Kerk & religie

Prof. De Knijff: Gedachte dat alles materie is, holt mens-zijn uit

AMSTERDAM. De gedachte dat alles materie is, ook de menselijke geest, holt de cultuur en het echte mens-zijn uit en kan op den duur tot grote rampen leiden.

Van onze verslaggever
28 March 2014 22:35Gewijzigd op 15 November 2020 09:42

Dat zei prof. dr. H. W. de Knijff vrijdag op een symposium aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De bijeenkomst, georganiseerd door de vakgroep Beliefs van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), was gewijd aan het jongste boek van de emeritus hoogleraar dogmatiek en ethiek, ”Tegenwoordigheid van geest als Europese uitdaging. Over secularisatie, wetenschap en christelijk geloof”, dat begin vorig jaar verscheen.

In zijn boek betoogt prof. De Knijff dat de moderne mens leeft in een voortdurende spanning tussen twee werelden: een van algemeen aanvaarde, wetenschappelijke en ‘objectieve’ kennis enerzijds en een van bijna willekeurige en persoonlijke ‘subjectieve’ ervaringen anderzijds. Hij ervaart de wereld niet meer als een zinvol samenhangend geheel, maar als technisch beheersbare materie. Daardoor lukt het hem niet meer om met „tegenwoordigheid van geest” in het leven te staan en zich de wereld om hem heen persoonlijk „toe te eigenen.”

Het ontstaan van die spanning herleidt de hoogleraar tot ontwikkelingen binnen de wetenschappen, die steeds meer seculariseerden en God methodisch buitensloten. Daardoor was het „bindmiddel” van de samenleving weg en werd bijvoorbeeld het beroep tot een „functie”, de politiek tot een anonieme macht en de vriendschap tot een „netwerk.”

De Knijff wijst als voorbeeld van dat proces op het boek ”Hoe God verdween uit Jorwerd” van Geert Mak. Dat laat volgens hem op kleine schaal zien hoe in korte tijd een boerendorp waar alles zijn plek had, uiteenviel door de opkomst van de techniek. De kerk liep leeg en de bid- en dankdagen maakten plaats voor allerlei machines en beheersingstechnieken. „In een halve eeuw verdween er zo veel, dat men wel van een soort herdefinitie van het mens-zijn kan spreken.”

Prof. dr. G. C. den Hertog, hoogleraar ethiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), toonde zich verheugd over de studie van De Knijff. „Dit prachtige boek leest als een hartenkreet. Er dient iets te gebeuren. De menselijke geest dreigt zichzelf om zeep te helpen.” Hij stelde echter wel de vraag of De Knijff voldoende gepeild had hoe Geert Mak zelf het door hem geschetste proces waardeerde. „Mak gelooft zelf niet of niet meer dat alles maakbaar is.”

Dat wijst er volgens prof. Den Hertog op dat „er in het geleefde leven nog meer speelt” dan alleen de tegenstelling tussen afhankelijkheid en maakbaarheid: „Valt in de moderne literatuur niet ook een grote verlegenheid met de vragen van schuld en vergeving te beluisteren?”

Prof. De Knijff pleit er ook voor om de natuurwetenschappen vanuit een geesteswetenschappelijke samenhang te bezien, om te voorkomen dat het ideaal van exacte meetbaarheid aan alle andere wetenschappen wordt opgelegd. De Leidse hoogleraar natuurkunde prof. dr. Gerard Nienhuis reageerde dat natuurkunde alleen over natuurwetten gaat en dat de menselijke geest daar vervolgens pas betekenis aan toekent. Dat was voor De Knijff echter te weinig: „Ik pleit juist voor een meer integrale samenhang. Anders heb je uiteindelijk toch onvoldoende verweer tegen de gedachte dat alles materie is.”


Lees ook: Boek dr. De Knijff: Moderne mens leeft in gescheiden werelden

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer