijn.”
Deze conclusie contrasteert met verklaringen van Graham. Aanvankelijk zei hij zich niet te herkennen in de beschuldigingen: „Ik kan me niet herinneren ooit die gevoelens te hebben gehad over welke groep dan ook, vooral de Joden, en die heb ik nu zeker niet. Mijn opmerkingen weerspiegelden niet mijn liefde voor het Joodse volk. Ik vraag de Joodse gemeenschap nederig om na te denken over mijn acties voor Joden die mijn woorden in de Oval Office op die dag tegenspreken.”
Later zei hij: „Als het niet op de band stond, had ik het niet geloofd. Ik denk dat ik probeerde te behagen. Ik voelde me zo slecht over mezelf. Ik ben naar een ontmoeting met Joodse leiders gegaan en ik vertelde hun dat ik naar hen toe zou kruipen om hun vergiffenis te vragen.”
Woedende reacties
Binnen de Joodse wereld leidde de publicatie van de gesprekken tot woedende reacties. Veel Joden beschouwden de evangelist als hun beste vriend onder de evangelische christenen. Abraham Foxman, de directeur van de Anti-Defamation League, noemde het pro-Israëlstandpunt van Graham „een schertsvertoning.” Hij drong er bij Graham op aan om de prijs terug te geven die hij in 1971 kreeg van de Nationale Conferentie van Christenen en Joden.
De journalist James D. Besser schreef in enkele Joodse kranten dat de opmerkingen van Graham de Joden zouden moeten wakker schudden. Hier zagen zij de intense afkeer jegens hen die er bij veel evangelische christenen leeft.
Rabbi Eckstein, die vele jaren de relaties met christenen onderhield, zei: „Joodse vrienden komen nu naar me toe en zeggen: „Kijk, we hebben het je altijd al verteld dat het allemaal fraudeurs zijn.””
Waardering
Grahams vrienden en biografen hebben geprobeerd een verklaring te vinden voor de uitzonderlijke opmerkingen. Lewis Drummond, hoogleraar aan de Samford University in Birmingham (Alabama), zei dat Graham in het gesprek slechts verwees naar de enkele Joden die pornografie verspreiden. Drummond, die een biografie over Graham schreef zei: „Er zit geen antisemitisch bot in zijn lichaam.”
Een andere biograaf, William Martin van Rice University, suggereerde dat Graham alleen dacht aan liberale Joden met wie hij het politiek oneens was. Graham zelf zwijgt in zijn autobiografie ”Just as I am” over de zaak.
De conservatieve Joodse columnist Jeff Jacoby schreef in 2018 in ”The Boston Globe”: „Zelfs als Graham in het geheim zulke afstotende opvattingen koesterde, zou dit mijn waardering voor Grahams opmerkelijke carrière en aanhoudende publieke inspanningen ten behoeve van burgerrechten, raciale integratie en de verdediging van de omstreden Joodse staat niet verminderen. Ik geloof in het beoordelen van mensen op hun gedrag, niet op hun persoonlijke overtuigingen. De wereld wordt beter gemaakt door mensen die met goedheid handelen en integriteit tonen, zelfs als er diep in hun hart verkeerde gedachten of verlangens zijn.”