Vergrijzing zal toenemen, want vrouwen staken het kinderen krijgen
In bijna alle ontwikkelde landen zal de vergrijzing verder toenemen, stelt Joseph Chamie. Ondanks alle pogingen van de overheid zullen vrouwen niet meer kinderen krijgen.
Volgens gegevens van de federale overheid kende België in 2012 1,7 geboortes per vrouw. In Nederland is het cijfer vergelijkbaar. In verschillende andere landen, zoals Duitsland, Italië, Japan, Polen, Singapore, Zuid-Korea en Spanje, is het gemiddelde vruchtbaarheidsniveau gedaald tot net iets meer dan één kind per vrouw, veel lager dan het vervangingsniveau van twee kinderen.
In 83 landen, die samen bijna de helft van de wereldbevolking uitmaken, hebben vrouwen gemiddeld minder dan twee kinderen. In ten minste 48 landen zal tegen de helft van deze eeuw de populatie gekrompen zijn en zal de vergrijzing er enkel maar zijn toegenomen.
Als de vruchtbaarheidsgraad van 1,4 geboortes per vrouw in bijvoorbeeld Japan aanhoudt, zal de huidige bevolking van 127 miljoen Japanners gedaald zijn tot 64 miljoen in 2100. Daarbij zal meer dan 40 procent van de Japanners 65 jaar en ouder zijn. Als het vruchtbaarheidspeil onveranderd blijft, zullen we dezelfde demografische patronen zien in landen zoals Duitsland, Italië en Rusland.
De demografische trends van de laatste vijf decennia tonen aan dat als de geboortes eenmaal beneden het vervangingsniveau zitten, ze daar ook blijven, zeker als we spreken over minder dan 1,6 geboortes per vrouw. Zelfs als er op een zeker moment toch meer kinderen worden geboren, blijft het aantal vrouwen in hun vruchtbare jaren te klein om de populatie opnieuw te laten groeien.
Vaderlandsliefde
In een poging het tij te keren hebben sommige overheden waaronder die van Duitsland, Italië, Japan, Rusland, Singapore en Zuid-Korea, inspanningen gedaan om hun inwoners ertoe aan te zetten opnieuw meer kinderen te krijgen. Recent besloot China bijvoorbeeld om zijn eenkindpolitiek te wijzigen en twee kinderen per koppel toe te staan.
Ondanks lokale inspanningen, zoals een verhoging van de kinderbijslag en initiatieven zoals de nationale conceptiedag, een familienacht, ‘liefdescruises’, financiële stimulansen, een opwaardering van het moederschap, oproepen tot vaderlandsliefde en burgerplicht, zijn overheden er niet in geslaagd om de vruchtbaarheid van hun landgenoten te doen toenemen en vrouwen ertoe te brengen om meer kinderen te krijgen.
Daar zijn verschillende redenen voor te geven. Zo heeft het huwelijk als gewaardeerd sociaal instituut voor velen afgedaan en zijn nieuwe, minder bindende samenlevingsvormen meer aanvaard, evenals echtscheidingen. Ook wordt het huwelijk niet meer alleen gezien als een middel om zich te kunnen voortplanten.
Verder is het aantal geboortes gekelderd doordat vrouwen veel meer kansen hebben om een opleiding te volgen, te werken en financieel onafhankelijk te worden. Bovendien hebben voorbehoedsmiddelen ervoor gezorgd dat vrouwen een zwangerschap kunnen uitstellen of voorkomen.
Kinderloos
In ontwikkelde landen, met name in Europa, is 10 procent van de veertigjarige vrouwen kinderloos. In Duitsland, Italië en Nederland is dat zelfs bijna 20 procent. Steeds meer jonge vrouwen kiezen eerder voor een carrière en persoonlijke ontwikkeling dan voor een gezin. Soms raken ze na jaren gewend aan hun leven met een hoge sociale en economische status en de onbeperkte vrijheden en bergen ze hun eventuele kinderplannen op latere leeftijd alsnog op.
Vrouwen geven ook aan dat ze soms beslissen om geen kinderen te nemen omdat ze geen geschikte partner vinden: een partner die dezelfde waarden op het vlak van opvoeding deelt en bereid is om zijn aandeel in het huishouden te leveren. Ook denken veel jonge mensen dat ze niet zullen rondkomen met één inkomen, waardoor ze afzien van het krijgen van kinderen en alle kosten die daaraan verbonden zijn.
Werkende moeder
Moeders zijn tegenwoordig niet meer eenvoudigweg moeder, maar werkende moeders. Daarom is het gebrek aan goede opvangmogelijkheden en ondersteuning een veel geziene reden om niet aan een tweede kind te beginnen.
Bovendien nemen vrouwen het niet dat overheden zich mengen in hun persoonlijke vrijheden en keuzes. Vrouwen willen niet opnieuw aangemoedigd worden om thuisblijfmoeder te worden, en verwachten dat ook mannen aangespoord worden om die taak eventueel op zich te nemen.
In ontwikkelde landen maken vrouwen en mannen zich ten slotte ook zorgen over de dreiging van de wereldwijde overbevolking en de schadelijke gevolgen daarvan voor het milieu. Ze zijn ervan overtuigd dat de wereld een betere en meer duurzame plek wordt met minder geboortes en een afnemende bevolking.
Het lijkt heel onwaarschijnlijk dat overheden het tij zullen kunnen keren. Vrouwen in landen waar het aantal geboortes nu laag liggen, zijn niet bereid om opnieuw in de rol te stappen waarin ze hun moeders en grootmoeders zagen. De kans dat het vervangingsniveau in deze landen ooit nog gehaald wordt, is dan ook zeer klein.
De auteur is onafhankelijk adviseur-demograaf en voormalig directeur van de bevolkingsdivisie van de Verenigde Naties.