ConsumentParaplu's

Voilà: een hoogstpersoonlijke paraplu uit Aurillac

De paraplu is zo’n doorsnee gebruiksvoorwerp dat de meesten niet eens zullen weten welke kleur hun regenscherm heeft – of waar dat op dit moment ligt. Maar wie eenmaal een luxe paraplu uit het Franse stadje Aurillac heeft, vergeet die vast nooit.

Imco Lanting
22 February 2022 20:57
De paraplu is bijna klaar en moet alleen nog worden gestreken. beeld Imco Lanting
De paraplu is bijna klaar en moet alleen nog worden gestreken. beeld Imco Lanting

Diep in Frankrijk, in een plaats waar het meer regent dan in Nederland, maken ambachtslieden al anderhalve eeuw luxe paraplu’s met de hand. Op naar de Franse parapluhoofdstad Aurillac.

In Nederland valt gemiddeld 800 millimeter regen per jaar. Dat is voldoende reden om ervoor te zorgen altijd een paraplu onder handbereik te hebben. De kans is groot dat het een wegwerpexemplaar van een paar euro betreft. De meeste mensen zullen er zelfs meerdere hebben. Goedkope paraplu’s laat je namelijk nogal makkelijk slingeren en ook de kwaliteit is niet om over naar huis te schrijven. Eén windvlaag en de baleinen zijn verbogen of het scherm losgetrokken. Maar wat maakt het uit. De schade is verwaarloosbaar. Als je er maar eentje bij de hand hebt zodra een bui losbarst.

17998718.JPG
De parapluwinkel van Piganiol in de binnenstad van Aurillac. beeld Imco Lanting

Hoe anders is dat in Aurillac, een stadje van 25.000 inwoners in de zuidelijke Auvergne in Midden-Frankrijk. Daar zijn, in een groot atelier op een industrieterrein, specialisten dagelijks bezig met het maken van kleurige paraplu’s: met de hand welteverstaan. In de studio ernaast zitten ontwerpers achter grote schermen patronen te tekenen. Dit is Maison Piganiol, een paraplufabriek die in 1884 is opgericht, en na bijna 140 jaar nog altijd jaarlijks twee series nieuwe paraplu’s presenteert. Elke serie bestaat uit een heren- en een dameslijn. Daarnaast maakt Piganiol speciale bruidsparaplu’s en grote herdersparaplu’s die een schoudersteun hebben en ook dienen als zonnescherm.

In de werkplaats zitten werklieden achter vaak honderd jaar oude naai- en snijmachines lappen waterdicht katoen te prepareren. Ze naaien de stukken aan elkaar waarna anderen de sluitingen of de pinnetjes waar de baleinen in zitten (”aiguillettes”) bevestigen. Dan worden de luxe kastanjehouten stokken, handvatten en de laatste details in messing bevestigd en rest nog één stap. Alle paraplu’s gaan langs de strijkster, die met een gewoon huis-tuin-en-keukenstrijkijzer de kreukels en vouwen gladstrijkt. Voilà, de originele, handgemaakte Piganiol-paraplu is klaar voor de verkoop: in de eigen boetiek in het centrum van Aurillac, voor verkoop elders in Frankrijk, of in België, Groot-Brittannië en Japan, of via de webwinkel. Per jaar produceren de medewerkers 60.000 paraplu’s op deze ambachtelijke manier. Er hangt aan al dat handwerk wel een prijskaartje waarvan degene die de wegwerpparaplu’s van 5 euro gewend is, waarschijnlijk even moet slikken: tussen de 110 en 270 euro.

Modeaccessoire

Daar waar de gloednieuwe en kleurrijke paraplu’s ingepakt liggen, is ook de deur die leidt naar het kantoor van de eigenaar van dit ‘parapluhuis’, Matthieu Piganiol (45). Hij is sinds 2003 de vijfde generatie Piganiol die hier de scepter zwaait. Hij heeft de taak de oude familietraditie overeind te houden, maar dat is bepaald geen eenvoudige opdracht. Net als Nederlanders, kopen ook Fransen tegenwoordig massaal goedkope wegwerpparaplu’s.

17998720.JPG
Een nieuw design kun je in een geklapte spiegel meteen in parapluvorm beoordelen. beeld Imco Lanting

Piganiol begint er meteen over: „Meer dan 99 procent van de 15 miljoen paraplu’s die jaarlijks in Frankrijk worden verkocht, komt uit lagelonenlanden. De meeste mensen weten niet meer wat een paraplu kan, en wat mij betreft zou moeten, zijn: een volwaardig en kwalitatief hoogstaand modeaccessoire.” En dat, zegt Piganiol, is wat zijn familie van oudsher maakt in Aurillac, sinds de 19e eeuw hét centrum van de paraplu-industrie in Frankrijk.

„Maar toen zo’n veertig jaar geleden de massaproductie vanuit vooral China opkwam en de goedkope rommel met vrachtschepen tegelijk naar Europa werd vervoerd, liet een aantal bedrijven zich overrompelen”, vertelt Piganiol. „Zelfs de grootste paraplufabriek in de Auvergne ooit, met 700 werknemers, ging failliet. Mijn vader wist zijn bedrijf te redden door een radicale keuze te maken. Tegen de massaproductie in Azië kon hij niet op, dus besloot hij zich in plaats van op kwantiteit volledig op hoogwaardige kwaliteit te richten. Daarom zijn we er nu nog.” En hoewel Matthieu snapt dat mensen voor goedkoop gaan, heeft hij tegelijk geen goed woord over voor wegwerpparaplu’s. „Heb je weleens met een paraplu van 5 euro een uur in de stromende regen gelopen? Dan weet je dat het troep is. Behalve dat ze makkelijk kapot gaan, zijn ze maar deels waterdicht en na verloop van tijd zo lek als een mandje. Dat komt omdat alleen aan de buitenkant een lichte coating zit. Onze paraplu’s daarentegen worden ook aan de binnenkant waterproof gemaakt. Daarnaast is elk exemplaar met de hand in elkaar gezet en wordt elke centimeter polyester voor de kappen gecontroleerd op oneffenheden in het weefsel. Dat gebeurt allemaal natuurlijk niet in die Chinese fabrieken.”

17998721.JPG
In de ontwerpstudio van Piganiol worden de kleurige paraplupatronen bedacht en getest. beeld Imco Lanting

Zoals het een echt familiebedrijf betaamt, zocht vader Piganiol de ontwerper van de parapludesigns dicht bij huis. Zoon Matthieu Piganiol: „Dat werd mijn moeder Martine, die wij altijd de geheime kracht achter ons overleven noemen. Ondanks haar totale gebrek aan ervaring, laat staan opleiding, bepaalde zij decennialang alle parapluontwerpen. Ze had dan ook een haarscherp oog voor vormen en kleuren die in de mode zouden komen. Twee keer per jaar bracht ze een lijn uit van zo’n 150 nieuwe designs, die ze trouwens liet tekenen door anderen, want dát kon ze echt niet. Ze werd enorm bekend met haar veelkleurige ontwerpen, vooral in Japan, dat uitgroeide tot een van onze belangrijkste afzetmarkten. Nog steeds is ze daar een beroemdheid, ook nu ze allang met pensioen is.”

Pelgrims

De reden dat juist deze afgelegen plaats kon uitgroeien tot parapluhoofdstad van Frankrijk heeft deels te maken met de meteorologische omstandigheden. Er valt jaarlijks, met 1174 millimeter, een derde meer regen dan in Nederland en het is zelfs bijna twee keer natter dan in Parijs. Vreemd genoeg mag Aurillac zich tegelijkertijd tot een van de zonnigste plekken van het land rekenen. Dat komt doordat het minder dagen per jaar regent, maar wel veel harder.

17998723.JPG
De werkplaats van Piganiol, waar alle paraplu’s met de hand worden gemaakt. beeld Imco Lanting

Maar nog belangrijker voor de opkomst van paraplumakers dan het regenwater was de geografische ligging van Aurillac. Het stadje ligt op de route naar de beroemde bedevaartsplaats Santiago de Compostella in Spanje, en vormde met name in de 18e en 19e eeuw een populaire tussenstop voor pelgrims. In de rivier de Jordan, die door het centrum stroomt, zochten boeren ’s winters naar goud, dat ze meegaven aan de pelgrims. Die kochten daar in Spanje koper en katoen voor en leverden dat op de terugweg af in Aurillac. Daarna gingen de boeren aan de slag. Ze maakten er koperen potten van en… paraplu’s.

Colporteurs trokken vervolgens met de handelswaar door heel Frankrijk en geregeld beproefden ze hun geluk buiten de landsgrenzen. Zo openden met Piganiol vergelijkbare bedrijven uit Aurillac chique parapluwinkels in Utrecht (Yronde) en Amsterdam (Rouffiac en Cros-de-Montvert), die inmiddels allang niet meer bestaan.

De paraplu was toen, in de tweede helft van de 19e eeuw, een compleet nieuw product. Daardoor hoefden mensen tijdens een regenbui niet meer in alle haast een koets in te springen of een andere schuilplaats te zoeken. Wel was de paraplu aanvankelijk alleen weggelegd voor de welgestelden en werd het een echt statussymbool, een accessoire dat hoorde bij je mooiste of zondagse kleding – en tegelijk ook een praktisch nut had.

17998724.JPG
Piganiol levert uiteraard ook luxe handvatten voor paraplu’s, variërend van kalfsleer tot krokodil en bamboe. beeld Imco Lanting

De populariteit van de paraplu groeide langzaam maar zeker, tot groot ongenoegen van koetsiers. Zij zagen in het attribuut een bedreiging van hun voortbestaan en voerden zelfs actie om de paraplu te verbieden. Dat protest haalde niets uit. Niemand kon de opmars van dit handige hulpmiddel meer stuiten, en rond 1900 was de paraplu tot alle lagen van de Europese bevolking doorgedrongen. Vanwege de enorme vraag verloor Aurillac het monopolie op de parapluproductie en schoten overal de paraplufabrieken als paddenstoelen uit de grond.

Levend erfgoed

Terug naar het nu. Boven de Rue Victor Hugo, in het centrum van Aurillac, hangen als een feestelijke overkapping honderden opengeklapte paraplu’s, als ode aan de rijke parapluhistorie van de stad. Om de hoek, in een van de vele kruip-door-sluip-doorstraatjes, stapt Matthieu Piganiol zijn parapluboetiek binnen. Langs de wanden staan rekken met honderden ingeklapte paraplu’s. Hij is er trots op dat zijn voorouders aan de wieg hebben gestaan van de doorbraak van de paraplu, zegt hij. Piganiol: „We hebben sinds de oprichting in 1884 nooit de ambitie gehad om een multinational te worden. Daarom is dit onze enige exclusieve parapluwinkel. Daarnaast bestaat ons team nog altijd uit maar dertig mensen, van wie de meesten geboren en getogen zijn in dit stadje. We zijn een soort familie. Van het ontwerp tot het uiteindelijke product, alles zit onder één dak. Deze aspecten samen maken van ons product ook iets heel persoonlijks. Iedere koper geven we twee jaar reparatiegarantie cadeau, en tot vijf jaar na de aankoop krijgt de klant nog de helft van de reparatiekosten vergoed.”

17998717.JPG
Verkoopster Bernadette werkt al 35 jaar voor Piganiol. beeld Imco Lanting

Een klant komt de kleine winkel binnen. Verkoopster Bernadette, die al 35 jaar voor Piganiol werkt, loopt met haar langs de rekken, pakt een paar paraplu’s en klapt ze een voor een uit. De klant gaat met de eerste –met een enorme roos erop die de hele paraplu in beslag neemt– voor de spiegel staan. Ze draait een beetje rond om de paraplu van alle kanten te beoordelen. Dan volgen de andere: een rood-wit gestreepte en een paraplu met een blauw-wit ruitpatroon. Het is een bijzonder gezicht, iemand een paraplu te zien ‘passen’.

„U moet zelf de keuze maken, maar ik vind de roos het mooist bij u staan”, zegt Bernadette. De klant knikt en een halfuur later loopt ze naar buiten, de paraplu onder haar arm geklemd. Gezien de stralend blauwe lucht ziet het er niet naar uit dat ze hem vandaag al nodig zal hebben. Maar ooit gaat het weer regenen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer