160 jaar kerkgeschiedenis in Malawi
Tijdens de coronapandemie besteedden twee in Malawi gevestigde wetenschappers hun tijd nuttig. In 28 hoofdstukken, op bijna 500 bladzijden, maken de auteurs van het boek ”Malawi Church History 1860-2020” ons bekend met 160 jaar geschiedenis van de kerk in het Centraal-Afrikaanse land Malawi.
In de inleiding zeggen Ken Ross en Klaus Fiedler terecht dat hun beschrijving de eerste in haar soort is. Daarmee ontkennen ze niet dat korte overzichten van de kerkgeschiedenis van Malawi al eerder zijn gepubliceerd. Hoewel de auteurs er niet expliciet op wijzen, is de kerkgeschiedenis van Malawi archetypisch voor het verhaal van de kerk in veel andere landen van Afrika ten zuiden van de Sahara. Het begon vooral door de 19e-eeuwse zendingsbeweging in de westerse wereld, die het resultaat was van een godsdienstige opwekking in Groot-Brittannië en bijgevolg ook van een succesvolle protestbeweging tegen de slavernij en de slavenhandel. Het christendom in Afrika werd voorafgegaan door de komst van de islam. Tot op zekere hoogte werd deze zendingsbeweging gefaciliteerd door het kolonialisme.
Onverwacht door velen, maar voorzien door sommigen, schoot het christendom snel wortel en kreeg het een grote numerieke groei, met name na het einde van het kolonialisme rond 1960. Daardoor verschoof zelfs het centrum van het wereldchristendom van het ‘christelijke’ Westen naar Afrika. De Afro-Amerikaanse Liberiaanse zendeling en staatsman Edward Wilmot Blyden (overleden in 1912) „voorzag de komende verschuiving van het zwaartepunt van het christendom van het noorden naar het zuiden van de Atlantische Oceaan, en het belang ervan voor het Afrikaanse christendom.”
De groei van het christendom in Afrika wordt door Jonathan Bonk „een van de meest verbazingwekkende verschijnselen van de 20e eeuw” genoemd. Hij citeert cijfers waaruit blijkt dat in de 40 jaar na het begin van de onafhankelijkheid (rond 1960), het „aantal christenen in Afrika met zes is vermenigvuldigd tot bijna 380 miljoen, dat is ongeveer 50 procent van de totale bevolking van het continent. De numerieke toename van het christendom heeft de islam ingehaald, waartoe (in 2000) 41 procent van de Afrikanen behoort.”
David Livingstone
De verhalen van David Livingstone over zijn reizen door het Centraal-Afrikaanse gebied dat nu Malawi heet en zijn beschrijving van de wrede slavenhandel die hij waarnam, brachten 19e-eeuwse Engelse en Schotse christenen ertoe om daarheen te gaan om het christelijk geloof te brengen. Het begon in 1860 met een onderneming van zendelingen vanuit de hoogkerkelijke (High Church) stroming in de Anglicaanse Kerk. Dat mislukte en verzandde in botsingen met lokale stammen in het zuiden. Een tweede poging vanaf Zanzibar naar het grote meer (nu: Malawimeer) lukte enkele decennia later. Daarvoor, vanaf 1875, hadden presbyteriaanse zendelingen van de Church of Scotland en de Free Church of Scotland posten gevestigd waar nu Blantyre ligt en aan de zuidkant van het meer. Geleidelijk aan breidde hun invloed zich uit naar het zuiden langs de rivier de Shire en naar het noorden in de kuststreken van het Malawimeer. Daarnaast begonnen Zuid-Afrikaanse gereformeerde zendelingen te werken in het centrale deel van het gebied.
Het jaar 1891 is een markant punt in de geschiedenis. Toen ging Nyasaland –zoals het gebied toen was gaan heten– deel uitmaken van het Britse koloniale rijk. Zendelingen en koloniale heersers leken te verkeren in een gespannen verhouding tot elkaar van wederzijdse kritiek en samenwerking. Na 1900 deden de geloofszendingen hun intrede in het land, onder andere pinksterkerken en baptisten. In het algemeen stonden die veel kritischer tegenover de koloniale blanke heersers en hadden ze vaak veel begrip voor de smeulende onvrede onder de bevolking. Die gevoelens resulteerden in 1915 in een opstand, geleid door de baptistisch georiënteerde John Chilembwe van de Providence Industrial Mission. Chilembwe was in Amerika door zwarte christenen opgeleid tot predikant. De opstand werd neergeslagen en het koloniale regime beschuldigde protestantse zendelingen ervan deze te hebben uitgelokt. Als gevolg hiervan begon het Britse koloniale bewind de rooms-katholieke missionarissen te begunstigen omdat die, naar verluidt, hun bekeerlingen meer gehoorzaamheid leerden. Geleidelijk aan won het christelijk geloof aan acceptatie bij de bevolking, tegenover de toch wel sterk blijvende invloeden van de eeuwenoude Afrikaanse traditionele religie (ATR) en van de islam, die rond 1830 het gebied van het Malawimeer was binnengekomen.
Formeel bleven westerse zendelingen leidinggeven aan de kerken die ontstonden. Echter, de zich van de Afrikaanse identiteit bewuste beweging van het ethiopianisme en de langdurige afwezigheid van veel blanke missionarissen tijdens beide wereldoorlogen droegen ertoe bij dat veel inheemse christenen meer invloed kregen. Na het einde van het koloniale tijdperk in 1964 ging de leiding van de zendingsposten en van de kerken over op lokale christenen. De onafhankelijkheid van Malawi bracht, onverwacht voor velen, een zeer grote numerieke groei van het christendom met zich mee. Bijdragende factoren waren intensivering van prediking en zondagsschoolwerk in de presbyteriaanse gemeenten, en de invloeden van de pinksterbeweging en de charismatische beweging in veel kerken. Tegelijkertijd onderging Malawi sinds de onafhankelijkheid in 1964 een dertigjarige periode van dictatuur onder president Hastings Kamuzu Banda. In het algemeen voegden de kerken zich naar het straffe politieke regime. Maar langzaam groeide er een geest van verzet tegen het onrecht waaronder de bevolking leed. Beginnend met een moedig protest van de rooms-katholieke bisschoppen in hun ”Lenten Letters” (vastenbrieven), namen de kerken stelling tegen het dictatoriale bewind, dat uiteindelijk het veld moest ruimen. Vanaf 1994 bleef het christelijk geloof zich verspreiden in Malawi, begunstigd door een vrij en democratisch politiek klimaat. De leiding in de gemeenten en de kerkelijke organen is volledig overgegaan in Malawische handen. De kerken zijn onafhankelijk en zelfvoorzienend en hebben zich ontwikkeld tot volwassenheid.
Evaluatie
In dit kerkhistorische vademecum wordt de ontwikkeling van bijna alle denominaties in Malawi gedetailleerd weergegeven. De tamelijk jonge Reformed Presbyterian Church (RPC), die sterk wordt gesteund vanuit de Nederlandse Biblebelt, is een van de omissies.
Het boek biedt een prettig leesbaar overzicht met veel illustraties. Ook is er aandacht voor moderne ontwikkelingen in de theologie en de kerk. In voetnoten en bibliografieën citeren de auteurs vele bronnen. Een index van liefst zeventien pagina’s maakt het boek zeer toegankelijk.
Aan de negatieve kant: de kwaliteit van de druk en de binding van het in Malawi vervaardigde exemplaar dat ik las is slechter dan we in het Westen gewend zijn. De illustraties zijn vaak vaag of, zoals op blz. 155, afwezig. Hopelijk is dat anders bij de exemplaren die verzorgd worden door de mede-uitgever in Londen. Helaas besteden de auteurs nauwelijks aandacht aan de diaconale en missionaire identiteit en taken van de kerk, waarbij ze niet echt rekening houden met respectievelijk de vele armen onder Malawi’s 20 miljoen inwoners en de geestelijke nood van de 15 procent aan moslims van het land. Dit illustreert misschien het narratieve karakter van het boek en de brede theologische benadering door de auteurs. Ik zag enkele typefouten, op blz. 303, 309, 365.
Niettemin, dit is een uitstekend wetenschappelijk verantwoord naslagwerk over het christendom in Malawi, waartoe meer dan 80 procent van de bevolking behoort. Een echte aanrader, vooral voor iedereen die taken verricht voor en in Malawi.
Boekgegevens
”Malawi Church History 1860-2020”, Kenneth R. Ross en Klaus Fiedler; uitg. Mzuni Press/African Books Collective; 500 blz.; £ 45,00