Commentaar: Den Haag ruziet over het merk brandspuit
Iedereen beseft dat onze verzorgingsstaat kreunt aan alle kanten. Het stelsel van sociale voorzieningen zucht onder de ernstige financieel-economische crisis.

Jarenlang sprong de overheid bij als mensen niet of minder goed voor zichzelf konden zorgen. Dat wordt steeds moeilijker. Enerzijds komt dat door de vergrijzing, anderzijds doordat het overheidsinkomen daalt.
Iedereen weet ook dat de situatie de komende jaren niet zal verbeteren. Mocht de economie weer uit het dal kruipen dan zal de groei, volgens veel deskundigen 1 à 1,5 procent bedragen. Dat is niet voldoende om de verzorgingsstaat op het peil te houden zoals we dat jarenlang hadden.
Duidelijk is dus dat hervorming van het stelsel onontkoombaar is. Dat dit moeilijk is, weet iedereen. Dat elke burger daarvan pijn zal ondervinden, is helder. Probleem is echter dat individuele burgers en doelgroepen vooral kijken naar de buren. Daar moet vooral bezuinigd worden en vooral niet bij henzelf.
Het is nog enigszins verklaarbaar dat burgers zo redeneren. Ieder let immers vooral op zijn eigen portemonnee. En het is heel wat anders om in het algemeen te zeggen dat we met elkaar op te grote voet hebben geleefd, dan te stellen dat men dat zelf heeft gedaan.
Bovendien zijn er groepen die werkelijk geen alternatieven hebben. Denk aan gehandicapten, chronisch zieken en bepaalde groepen bejaarden. Zij hebben geen alternatief dan geld te krijgen van de sociale voorzieningen. Zij hebben dus geen keus.
Als het gaat om bezuinigingen en om hervorming van de verzorgingsstaat is het eigenlijk ook teveel gevraagd om dergelijke beslissingen bij de burger neer te leggen. Zij missen het totale overzicht en zijn daarom niet in staat goede afwegingen te maken.
Politici hebben daarentegen wel de taak om ingrijpende keuzes te maken. Daarbij speelt natuurlijk mee dat ze dit doen op grond van hun eigen program en dat ze daarbij de belangen van hun kiezers zeker laten meewegen.
Het trieste is echter dat in Den Haag nog steeds de eigen belangen en het eigen politieke succes teveel meespelen bij het uitstippelen van het beleid. Dat leidt tot een ernstig verlies aan daadkracht die juist in onze tijd zo ontzettend hard nodig is.
Zo ongeveer elke volksvertegenwoordiger roept op dit moment moord en brand over de financieel-economische situatie. Als een brandweerbrigade staat het complete parlement paraat. Maar elke fractie wijst naar een ander merk brandspuit. Ondertussen woedt de brand voort.
Van veruit de meeste parlementariërs kan gezegd worden dat het mensen zijn met een goed verstand. Maar ontbreekt nu werkelijk de wijsheid en de innerlijke kracht om over de eigen schaduw heen te stappen en samen de handen aan de ploeg te slaan? Inderdaad kan dat betekenen dat de brandspuit van het merk dat men zelf graag heeft, niet gebruikt wordt. Maar als men lang blijft ruziën over de beste brandspuit, is ondertussen het hele bouwwerk afgebrand. Dat kan niet de bedoeling zijn van de vroede vaderen die geroepen zijn het belang van land en volk te dienen.