Kindercyberseks groeiend probleem in arme landen
Steeds meer kinderen in arme landen worden slachtoffer van cyberseks met westerse pedofielen. Hans Guijt bepleit een brede samenwerking van overheden, justitie, providers en financiële instellingen om dit aan te pakken.

Enkele weken geleden werd in Amerika een groot internationaal kinderpornonetwerk opgerold. Ook in de Filipijnen werden verdachten aangehouden. De meeste arrestaties vonden plaats in de Verenigde Staten. De bijna 200 verdachten legden meestal contact met de kinderen in de leeftijd van 7 tot 14 jaar via sociale media, zoals Facebook. Het is een trend dat vooral in arme landen kinderen slachtoffer worden van cyberseks.
Tenminste, dat is de manier waarop wij er in het Westen tegen aankijken. Een rondgang die ik onlangs maakte door de havengebieden en achterbuurten van de Filipijnse stad Cebu laat een andere werkelijkheid zien. In dit soort troosteloze gebieden worden kinderen gedwongen om voor 10 peso –nog geen 20 eurocent– seks te hebben met hun klanten. Ze kunnen niet anders, want de armoede in de sloppenwijken van de stad is hemeltergend.
Eigenlijk is er volgens deze kinderen maar één route naar een betere toekomst: een rijke westerling aan de haak slaan via internet. Cyberseks is daarvoor de aangewezen weg. Contact met een rijke Amerikaanse pedofiel is zo geregeld. Misschien niet zo prettig, maar in hun ogen nog altijd beter dan de rauwe werkelijkheid van geweld en verkrachting waarmee straatprostitués te maken hebben.
De combinatie van grote armoede, de beschikking over internet en de niet-aflatende vraag van met name westerse pedofielen leidt tot ernstige excessen waarvan jonge kinderen het slachtoffer zijn. De houding van veel ouders is een complicerende factor. Velen zijn geneigd het niet zo erg te vinden, omdat hun kinderen niet fysiek worden misbruikt.
Een belangrijker reden is dat ouders makkelijk geld kunnen verdienen. Ook voor hen is het een snelle weg uit de armoede. Met dank aan financiële instellingen zoals Moneygram en Western Union betaalt een westerse pedofiel binnen tien minuten bedragen tussen de 20 en de 200 euro. Geld dat wordt verdeeld over lokale seksbazen, ouders, het kind, maar ook aan de politie om een oogje dicht te doen.
Deze problematiek beperkt zich niet tot de Filipijnen. Ook in andere arme landen in de regio zoals Thailand en Cambodja –maar ook in Afrika en Zuid-Amerika– is de kans groot dat cyberseks zich als een olievlek verspreidt. Banken, providers en sociale media kunnen allemaal een belangrijke rol spelen in het terugdringen van kindercyberseks. Zij moeten hun verantwoordelijkheid nemen en foute klanten uit hun systemen weren.
Maar er moet meer gebeuren om niet te blijven steken in symptoombestrijding. Om de diepgewortelde mentaliteit en valse hoop op een betere toekomst te veranderen is een tweeledige aanpak vereist. Enerzijds moeten daders op alle mogelijke manieren vervolgd worden. Daarnaast moeten we inzetten op directe armoedebestrijding, scholing, onderwijs en voorlichting. Alleen dan kan sprake zijn van een succesvolle strijd tegen kindercyberseks.
De auteur is hoofd programma’s bij Terre des Hommes.