Oudere bestuurder moet meer werk maken van overdracht
Hoe zorgen bestuurders en toezichthouders dat hun werk wordt overgenomen door jongeren? Die vraag zou elke organisatie zich moeten stellen. De tijd dat minveertigers aasden op een bestuursfunctie of ander aardig bijbaantje is voorbij.

Bij sommige instellingen is het echt zoeken naar bekwame mensen. En als ze die gevonden hebben, dan willen deze vaak mensen niet. De enige manier is soms een forse vergoeding aanbieden. Maar of dat nu de motivatie moet zijn?
Tweede probleem is dat de groep die voldoende geestelijke bagage heeft, fors slinkt. In onze moderne cultuur zijn informatie en kennis volop beschikbaar. Internet is daarbij een belangrijk medium. Jongeren zijn zeer bedreven in het opsporen van relevante informatie. Ze nemen daar echter pas kennis van als ze die acuut nodig hebben. Echt eens door een grondleggend boek heenkruipen en zich de inhoud daarvan eigen maken doen ze veel minder. „Er is zo weinig doorleefde kennis”, verzuchtte de befaamde historicus Van Deursen al bijna tien jaar geleden.
Die kennis is echter wel essentieel om identiteitsgebonden organisaties te besturen of daar toezicht op te houden. Waarom is de instelling ontstaan? Wat waren omstandigheden en hoe kwamen de beginselen of uitgangspunten tot stand? En: hoe geef je de oude waarden in onze tijd concreet gestalte?
Het is geen opgave om als oudere over deze situatie een klaagzang aan te heffen. Waar zijn de bevlogen mensen die bereid waren veel van hun vrije tijd te geven om een organisatie van de grond te tillen? Die dat ook nog eens geheel belangeloos deden? Veel bloeiende organisaties met een christelijke, een gereformeerde of een reformatorische identiteit zijn zo ontstaan. Daar plukt de huidige generatie de vruchten van. Enigszins verongelijkt kunnen ouderen dit aan jongeren voorhouden.
Maar gemopper heeft meestal geen positief resultaat. De oudere generatie doet er verstandig aan om te zoeken naar wegen waarlangs jongeren worden gemotiveerd en toegerust om het stokje over te nemen.
Verschillende instellingen en organisaties maken daar ook werk van, door bijvoorbeeld een zomerschool te organiseren waar jongeren een pakket aan inhoudelijke en persoonlijke toerusting wordt aangeboden. Wanneer dat aanbod breed en gevarieerd is, zal dat voor jongeren aantrekkelijk zijn. Essentieel daarbij is dat in het programma de indringende vragen van het leven echt aandacht krijgen.
Willen dergelijke initiatieven slagen, dan zullen leidinggevenden van nu bereid moeten zijn eraan mee te werken en daarbij ook de moed moeten hebben zich kwetsbaar op te stellen. Dat laatste wint de harten van jongeren misschien nog wel meer dan een doorwrocht verhaal over de fijne kneepjes van het leidinggeven.
Ouderen weten dat er een moment komt dat ze moeten terugtreden. De realiteit is dat aan alle werk, ook het bestuurswerk, een einde komt. Dat moet hen motiveren om tijd te steken in de voorbereiding van de overdracht. Anders blijven ze alleen maar mopperen over jongeren die slechts toekijken.