Stad Washington compenseert kerk na verbod dienst
Het stadsbestuur Washington DC betaalt 220.000 dollar aan de Capitol Hill Baptist Church als compensatie voor de juridische kosten die de kerk maakte om de coronabeperkingen aan te vechten.
Capitol Hill Baptist Church weigerde vorige jaar te gehoorzamen aan het verbod om met gemeenteleden samen te komen tijdens zondagse kerkdiensten. Als alternatief voor het houden van diensten in het eigen kerkgebouw, kwamen de gemeenteleden ’s zondagsmiddags samen in de open lucht. De ongeveer duizend aanwezigen hielden zich daarbij aan de algemene coronavoorschriften. Ze droegen een mondkapje en hielden anderhalve meter afstand. De autoriteiten verboden echter deze samenkomsten in de open lucht.
In oktober vorig jaar bepaalde de rechter dat deze beperkende maatregelen in strijd zijn met de vrijheid van godsdienst. De kerkelijke gemeente kon nadien weer samenkomen. Nu, negen maanden na deze uitspraak, is de compensatieregeling tussen stadsbestuur en kerkelijke gemeente tot stand gekomen.
Belangrijke overweging voor de rechter was dat de kerk het fysiek samenkomen van de gemeente essentieel vindt voor het gemeentezijn. Voorganger Mark Dever weigerde daarom ook online-diensten te houden als alternatief voor de fysieke diensten. „Elkaar persoonlijk ontmoeten rond het Woord is de kern van het gemeente-zijn. Lees maar Hebreeën 10:25”, zo stelt hij. „De kerk is het lichaam van Christus. De gelovigen zijn aan Hem als het hoofd en aan elkaar verbonden. Die moeten samenkomen. Zij kunnen niet op afstand van elkaar leven. Daarom zijn fysieke kerkdiensten wezenlijk voor het geloof van christenen.”
Gemeenschap
Justin Sok, plaatsvervangend predikant van de gemeente, schreef in een verklaring: „Een kerk is geen gebouw dat geopend of gesloten kan worden. Een kerk is geen evenement waar je op afstand naar kunt kijken. Een kerk is een gemeenschap die geregeld samenkomt.”
De rechter nam die gedachtegang over. „Het is niet aan het stadsbestuur of de rechter om te bepalen hoe Hebreeën 10:25 moet worden uitgelegd. Daar moet de overheid bij weg blijven.” Omdat het fysiek samenkomen van de gemeente zo nadrukkelijk deel uitmaakt van de geloofsbeleving van de Capitol Hill Baptist Church oordeelde de rechter dat het verbieden van het samenkomen een aantasting van de vrijheid van godsdienst is.
Bijkomend argument voor de rechter was dat het stadsbestuur wel toestemming gaf voor verschillende andere evenementen in de open lucht waarbij grotere groepen mensen aanwezig waren en de kerkdiensten in de open lucht verbood. Samenvattend concludeerde de rechter dat de kerk flexibel was geweest en de overheid een starre houding had aangenomen.
Juristen in de VS noemen deze argumentatie van de rechter baanbrekend voor andere rechtszaken waarin kerkelijke gemeenten de coronabeperkingen aanvechten.
Het stadsbestuur van Washington DC deed tevens de toezegging in de toekomst geen verbod op het houden van fysieke kerkdiensten meer te zullen opleggen, gesteld dat de pandemie daar aanleiding toe zou geven.
Compensatie
Het betalen van een financiële compensatie voor de juridische kosten mag volgens het stadsbestuur van Washington DC niet worden uitgelegd als erkenning van gemaakte fouten. Achterliggende gedachte van dit voorbehoud is dat wanneer het stadsbestuur wel schuld zou erkennen, het dan niet alleen de juridische kosten moet vergoeden maar wellicht ook een claim kan krijgen voor geleden immateriële schade.
Ook in andere staten van Amerika hebben provincie- of stadsbesturen kerkelijke gemeenten een compensatie gegeven voor gemaakte juridische kosten vanwege de coronarestricties. Zo betaalde de staat California twee miljoen dollar aan een pinkstergemeente in San Diego.