Abraham de Swaan over de opmars van de vrouw
In de afgelopen halve eeuw is de verhouding tussen man en vrouw in de westerse wereld aanzienlijk veranderd. Ook in andere werelddelen doen zich ingrijpende verschuivingen voor.
De verschillen in maatschappelijke positie tussen de beide seksen zijn wel niet verdwenen, maar toch aanzienlijk minder geworden. Dat roept ook allerlei verzet op. In zijn boek ”Tegen de vrouwen” geeft de socioloog Abram de Swaan een overzicht van „de wereldwijde strijd van rechtsisten en jihadisten tegen de emancipatie”, zoals de ondertitel vermeldt. Het gaat hier om een veelomvattend en actueel thema, waarbij de deskundigheid van de auteur, emeritus hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, buiten discussie staat.
Buiten discussie is ook zijn afkeer van de godsdienst, in welke vorm dan ook. Abram de Swaan groeide op in een links-Joods milieu. In 1964, hij was toen 22, werd hij vanwege een artikel in het studentenblad Propria Cures veroordeeld wegens smalende godslastering. Dat was zo ongeveer de laatste keer dat in Nederland een dergelijke veroordeling plaatsvond.
Nu is er in heden en verleden ten aanzien van meisjes en vrouwen onmiskenbaar veel gepasseerd wat schandelijk en verwerpelijk was. Dat varieert van selectieve abortus op meisjes, tot vrouwenbesnijdenis, kindhuwelijken, eerwraak, aanrandingen en verkrachtingen. Het laatste met name ook in oorlogssituaties, zoals recent in Syrië en Irak.
Vooral in de islamitische wereld had en heeft de vrouw een ondergeschikte positie. Vrouwen moeten zich volgens de Koran bescheiden gedragen en zich bedekken. In de meest vergaande interpretatie betekent dat, aldus De Swaan, dat de vrouwen, wanneer zij het huis uit gaan, zich van top tot teen moeten hullen in een donker gewaad dat alle contouren van het vrouwenlichaam verbergt. Ook hun gezicht mag niet zichtbaar zijn.
Wahabisme
Het wahabisme of salafisme dat deze strenge lijn aanhoudt is in landen als Saudi-Arabië dominerend. Vrouwen die zich niet aan die regels houden worden streng aangepakt. Volgens De Swaan doet het wahabisme „in veel opzichten denken aan die vreugdeloze variant van het protestantisme, de gereformeerde geloofsleer, die in Nederland zo veel kinderlevens heeft bedorven, om van volwassen levens maar te zwijgen.”
Dergelijke passages typeren het boek. Bij een meer genuanceerde benadering zou de auteur meer oog gehad hebben voor de verschillende positie van de vrouw, ook in het verleden, in islam en christendom.
Zo heeft hij ook niet door dat weliswaar de Rooms-Katholieke Kerk nog steeds afwijzend staat tegenover vrouwelijke ambtsdragers, maar dat dat tegenwoordig in de meeste protestantse kerken (helaas) anders is. Volgens De Swaan strijdt de genderdiscriminatie van de kerken met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.
De gereformeerde gezindte in Nederland krijgt verder niet veel aandacht. Wel is er een hoofdstuk gewijd aan de evangelische bewegingen, met name in Noord- en Zuid-Amerika. Ook die komen er uiteraard slecht vanaf. Overigens wijst hij er wel op dat er in de evangelische wereld verschil is tussen meer progressieve en meer conservatieve stromingen, ook als het gaat om de man-vrouwverhouding.
Merkwaardig is zijn bewering dat een halve eeuw geleden heel wat evangelische christenen zwangerschapsonderbreking in een vroeg stadium accepteerden, maar dat ze geleidelijk aan fanatieker werden in hun bestrijding van de abortus. Maar een halve eeuw geleden was abortus in nagenoeg alle westerse landen verboden, tenzij het leven van de vrouw in gevaar kwam. Oordeelden de evangelischen daar in die tijd anders over? Dat is niet aannemelijk.
Prostitutie
Bij al zijn tirades over de onderdrukking van de vrouw, vaak terecht maar ook niet altijd, is het opmerkelijk dat de auteur één terrein onbesproken laat. Dat is de prostitutie, in Nederland zo’n twintig jaar geleden door zijn progressieve geestverwanten gelegaliseerd. Is dat ook niet bij uitstek een terrein waarop de eeuwen door vrouwen door mannen vernederd werden? En dat veelal onder sociale of financiële dwang.
De omvang van het verschijnsel prostitutie neemt veeleer toe dan af. Veel steden hebben hun hoerenbuurten. Waarom krijgt die wereldwijde vorm van vrouwenonderdrukking geen aandacht in dit boek over de emancipatie van de vrouw?
Het alom toegenomen onderwijs voor meisjes ziet De Swaan als de sleutel van het hele emancipatieproces. Meer onderwijs leidt tot een hogere arbeidsparticipatie, gemakkelijker toegang tot belangrijke posities en een lager kindertal. Overigens is het niet juist dat pas na 1965, met de introductie van de anticonceptiepil, het gemiddelde kindertal per vrouw drastisch ging dalen. Zo liep in Nederland het geboortecijfer tussen 1900 en 1965 terug van 32 naar 20 promille. In andere westerse landen was die daling vaak nog sterker.
Aan het eind van zijn boek schenkt de auteur ook aandacht aan wat hij noemt „de wereld van werelds rechts.” Dat zijn de rechtsisten uit de ondertitel. Niet of nauwelijks religieus, maar wel racistisch en tegen de emancipatie van de vrouw. Anders Breivik, die in 2011 in Noorwegen een massamoord pleegde, is er daar een van. Veel van deze stromingen uiten zich in de onderwereld van internet. De Swaan geeft daar tal van schokkende voorbeelden van.
De rechtsisten zijn fanatiek tegen de islam, maar net als hun grote tegenstander verzetten zij zich tegen de moderne maatschappij waarin vrouwen en mannen dezelfde mogelijkheden hebben.
Alles bij elkaar een boek dat, ondanks zijn antigodsdienstige strekking en soms banaal taalgebruik, ons wat te zeggen heeft. Het maakt echter ook duidelijk hoe groot de kloof is tussen een Bijbelse visie op de man-vrouwverhouding en het moderne denken daarover.
Boekgegevens
Tegen de vrouwen, Abram de Swaan; uitg. Prometheus; 275 blz.; € 19,99