De bezinning op het navolgen van Christus is daarom van groot belang. zei de hoogleraar christelijke identiteit in maatschappelijke praktijken. „Het moet gaan Christus in ons leven en wat dat betekent.”

Prof. Kuiper verzorgde zaterdag de openingslezing op de schooldag, tijdens de morgenbijeenkomst in de Broederkerk. Voor een gehoor van zo’n vijfhonderd mensen leidde hij het thema ”Navolging en wij” in. Aansluitend waren er workshops over navolging en identiteit, verzorgd door TUK-docenten en sprekers uit de kerken en maatschappelijke organisaties.

De radicaliteit van de navolging van Christus moet niet worden wegverklaard of vergeestelijkt, stelde prof. Kuiper in navolging van Herman Bavinck (1854-1921). In een „prachtig opstel” zegt deze dat „Jezus ons toewijding aan God leert, en dáárin vraagt hij radicaliteit.” Christus Zelf leerde de discipelen het belang van vertrouwen op God, aldus prof. Kuiper. „Zo moeten ook wij op een nieuwe manier leren geloven, niet in of op de wet, maar in de Persoon die ons voorgaat.”

Om Christus zo te volgen is een nieuw leven belangrijk, vervolgde de hoogleraar. „Jezus zoekt ons en vraagt wie wij zijn voor Hem. Het gaat bij Hem niet om iedereen behalve jou. Als je zo denkt heb je een Evangelie met een gat er in. We moeten zoals Luther het zegt, de genadige ruil maken. Alles van onszelf loslaten, opdat we alles uit Zijn genade ontvangen. Daaruit ontstaat nieuw leven.”

Net als iedere docent verwacht ook Jezus dat Zijn leerlingen vruchten laten zien van het onderwijs dat ze hebben ontvangen, aldus prof. Kuiper. „Wie in verbinding staat met Jezus zoals een wijnrank met zijn stam, draagt vrucht.” Hij verwees naar een schrijver uit de derde eeuw, die signaleerde dat christenen in de samenleving opvielen door de liefde tot anderen die ze betoonden. „„Wat de ziel is in het lichaam, dat zijn christenen in de wereld”, stelde deze auteur”, aldus prof. Kuiper.

Na de hemelvaart was voor het wandelen met Jezus voor de discipelen voorbij, aldus prof. Kuiper. Op dat moment moesten ze hun leerschool in de praktijk gaan brengen. Hij citeerde opnieuw Bavinck, die stelde: „De leerschool is als wij kijken naar Jezus. En de praktijk: als Jezus kijkt naar ons.” Prof. Kuiper: „Na hemelvaart worden de leerlingen uitgezonden, in navolging van Christus, die kwam om de wereld te verlossen.”

In die navolging ontstaat een antwoord op het individualisme in kerk en samenleving, omdat christenen elkaar opzoeken, door het werk van Geest. „We hebben elkaar nodig in een weg van liefde, kruisdragen en herstel.”

De TUK speelt in toenemende mate in op vragen om toerusting van de achterban in het staan in de wereld, stelde rector prof. dr. M. te Velde. De „klassieke benadering waarbij alles gericht is op het opleiden van predikanten, wordt omringd door een rand van mensen die ingaan op vragen die het leven van de gemeenteleden in praktische zin raken.” Daarbij zoekt de instelling samenwerking met anderen, aldus de rector.

Desgevraagd stelde prof. Te Velde dat het voor de TUK noodzakelijk is om meer samen te werken met andere onderwijsinstellingen. Daarbij lijkt een volledige fusie met een andere universiteit niet direct meer voor de hand te liggen, stelde hij. „We hopen dat we instellingen bijeen kunnen brengen, niet zozeer in instituten, maar in allianties of consortia waarin we meer kunnen betekenen voor de kerken en de samenleving en, daar komt het op aan, onze God kunnen eren.”