Niet teleurgesteld, niet boos, maar in „zak en as.” Zo trof De Koning diverse van zijn collega’s in de Gelderse Vallei aan. „Zelf zit ik op de stikstofkleurplaat in een gebied waar de reductie meevalt. Dat zorgt ervoor dat ik meer lucht heb.”

Toch voelen de voorgestelde doelen ook voor hem als onrecht. Hij maakt zich vooral druk over het feit dat dé voedselvallei van Nederland zo zwaar getroffen wordt. „En dan te bedenken dat er een oorlog woedt en er een hongersnood op de loer ligt”, vertelt de boer, die 15.000 biologische legkippen en zo’n 800 vleeskalveren houdt.

Protesteren is aan De Koning niet besteed, al vroeg een agrarische vertegenwoordiger dinsdagmorgen nog of hij mee wilde gaan. „Het past niet bij mij. Daarnaast hoort het ook niet. De overheid is Gods dienares, daar hoor je niet tegen in opstand te komen.”

Interview

De Koning, lid van de gereformeerde gemeente in Scherpenzeel, las vorige week in het Reformatorisch Dagblad het interview met ds. G. Beens. Het raakte hem. „Hij zei: We moeten niet naar Den Haag, maar naar de binnenkamer. Daarmee was ik het eens. Dáár moeten we het met zijn allen zoeken. Bidden! Ik wou dat ik het kon. Maar dat moet je geleerd worden. En als we dat met alle actievoerders zouden doen, denk ik dat we meer zouden bereiken dan met een groot protest.”

Tegelijk wil de veehouder zijn verantwoordelijkheid niet ontlopen. Daarom laat hij zijn stem graag horen als belangenbehartiger voor boeren in het Stikstofcollectief Utrecht. „Ik ben niet iemand die gaat zitten klagen. Ik wil in gesprek. Aan tafel bij de provincie Utrecht kom ik voor onze sector op. Ik doe mijn zegje bij de gedeputeerden en spreek ze erop aan dat ze onze voedselvallei verkwanselen.”

Ondertussen voelt De Koning wel sympathie voor het protest in Stroe. „Wat ik ervan hoor, is dat er geen harde acties worden georganiseerd. Het gaat om het statement. Er is geen feest, er wordt geen alcohol geschonken. Daarbij komen er verschillende goede sprekers langs en gaat zelfs Gods Woord nog open, naar ik begreep. Daarom waardeer ik de organisatie van deze actie.”

Wars

Van harde acties is de kippenboer wars. „Die bewerkstelligen het tegenovergestelde. De burgers keren zich dan tegen je.”

Ook een bezoek brengen aan het huis van de minister –zoals een aantal boeren dat anderhalve week geleden deed– vindt de Woudenberger niet kunnen. „Je mag bestuurders het vuur aan de schenen leggen en hen aanspreken op hun gevoel. Maar wel alleen aan tafel. En niet in hun privésituatie. Dat hoort niet. Tegelijk moet minister Van der Wal beseffen –toen ze het had over haar zielige kinderen– dat ook mijn kinderen stonden te trillen van het nieuws. Boer zijn is een manier van leven. Veehouders en hun kinderen zien hun toekomst worden afgepakt.”

Het extreme Farmers Defence Force (FDF) kan van de veehouder dan ook geen pluim verwachten. „Bij de FDF voel ik me niet thuis. De actiegroep roept op tot opstand tegen de overheid en richt met acties schade aan de burger aan, al is dat waarschijnlijk niet de bedoeling.”

Vuist

Een vergelijking maken tussen het leed van de boeren en dat van de Joden tijdens de holocaust –zoals FDF-voorman Mark van den Oever deed– gaat De Koning veel te ver. „Dat zegt me dat de FDF zeer radicaal is. Daar wil ik me niet aan conformeren. Ik keur wat die club doet af, maar kan ondertussen die boeren ook weer begrijpen. Een actie kan voortkomen uit je verstand, je hart of je tenen. Bij FDF komt het uit het diepste van de tenen. Ikzelf probeer mijn verstand te gebruiken en ook mijn hart niet al te veel te laten overmannen met emoties.”

De Koning zal woensdag dan ook niet staan stampen in Stroe. „Nee, ik ben al op gesprek geweest in Utrecht.”