Nieuw boek over bombardement Rotterdam
Het is niet zo’n denderende gewaarwording wanneer je als schrijver van een veelgeprezen boek na flink wat jaren wordt ingehaald door iemand die zijn boek over hetzelfde onderwerp nog veel beter heeft geschreven en met talloze nieuwe wetenswaardigheden heeft volgestouwd.
Dat gevoel bekroop kij bij het lezen van het boek ”Rotterdam frontstad” van Gerard Groeneveld. Een dikke pil die (evenals mijn in 1970 gepubliceerde en in 2012 heruitgegeven ”Rotterdam Mei ’40”) gedetailleerd vertelt wat zich van 10 tot en met 14 mei 1940 afspeelde aan het Maasfront in Rotterdam. En natuurlijk bij het verwoestende bombardement van de binnenstad dat op die slag volgde. Een eerste exemplaar van het boek van Groeneveld werd vanmiddag aan de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb aangeboden.
In de vroege ochtend van vrijdag 10 mei 1940 was Rotterdam onverwacht de belangrijkste plaats geworden in het krijgsplan waarmee een grote Duitse legermacht Nederland onder de voet wilde lopen, de regering uitschakelen en koningin Wilhelmina in een van haar paleizen vastzetten.
Het Nederlandse leger –dat de Duitse invasie al lange tijd vreesde– had in zijn afweerplannen met van alles rekening gehouden, behalve met de mogelijkheid dat de Duitsers met parachutisten en talloze vliegtuigen vol luchtlandingsinfanterie midden in de Vesting Holland zouden landen, ver achter de traditionele Nederlandse verdedigingslinies. Zo ontstond er een onverwacht heftig strijdtoneel in een stad die in alle vooroorlogse planning juist als de veiligste metropool van het land werd beschouwd en dus grotendeels verstoken was van getrainde en gevechtsklare troepen en krachtige wapens.
Niettemin stuitten de puik opgeleide en modern bewapende Duitse troepen in Rotterdam onvoorzien op grote, ijlings geïmproviseerde weerstand en bleek de Nieuwe Maas algauw een onneembare barrière tussen het door Duitsers bezette Rotterdam-Zuid en de noordoever van de rivier, waarachter het stadscentrum zich bevond.
De verwoesting van Rotterdam op 14 mei 1940 is merkwaardig genoeg al snel in een achterkamertje van het collectieve geheugen terechtgekomen; het heeft zelfs tot in de huidige 21e eeuw geduurd voor die bombardementsdag in Rotterdam een officiële jaarlijkse herdenking kreeg.
Bloedige strijd
Toen ik mij in 1968 serieus begon te verdiepen in wat er in Rotterdam gebeurd was in die meidagen van 1940, bestond er nauwelijks literatuur over – wel waren er ruim twintig boeken over de slag om Arnhem en over de strijd op de Grebbeberg. Mijn boek over Rotterdam werd in 1970 dan ook positief ontvangen. Voor het eerst werd in geschrifte duidelijk, dankzij de getuigenissen van vele tientallen betrokken burgers en militairen –ook Duitse–, welk een bloedige strijd er was geweest in dat voorheen zo vrolijke en vredige Rotterdam, met name op de eerste dag van de aanval, toen tal van Nederlandse en vooral Duitse soldaten sneuvelden, en natuurlijk op de vijfde dag, toen het stadshart in puin werd gegooid.
Met zijn boek ”Rotterdam frontstad” doet Groeneveld die beschrijving nog eens over. De auteur is een 59-jarige neerlandicus die zich al vele jaren verdiept in propaganda en fotografie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Die studie bracht hem zo vaak in contact met Duitse foto’s en documenten over de strijd in Rotterdam (het leek wel of iedere Duitse soldaat behalve zijn geweer ook een fotoboxje meesjouwde) dat hij zich in zijn studie gedurende enkele jaren helemaal op Rotterdam ging richten. Dat leverde hem een macht aan tot dusver onbekende gegevens op.
Een redelijk ingewijde als ik ging tijdens het lezen van Groenevelds boek dan ook keer op keer van verrassing rechtop zitten en stelde keer op keer vast dat Groeneveld een zeldzaam soepele verteltrant heeft, die de lezer permanent bij de les houdt. ”Rotterdam frontstad” is een prachtig boek met een rijkdom aan (vooral Duitse) illustraties.
Ongemakkelijk gevoel
Toch wil ook een paar kritische woorden kwijt. Bij het lezen in het eerste deel van de oorlogsgeschiedenis kreeg ik geregeld een wat ongemakkelijk gevoel door Groenevelds aanhoudende bewonderende beschrijving van de perfectie en onverschrokkenheid van de Duitse soldaten – en de meewarigheid waarmee hij het soms over de verrichtingen van de Nederlanders heeft.
Ook verbaas ik me erover dat hij bij de breed uitgemeten beschrijving van het bombardement op de middag van 14 mei zo afstandelijk blijft ten aanzien van de vraag door wie en waar welke fouten zijn gemaakt. Groeneveld onthoudt zich van een oordeel over enige schuldvraag – of hij heeft dat in zijn tekst goed verstopt.
Voorts lijkt het in de epiloog alsof zijn woorden op zijn. Wat ik ook mis is een korte beschrijving van hoe het met de voornaamste karakters in zijn boek –Nederlanders én Duitsers– verder is gegaan in hun leven. Je hebt een boek lang met hen opgetrokken en opeens zijn ze weg.
Boekgegevens
Rotterdam frontstad, Gerard Groeneveld; uitg. Vantilt, Nijmegen, 2016; ISBN 978 94 600 4258 4; 318 blz.; € 29,50.