Brieven uit de Arbeidsdienst in 1944 gepubliceerd
Hard werken en zware discipline, maar voldoende eten. Dat laatste was niet de enige reden waarom jongeren tijdens de oorlog toetraden tot de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD). Ze hoopten daarmee ook tewerkstelling in Duitsland te ontlopen.
In de geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog kreeg de NAD relatief weinig aandacht, totdat Willem F. van Breen in 2004 ”De Nederlandsche Arbeidsdienst 1940-1945. Ontstaan, opkomst en ondergang” publiceerde. Hij nam er documenten over zijn eigen diensttijd bij de NAD in op.
NAD’er Henk Schoenmaker had ook altijd nog eens een boek over de oorlog willen schrijven, maar het is er niet van gekomen. In zijn nalatenschap zijn in 2010 de brieven aan en van zijn moeder aangetroffen. Die zijn nu gebundeld. Citaten uit andere boeken zijn eraan toegevoegd.
Aanvankelijk bestond de NAD uit vrijwilligers, maar op 1 april 1942 werd hij verplicht gesteld voor alle jongemannen van 18 tot 23 jaar. Schoenmaker was een van de tienduizenden mannen die werden opgeroepen. Ze deden veel graafwerk en hielpen soms bij het oogsten.
Als 19-jarige Rotterdamse jongeman vertrok Schoenmaker in januari 1944 naar het kamp in Overloon. Hij bleef in de Arbeidsdienst totdat die na dolle dinsdag (5 september 1944) werd ontbonden.
Schoenmaker schreef over het werk, het kampleven, de aanhoudende tucht en de voortdurende zoektocht naar eten. „Maak U vooral niet ongerust.” Zelf was hij dat echter wel, en dat klonk in zijn brieven door.
Boekgegevens
”Ik had het liever voor het leger gedaan. Brieven uit de Nederlandse Arbeidsdienst januari-oktober 1944”, door Henk Schoenmaker; uitg. Aspekt, Soesterberg; 2012; ISBN 978 94 615 3134 6; 131 blz.; € 18,95.