Predikanten ontdekken tijdens cursus geheimen van oude kerken
Details in een protestantse kerk spreken vaak boekdelen. Over de geschiedenis van het bedehuis, maar ook over de plaats waarin zo’n gebouw staat. Tijdens een nascholingsbijeenkomst voor predikanten doet de Groninger docent Justin Kroesen er alles aan om de waarde van historische kerkgebouwen te benadrukken.
Bij liturgische vernieuwingen in de afgelopen honderd jaar verdwenen ze in groten getale: doophekken, wanden tussen kerkschip en -koor, oude banken en tekstpanelen. Een voor een komen de voorbeelden voorbij op een scherm, terwijl Justin Kroesen (38), universitair docent kunstgeschiedenis van het christendom aan de faculteit godgeleerdheid en godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen, commentaar geeft. „De liturgische beweging is vanaf 1930 als een stoomwals door oude kerkinterieurs gegaan. Er is ontzettend veel verdwenen. Historische houten koorhekken zijn zelfs letterlijk in rook opgegaan.”
Acht predikanten luisteren geboeid. Af en toe is er lichte ontzetting merkbaar. Maar ook pragmatisme. „Als er nooit iets kan veranderen in een interieur, zou ik me als predikant opgesloten voelen in een kerk”, zegt ds. B. Diemer uit Bedum.
Toch doet het bestuderen van de inrichting van kerken iets met de voorgangers. „Ik ga mijn kerk met andere ogen bekijken”, zegt ds. A. Bruin uit Hoogkerk.
Bewustzijn kweken van de waarde van protestantse kerkinterieurs is precies wat Kroesen voor ogen staat. De cursus over dit onderwerp die hij dit najaar organiseerde, heeft voor de docent daarbij een belangrijke functie. „In het verleden zijn er mede door onkunde fouten gemaakt. Enerzijds is een kerkinterieur er in de eerste plaats om te gebruiken, niet louter om te conserveren. Daarbij mag best een wijziging worden doorgevoerd. Maar deskundigheid voorkomt dat daarbij onvervangbare elementen verdwijnen.”
De eendaagse cursus heeft plaats in een zaaltje van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Groningen. Aan het eind van de dag gaat de groep de Der Aa-kerk vanbinnen bekijken. Kroesen: „Ik ga graag op excursie met groepen. Ook met studenten ga ik regelmatig kerken bekijken. Er is zo veel te zien in Nederland. Kerken zijn een soort tijdcapsules waarmee je al snel acht eeuwen terug kunt gaan in de geschiedenis.”
Middeleeuwen
Tijdens de cursus besteedt Kroesen bijna een hele morgen aan het middeleeuwse kerkinterieur. Niet alleen is dat een van zijn specialismen. Ook is het voorreformatorische interieur in Nederland onbekend, meent de docent. „Bijna overal zijn kerkinterieurs van voor de Reformatie verdwenen of aangetast. Wel zijn er in veel kerken nog restanten aanwezig.” Kroesen presenteert voorbeelden van doopvonten, altaren, altaarstukken en nissen die dienden voor het bewaren van de hostie of juist om de handen te wassen na de mis. Ook koorafscheidingen passeren de revue. „Neem bijvoorbeeld Rhenen. In de Cunerakerk is een prachtige tribune tussen schip en koor bewaard gebleven. Ook staat er nog een priesterbank uit de tijd van de renaissance.”
Bij door de Beeldenstorm beschadigde liturgische elementen is vaak een blik over de landsgrenzen nodig om goed te kunnen duiden waarvan restanten in Nederlandse kerken afkomstig zijn, aldus Kroesen. Hij toont veel beelden van lutherse kerken in Oost-Friesland. Daarin zijn altaarstukken bewaard gebleven die in Nederland verdwenen. „Qua cultuur vormde dit gebied in Duitsland een eenheid met het vlakbij gelegen Groningen. Je kunt veilig aannemen dat veel van wat daar te zien is, ons toont hoe oude Groninger kerken er vroeger vanbinnen uitzagen.”
Oude prenten helpen ook, bijvoorbeeld van de Vlaamse schilder Pieter Brueghel. Kroesen laat een tekening zien die uitbeeldt hoe in een volle kerk gepreekt, de mis opgedragen en gedoopt wordt. „Dat gebeurde soms gelijktijdig. Zo’n prent laat zien op welke manier kerken in de Nederlanden en daarbuiten tot in de 16e eeuw gebruikt werden.”
Liturgische opbouw
Met afbeeldingen van bijvoorbeeld de hervormde kerk in Noordbroek illustreert Kroesen hoe gewelfschilderingen in bedehuizen van het binnenkomen tot het bereiken van het koor een liturgische opbouw vertonen. „Bij binnenkomst zie je een schildering van de zondeval en van de doop van Jezus in de Jordaan. Het centrale thema is: zonde en verlossing. Dan volgt Christoforus, een beschermer tegen plotselinge dood. In de kruising van de kerk bevindt zich de overgang naar het koor. Daar zijn afbeeldingen van de evangelisten te vinden. Bij het koor is het laatste oordeel afgebeeld, waarna uiteindelijk Christus als de man van smarten te zien is boven het altaar.”
Deze liturgische opbouw was niet uniek voor Nederland. „Van Portugal tot Finland vond je in de 14e eeuw in grote lijnen één soort kerkinrichting, met natuurlijk regionale verschillen. De Reformatie vormde een breekpunt, waarbij Nederland een eigen stijl ging ontwikkelen. Het beroemdst zijn de 17e-eeuwse interieurs van bijvoorbeeld de Oude Kerk in Amsterdam of de hervormde kerk in Krewerd. „Daar is goed te zien hoe alle aandacht uitgaat naar de Woordverkondiging. Het koor van de kerk vervult vaak nog slechts een bijrol.”
Breuk
Dat het protestantisme in kerkinterieurs een breuk vormt met het verleden is ontegenzeggelijk waar, aldus de docent. „Kerkinterieurs bewijzen echter dat het daarna niet zo was dat het volk veel te zeggen kreeg. Juist in Noord-Nederland zien we in veel kerken terug hoe de adel na de Reformatie de kerk ging beheersen. Deze benoemde predikanten en schonk bijvoorbeeld een nieuw orgel. Maar ook eiste de adel op veel plaatsen het koor van de kerk op voor onder meer grafmonumenten.”
Opvallend is het volgens Kroesen hoe op die manier via een achterdeur oude roomse interieurstukken terugkeerden. „Het praalgraf van Willem van Oranje in Delft vertoont opvallende overeenkomst met altaaroverhuivingen, zoals je die in Italië nog kunt vinden. En het grafmonument van Michiel de Ruyter in de Nieuwe Kerk in Amsterdam toont drie panelen met afbeeldingen. De vormgeving lijkt geënt te zijn op altaarstukken, die voor de Reformatie in het koor stonden.”
De beroemde preekstoel in dezelfde Nieuwe Kerk bewijst dat ook na de overgang van Amsterdam naar het gereformeerde christendom, afbeeldingen in de kerk in zwang bleven. „Er staan dan geen heiligen meer op, maar bijvoorbeeld de vier evangelisten of uitbeeldingen van de christelijke deugden.”
De cursisten raken enthousiast bij het zien van de tientallen kerkinterieurs. Onderling wordt voortdurend uitgewisseld in welke van de bedehuizen die langskomen ze ooit gepreekt hebben. „Opvallend is dat na de Reformatie op veel plaatsen de liturgische functie van het koor op die manier deels intact bleef. Op sommige plaatsen is het nog gewoonte om het avondmaal in het koor van de kerk te bedienen.”
Deskundigen
Ds. P. Beintema, gemeenteadviseur bij de Protestantse Kerk in Nederland, denkt dat veel kerkbestuurders baat kunnen hebben bij scholing zoals de RUG die organiseert. „Ik heb veel fusies begeleid van hervormde en gereformeerde kerken in Friesland. Bijna altijd vallen daarbij besluiten over de toekomst van kerkgebouwen. Het afstoten van een kerk heeft meestal tot gevolg dat het interieur verandert. Dat geldt zowel de kerk die verkocht wordt –meestal sobere gereformeerde gebouwen– als de oude hervormde dorpskerken die geschikt moeten worden gemaakt om een fusiegemeente in onder te brengen. Daarbij verwijs ik graag naar deskundigen op het gebied van kerkbouw, maar de meerwaarde van deze cursus is dat je tenminste weet waarop je moet letten.”
Kroesen kan niet genoeg benadrukken dat interieurs van oude kerken veelal geen allegaartje vormen, maar een historisch gegroeid evenwicht laten zien. „Ik spreek graag over protestantse ensembles. De 17e-eeuwse inrichting van kerken is vaak heel uitgebalanceerd en soms sindsdien ook niet meer gewijzigd. Voor kerkbesturen is het van belang om dat in te zien. Een ogenschijnlijk noodzakelijke verandering kan dat evenwicht verstoren. Bovendien zijn er vaak alternatieven denkbaar die niet het hele interieur op de kop zetten. Een dooptuin bijvoorbeeld kan in de weg staan. Maar het demontabel maken van zo’n hek om de preekstoel is in mijn ogen een betere oplossing dan het rücksichtslos verwijderen ervan.”
Tekst en beeld
Bij de afsluitende rondleiding in de Der Aa-kerk wijst Kroesen op elementen die de overgang van rooms naar protestants gebruik markeren. „Op de zuilen in het koor zijn Bijbelteksten aangebracht. Dat is tien jaar na de Reformatie gebeurd, in 1604. De tekst komt uit de Deux-aesvertaling. Maar op de plaats waar de teksten zijn aangebracht, hingen kort daarvoor nog heiligenbeelden. Veel Groningers zullen zich destijds dat nog hebben herinnerd. Niet alleen werd de heiligenverering afgeschaft. Ook veranderden liturgische elementen van visuele in tekstuele. Het ging voortaan om het Woord.”