Geestelijk onderwijs
Psalm 119: 9, 10
„Waarmee zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw Woord. Ik zoek U met mijn gehele hart. Laat mij van Uw geboden niet afdwalen.”
De staande jongeman verwerpt direct het kwade. Hij houdt zich aan wat goed is, omdat God hem door oprechtheid van hart heeft sterk gemaakt. Eens geloofde hij waarheden, omdat het hem zo geleerd was, maar nu begint hij de gronden ervan te onderzoeken, en de argumenten te ontdekken, die ze staven. Hij heeft genoeg dingen beproefd om het goede te behouden. Hij is door enige ervaring bevestigd, want –hoewel nog jong– kan hij ervaring opdoen. Dat gebeurt inderdaad bij sommige jonge mensen, zonder dat er veel jaren verlopen. De ervaring van een enkele nacht heeft iemand soms meer geleerd dan de ervaring van jaren. De ervaring van een enkele dag, een bittere smart, of ijverige arbeid, is meer waard geweest dan het alleen maar verlopen van een twintigtal gewone jaren van voorspoed en vreugde.
Hoe weinig ervaring de man ook heeft gehad, en hoe weinig aandacht hij daaraan heeft kunnen schenken, die ervaringen hebben zich samen verbonden om hem te versterken in wat hij gelooft. Hij is dat stadium van redetwisten voorbij. Hij heeft geen lust om altijd de dingen te onderzoeken. Toch is hij bereid, wanneer bezwaren naar voren worden gebracht, in een geest van zachtmoedigheid daartegen in te gaan. Hij is bereid om de onwetenden en afgedwaalden te onderrichten.
C. H. Spurgeon, predikant te Londen
(”12 Preken voor jongeren”, 1868)