Kerk & religie

De ongekende tragiek van de Ambonezen in Nederland

Geboren onder de palmboom, maar gestorven onder de appelboom. Zo typeert een jonge Molukse cabaretier de tragiek van zijn Ambonese grootouders. De Molukse kerk in Nederland vierde zaterdag in Houten haar jubileum onder het motto ”Vieren of treuren?”

Klaas van der Zwaag
27 March 2017 08:42Gewijzigd op 16 November 2020 10:09
Jubileumdag Molukse kerken. beeld RD
Jubileumdag Molukse kerken. beeld RD

Op 21 maart 1951 meert de Kota Inten als eerste van de twaalf schepen vol militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) aan in de haven van Rotterdam. Zij moeten het veld ruimen na de dekolonisatie van Indonesië en de opheffing van het KNIL. Jaarlijks staan Molukse kerken nog stil bij dat moment. De militairen arriveren in Nederland zonder ooit afscheid te hebben genomen van hun familieleden op Ambon. Het tijdelijk verblijf groeit uit tot een ballingschap in den vreemde.

De Ambonezen (later Molukkers genoemd) voelen zich in het kille Nederland op alle mogelijke manieren in de steek gelaten. Ze kunnen geen betaald werken verrichten omdat de Nederlandse arbeidsmarkt zich net wat aan het herstellen is. Ook de kerken helpen hen niet om hen uit het isolement te halen. En met de moederkerk op Ambon is er de verhouding verstoord omdat deze kiest voor de onafhankelijke republiek Indonesië en de Ambonezen in Nederland de eigen republiek RMS aanhangen.

Pas in de jaren tachtig verbetert de relatie tussen de Molukse en de Nederlandse kerken. Daar zijn helaas de beruchte treinkapingen aan voorafgegaan. De Nederlandse kerken spreken in een gemeenschappelijke verklaring in 1988 uit dat zij „al te lang hebben gezwegen over het door Molukkers ervaren onrecht en al te lang gewacht hebben met het zoeken van contact met de Molukse kerken in Nederland.”

Vrijplaats

Drs. E. S. Patty uit Amsterdam vertelde zaterdag hoe door de jaren heen de kerk een vrijplaats is geworden waar Ambonezen hun diepste identiteit vinden. Van groot belang is de ontdekking van de eigen Molukse tradities. „Vroeger werd alles weggeworpen als heidendom, maar nu rijst de overtuiging dat als je kerk wilt zijn, je ook in je eigen cultuur moet thuiskomen.” Die trend van contextualisatie is gezet door publicaties zoals ”Piring Natzar” (offerschaal) en ”Tete Nene Mojang” (voorouders), geesteskinderen van het Moluks Theologisch Beraad.

Drs. Patty zegt dat je niet kunt blijven treuren. „Treuren moet een plek hebben en dan pas kun je goed in het leven staan en kom je toe aan vieren. Oneerbiedig gezegd: het gedank voorkomt gejank.”

De predikant gelooft eigenlijk niet in een eigen toekomst van de Molukse kerken, zo drukt hij zich stellig uit. „Onze kerken hebben zich ontwikkeld van een etnische kerk naar een platform waar heel veel mensen zich thuis voelen.” Toch vindt hij het van belang dat de Molukkers hun identiteit niet verloochenen omdat ze een rijke traditie vertegenwoordigen.

Dr. B. Plaisier, oud-scriba van de Protestantse Kerk in Nederland en enkele jaren als zendeling werkzaam geweest in Indonesië, vindt dat er veel verdrongen is tussen de Nederlandse en de Molukse kerken. Hij is niet optimistisch over de toekomst in dit opzicht. „Wij vinden ons nog steeds anders dan vluchtelingen en andere nieuwkomers. We kunnen maar niet loskomen van het verborgen en openlijke superioriteitsgevoel. Kerken zijn vaak zo op zichzelf gericht dat ze de grote verandering in Nederland ten aanzien van de christenemigranten niet opmerken.”

Nieuwe generatie

Er is nu al een zesde generatie van Molukkers in Nederland. Twee broers uit het gezin Timisela die een Moluks cabaretgroep vormen, vertellen hoe zij als jongeren soms moeilijk aansluiting vinden bij een kerkdienst die geleid wordt door de oude garde, onverstaanbaar in taal en gewoonte.

Klopt, zegt de Molukse predikant dr. S. Ririhena desgevraagd. Hij legt uit dat tot de jaren negentig predikanten uit Ambon kwamen. „Ondertussen hebben onze theologen zich anders ontwikkeld, waardoor er een kloof is ontstaan tussen het grondvlak en de leiding van de kerk die nog steeds voelbaar is. Toch zie je de laatste tijd weer een herwaardering van Molukse tradities. Ik ken voorgangers die naar de pinksterkerken zijn vertrokken, maar na hun zestigste jaar weer terugkomen in de Molukse kerken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer