Geopende hemel
Openbaring 1:18b
„En zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen.”
Zalig ben ik, wanneer ik alleen maar „de hemelen geopend zie, en de Zoon des mensen staande ter rechterhand Gods.” Een dierbare Christus op de troon, met de Vader, Die mij wenkt, mij nodigt te komen, mij zegt dat ik lang genoeg op deze aarde geleefd heb. Nog maar enkele ogenblikken, nog enkele doorns en distels, nog enkele heuvels en moeilijkheden, nog enkele worstelingen en een weinig strijd, nog enkele nachten en dagen, nog enkele perioden van strijd en zorgen. „Werp uw zorg op de Heere, en Hij zal u onderhouden.”
Nog enkele beloften die vervuld moeten worden en dan: „Kom.” Dan is er een gezegende verwisseling van een wereld van moeite en verdriet met een wereld van blijdschap en een wereld van gelukzaligheid. Verdrukking, verzoeking en moeite worden verwisseld met de „heerlijkheid, en de eer en de onsterfelijkheid.” En dat alles omdat Jezus leeft, en „leeft in alle eeuwigheid.”
Zie op Hem. Vertrouw op Hem. En verheugt u erin dat Hij Zijn Woord houdt. Hij heeft dat eenmaal gesproken: „Want Ik leef, en gij zult leven.” Amen.
Joseph Irons, predikant te Londen
(”Goddelijke leiding”, 1831)