Gaat extreemrechts in Spanje meeregeren?
De Spanjaarden kiezen zondag een nieuw parlement. Angst en een agressieve toon bepaalden de campagne. Gaat extreemrechts nu ook in Spanje meeregeren?
Urenlange rijen voor de postkantoren om per post te kunnen stemmen, een tv-debat dat 9,5 miljoen kijkers trekt en een kijkaandeel heeft van bijna 49 procent: alles wijst erop dat de opkomst bij de Spaanse parlementsverkiezingen van zondag hoog zal zijn. Opmerkelijk, want voor de derde keer in minder dan vier jaar moeten de Spanjaarden naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen.
Van verkiezingsmoeheid lijkt vooralsnog geen sprake. Hoe kan dat? Het antwoord is Vox, de extreemrechtse partij die bij de vorige twee verkiezingen in december 2015 en juni 2016 nauwelijks stemmen kreeg en die nu wel eens beslissend zou kunnen worden. Volgens de peilingen kan de partij van leider Santiago Abascal rekenen op zo’n 10 procent van de stemmen, misschien zelfs nog iets meer. Dat zou neerkomen op 20 tot 30 zetels in het parlement van 350 afgevaardigden.
Vooral in Madrid en de zuidelijke helft van het land vullen de campagnebijeenkomsten van Vox met gemak grote sporthallen. De boodschap van Abascal is ultranationalistisch en richt zich in de eerste plaats tegen de Catalaanse en Baskische onafhankelijkheidspartijen. Immigranten, feministen, niet-katholieken en homoseksuelen zijn andere mikpunten van de agressieve retoriek van Vox. Abascal, die zelf altijd gewapend over straat gaat, wil het particuliere wapenbezit bevorderen en de staat recentraliseren door de regionale bestuursorganen af te schaffen. Dat is in strijd met de grondwet.
Onzekerheid
Tot ieders verrassing behaalde Vox bij de regionale verkiezingen in Andalusië in december 11 procent van de stemmen. Met twaalf zetels in het regioparlement werd de partij van Abascal doorslaggevend. Door de steun van Vox konden de twee andere rechtse partijen PP (Volkspartij) en Ciudadanos (Burgers) een nieuwe regioregering vormen in Sevilla. Die formule willen deze twee partijen nu op landelijk niveau herhalen. Om de zittende premier Pedro Sanchez van de sociaaldemocratische PSOE uit het zadel te wippen, kunnen zij niet buiten de stemmen van de ultrarechtse partij van Abascal.
De onzekerheid is groot. De tijd waarin één partij, de conservatieve PP of de PSOE, de absolute meerderheid van ten minste 176 zetels behaalde, lijkt sinds 2015 voorgoed voorbij. Toch zijn de peilingen het over één ding eens: Sanchez gaat de verkiezingen winnen. De sociaaldemocraten maken een sprong van 85 naar rond de 130 zetels. Dat is ruimschoots meer dan de PP van Pablo Casado, die bij de vorige stembusgang nog de grootste werd en nu terugvalt van 137 naar ongeveer 80 afgevaardigden. Op flinke afstand volgen de rechts-liberalen van Ciudadanos en het alternatief-linkse Podemos.
De grote vraag is welke partijen in staat zullen zijn om een meerderheid te vormen. Volgens het gezaghebbende Centrum voor Sociologisch Onderzoek weten vier van de tien kiezers nog niet op wie ze gaan stemmen. Naarmate de stembusgang dichterbij komt, lijkt het echter steeds minder waarschijnlijk dat het rechtse blok van PP, Ciudadanos en Vox de vereiste meerderheid van 176 zetels gaat halen. Maar aan de linkerzijde ziet het er ook niet naar uit dat Sanchez alleen met steun van Podemos zal kunnen regeren.
Nooit vergeven
Afgaand op de peilingen, zou Sanchez ook de stemmen nodig hebben van de Catalaanse en Baskische fracties. Net als bij de motie van wantrouwen tegen zijn conservatieve voorganger Mariano Rajoy. Tegen alle verwachtingen in werd die motie in juni 2018 aangenomen na een gerechtelijke veroordeling van Rajoys PP wegens een groot corruptieschandaal. Zo werd Sanchez bijna per ongeluk premier, dankzij de doorslaggevende steun van de Catalanen en de Basken.
De rechtse partijen hebben hem dat nooit vergeven. Voor Casado (PP) en Albert Rivera (Ciudadanos) zou „landverrader” Sanchez een pact hebben gesloten met „staatsgreeppplegers” en de „vijanden van Spanje.” Onder invloed van Vox, en in een poging om stemmenverlies naar de ultrarechtse partij in te dammen, hebben Casado en Rivera een flink deel van de ultranationalistische boodschap van Vox overgenomen en hun toon geradicaliseerd.