Islam stapte in leeg huis van verdeeld christendom
Kerkgeschiedenis kan bloedig en gewelddadig zijn. Veel theologische onenigheden in de eerste eeuwen eindigden in verbanning, moord of andere gewelddadigheden, constateert Marcel Hulspas in zijn boek ”Uit de diepte van de hel”.
Hulspas is wetenschapsjournalist en publiceerde onder meer ”Mohammed en het ontstaan van de islam” en ”Wie is er bang voor Mohammed?” Zijn nieuwe boek gaat over een cruciale periode in de wereldgeschiedenis: de abrupte ineenschrompeling van het Byzantijnse rijk en de opkomst van de islam. Arabische legers hadden maar zo’n twintig jaar nodig om het grootste deel van het Byzantijnse rijk te onderwerpen. Dichtbevolkte regio’s zoals Egypte, Irak, Syrië en oostelijk Turkije vielen in Arabische handen. „En dat was niet alles. De Arabieren introduceerden een nieuwe godsdienst, die de naam ”islam” kreeg.”
Kerk en politiek
Het boek is echter veel meer dan dat: het beschrijft de hele geschiedenis van het vroege christendom, de verschillende concilies, de talloze theologische onenigheden over de twee naturen van Christus, de spanning tussen kerk en staat (keizer). Hulspas doet dat op basis van veel feitenmateriaal, zo veel zelfs dat je het doet duizelen en het soms moeilijk is om de rode draad vast te houden.
Wat in het boek boven komt drijven is de nauwe verwevenheid tussen kerk en politiek. Er werden wat bisschoppen afgezet, verbannen, gemarteld en gedood. Er ontstond toenemende wrijving tussen de kerk in het Oosten en die in het Westen, tussen keizers en bisschoppen/metropolieten, tussen christenen onderling.
De schrijver wijst in dit alles vooral op theologische drijfveren. Historici zijn volgens hem niet gewend om aan theologische debatten aandacht te besteden. Die zijn een ondergeschoven kindje. Maar ze veroorzaakten juist grote maatschappelijke onrust, rellen en ontwrichting van het bestuur. De keizer kreeg te maken met een steeds onbestuurbaarder wordend rijk.
Uiteindelijk rook de islam zijn kansen. Mohammed had volgens Hulspas de Arabieren weer de ene God gebracht, had hen tot één volk gemaakt en de opdracht gegeven om de wereld te veroveren. En dat deden zijn volgelingen door zonder pardon te plunderen en te moorden. „Na de Joden en de christenen waren de Arabieren aan de beurt om de rijkdommen van de wereld te veroveren.” Het was volgens Hulspas een geloofscrisis die het Byzantijnse rijk sterk verzwakte en het was een nieuwe Arabische religie die de Arabieren voortdreef.
De Arabieren beschouwden zich niet als ‘zomaar’ veroveraars maar werkelijk als brengers van een nieuw tijdperk, wat bleek uit de nieuwe jaartelling die ze introduceerden.
Nachtmerie
De droom van Eusebius, de hoftheoloog van Constantijn de Grote, was omgeslagen in een regelrechte nachtmerrie, concludeert Hulspas. Schitterende steden bestonden grotendeels uit ruïnes. Drie patriarchaten –Alexandrië, Jeruzalem en Antiochië– waren in Arabische handen gevallen, Constantinopel werd regelmatig door Arabieren bedreigd. In feite was er in 700 nog maar één patriarch over: de paus (van Rome), Rome bleek de uiteindelijke hoeder van het geloof. Cultuur, kerk en economie waren in elkaar gestort. De Byzantijnse beschaving was ten einde. „Na vijf eeuwen van elkaar verketteren en vervloeken, van geweld afgewisseld met wanhopige pogingen om de eenheid te herstellen, was haar toekomst uiterst onzeker.”
Luisteren
Het boek leest als een trein, is goed gedocumenteerd en onderstreept hoeveel politieke en militaire gevolgen theologische debatten hebben gehad. Je vraagt je –achteraf– af of gelovigen niet beter naar elkaar hadden moeten luisteren door in te stemmen met compromisformules. In ieder geval hebben veel theologische geschilpunten kerk en staat verzwakt, zodat de islam als het ware een leeg huis kon vullen.
Boekgegevens
Uit de diepte van de hel. Keizers, bisschoppen, ketters, het verval van het christendom en de opkomst van de islam, Marcel Hulspas; uitg. Athenaeum-Polak & van Gennep; 453 blz; € 27,50.