Onderwijs & opvoeding

Jaap Bönker herinnert moslims aan hun plek in Abrahams huis

De Arabische wereld is hem op het hart gebonden. Jaap Bönker snapt er niets van dat christenen niet in groten getale uitgaan om Ahmed het Evangelie te brengen.

Jacob Hoekman

13 April 2012 20:23Gewijzigd op 14 November 2020 20:29
De Arabische wereld is hem op het hart gebonden. Jaap Bönker snapt er niets van dat christenen niet in groten getale uitgaan om Ahmed het Evangelie te brengen.  Foto RD, Henk Visscher
De Arabische wereld is hem op het hart gebonden. Jaap Bönker snapt er niets van dat christenen niet in groten getale uitgaan om Ahmed het Evangelie te brengen. Foto RD, Henk Visscher

Een anoniem pand in Andijk dient als kantoor van de Arabische Wereld Zending (AWZ), sinds anderhalf jaar onderdeel van zendingsorganisatie Pioneers. Wie door een garage naar binnen gaat en een deur met het bordje ”kantoor” opent, treedt een andere wereld binnen. Aan muren en deuren hangen kaarten van het Midden-Oosten. Op tafels en op de grond staan tientallen oosterse voorwerpen, variërend van een oude wijnzak tot een heuse ezelskaak.

Jaap Bönker (58), directeur van de Nederlandse tak van de AWZ, heeft het allemaal door de douane weten te loodsen. Hij grinnikt. „In Tel Aviv vroeg een dame van de douane of ik wapens bij me had. Dat ligt eraan, zei ik. Voor Simson was een ezelskaak een geducht wapen.”

Maar er zijn nog sterkere strijdmiddelen. Het ultieme wapen dat Bönker hanteert, is de Bijbel. Hij wil Gods Woord relevant maken voor iemand in Gaza, voor iemand in Bahrein. „Ik heb in mijn leven zo veel rust en vrede ervaren. Dat gun ik moslims ook.”

Komt u wel eens moslims tegen die ook vrede uitstralen?

„Ja, regelmatig.”

Vindt u dat verwarrend?

„Niet meer. Ik praat er met hen over. Ik kom moslims tegen die met veel liefde praten over Jezus. Dan denk ik: Je zit er maar een tiende, een honderdste millimeter vandaan. Vroeger wilde ik hen dan over de streep trekken. Ik wilde hun het Evangelie door de strot duwen. Nu is het makkelijker voor me geworden om dat aan de Heere God over te laten. Ik ben er wel achter gekomen dat ik mensen niet tot bekering kan brengen.”

Hoe bent u daarachter gekomen?

„Tijdens de weg die ik heb afgelegd. Achteraf zie je de dingen vaak helderder. God is het Die de doorslag geeft. Het is ook God geweest Die bij mij het licht heeft doen laten schijnen – zeg ik dat mooi zo? Het heeft altijd met openbaring te maken als iemand gaat geloven; woorden kunnen dat niet.”

Dat bleek wel in Bönkers eigen leven. Als jongvolwassene had hij lak aan het Evangelie. „Mijn vrouw Renske en ik zijn in de kerk getrouwd voor de foto’s, verder zei de hele kerk ons niets.”

Samen bezocht het stel „prikkelende” feesten. „Wat er tussen ons was, gleed langzaam maar zeker weg. Toen we twee jaar getrouwd waren, zeiden we: Als dit zo doorgaat, zijn we binnenkort uit elkaar.”

Maar het ging niet zo door. Het stel werd uitgedaagd mee te doen met een Bijbelstudie­groep. Ze hapten toe. Jaap voelde zich voor een keus gesteld. „Ik dacht: Ik ontkracht de Bijbel wel even. Maar toen ik voor het eerst serieus ging lezen, ging ik onderuit. Tegenargumenten had ik niet. Dus ging ik ervoor. Radicaal. Zo zit ik in elkaar.”

Radicaal was ook zijn overtuiging dat hij in de christelijke wereld moest gaan werken. „Vanaf het eerste moment dat ik geloofde, was ik daarvan overtuigd. Ik kan dat niet uitleggen, ik wist het gewoon.”

Die laatste zin gebruikt hij vaker. Woorden heeft hij dan niet, maar hij weet wel zeker dat het zo is. Op een sollicitatie­gesprek bij de christelijke hulporganisatie Dorcas in Andijk was dat net zo. De directie moest een keuze maken tussen hem en een andere kandidaat. „Ik ga het worden, zei ik tegen die mensen achter de tafel. Dat vonden ze waarschijnlijk nogal pedant. Maar ik wist het gewoon.”

Hij werd het. Maar jaren later eindigde de baan in een heftig conflict. Voor Bönker was die ervaring mede aanleiding om met anderen een boek te schrijven over manipulatie door christelijke leiders. „Het werd helaas een bestseller. Heel veel mensen herkennen de problemen die we erin benoemen.”

Wat voor soort mensen moet oppassen dat ze anderen niet manipuleren?

„Mensen die aanbeden worden. Dat zie je veel in de christelijke wereld. De vraag is: hoe ga je daarmee om? Ik denk nu dat het ook veel met narcisme te maken heeft. En daarnaast moet je gedreven zijn; je moet een bepaald doel voor ogen hebben.”

Gedreven bent u ook.

„Ja, daardoor botste het zo bij Dorcas: er waren twee karakters in het spel die op elkaar leken. Ook ik heb fouten gemaakt. Maar dan nog moet het mogelijk zijn om zakelijk met elkaar om te blijven gaan, op een open en eerlijke manier. Hoe ik eruit ben gewerkt, dat was niet open, maar achter­baks. En dat doet pijn.”

Bent u narcistisch?

„Nee, dat geloof ik niet. Ik zorg er bewust voor dat ik mensen om me heen heb die me tegenspreken, die mij mijn tekort­komingen laten zien. En gelukkig heb ik een vrouw die me af en toe flink de grond in boort.” Hij lacht uitbundig.

Wat zijn uw tekortkomingen in de omgang met anderen?

„Mijn gedrevenheid.”

Dat is geen tekortkoming.

„Nee, maar door die gedrevenheid loop ik soms te snel. Het is lastig om van jezelf 
te zeggen dat je een visionair bent, maar 
ik heb altijd plannen. Vroeger al was ik 
5 meter vooruit op anderen.”

Je hoort nogal eens dat een visionair in de regel geen goede directeur is.

„Dat klopt. We zijn geen grote organisatie, dat scheelt. Maar er zijn allerlei organisatorische dingen die ik liever niet zou doen.”

Vindt u zichzelf een goede directeur?

„Nee. Ik zou geen 150 man onder me moeten hebben. Dan ging het helemaal mis.”

Directeur of niet, Bönker maakt in elk geval tijd vrij om zijn vergezichten op schrift te stellen. Van zijn hand verscheen onder meer ”De God van Abraham, Isaak én Ishmaël”, waarin hij volop oog heeft voor zowel de Palestijnse als de Joodse kant van de strijd in het Midden-Oosten.

Dat is een gevoelig thema in de wereld van zending onder moslims. De eerste vraag die Bönker bij zijn aantreden kreeg in het hoofdkantoor in Engeland was: welke plaats heeft Israël in uw denken? „Toen wist ik al dat ik op lange tenen zou trappen”, blikt Bönker terug. „Ik heb gezegd dat we niet om Israël heen kunnen.”

U bent het meest pro-Israël van de hele organisatie?

„Dat kun je wel zeggen, ja.” Hij lacht. „Voor mij is een goede Israëltheologie enorm belangrijk. We zijn bezig met kerkplantingsprojecten in de Arabische wereld. Dan moet je er goed over nadenken welke theologie je in zo’n kerk binnenbrengt.”

U bent kiest partij voor Israël én voor de Palestijnen. Een lastige positie.

„We leven in een raar landje. In Nederland geldt heel sterk: als je voor Israël bent, ben je tegen de Palestijnen, of andersom. Je moet een keuze te maken. Maar mijn grote voorbeeld, de Heere Jezus, maakt die keuze helemaal niet. Hij heeft een plan met Israël én met de Palestijnen. Dat plan moet je los zien van de politieke achtergrond.”

Is dat plan voor ons zo helder dan?

„Voor mij wel, anders had ik er geen boek over geschreven.” Weer een daverende lach. Dan serieus: „De kern is dat God een verbond is aangegaan met Abraham én zijn huis – niet alleen met Izak dus. Ik wil alles in dat licht bekijken.”

Maar Mijn verbond zal Ik met Izak oprichten, staat er in Genesis 17.

„Ja, dat is het Messiaanse verbond. In het huis van Abraham heeft ieder zijn eigen bedeling. Dat is nog steeds zo. De volken moeten de plaats innemen die ze in dat huis gekregen hebben.”

Wat houdt het verbond met Ismaël in?

„Dat hij ook deelt in de zegen van Abraham. Zo zie ik bijvoorbeeld de profetie van Jesaja 19. Daaruit blijkt dat het gaat om Egypte, Assur en Israël, die drie. Dat komt overeen met een zegen voor het héle huis van Abraham, niet alleen voor Izak.”

Hoe zit het dan met de landbelofte? Is die ook voor Ismaël?

„De belofte in Genesis 15 luidt dat God Abraham het land geeft van de rivier de Eufraat tot de rivier in Egypte. Dat is min of meer de Arabische wereld. Daarna wordt Ismaël geboren, en later Izak. Over Izak zegt God dat hij zal leven in het land Kanaän. Toen ik dat voor het eerst las, dacht ik: Hé, dat is apart. Dat is maar een klein stukje van de oorspronkelijke belofte. Waar is de rest van het land dan? Nou, daar woont Ismaël dus – tegenover zijn broeders, zoals een hoofdstuk verder staat. De zonen van Abraham wonen al in het beloofde land.”

Maar die zonen staan elkaar naar het leven.

„Dat klopt. Ze zien nog niet dat ze broeders zijn. Dat moment zal wel komen, en ik denk dat de verzoening van de kant van Ismaël zal komen. Als Jakob de Jabbok oversteekt, is het zijn broer Ezau die zich met hem verzoent, niet andersom. Je ziet iets soortgelijks bij de dood van Abraham. Ismaël komt naar Izak toe om hun vader te begraven. De verzoening tussen de broers komt niet van de kant van de losser.”

Die familietwist is toch alleen via Christus op te lossen?

„Zeker. En daarnaast door het accepteren van de plaats die je inneemt in het huis van Abraham. Daarom vind ik het bijzonder dat moslims die tot geloof komen heel vaak leren zien hoe belangrijk de positie van Israël is.”

Zegt u daarmee dat een christelijke ex-moslim onder een Messiasbelijdende Jood staat?

„Nee, dan maak je het te hiërarchisch. Maar God heeft wel een ander plan met Izak dan met Ismaël.”

Wat is dan het verschil?

Bönker denkt lang na – iets wat nog niet zo vaak is voorgekomen tijdens het gesprek. „Hoe moet je dat omschrijven?” Dan: „Uiteindelijk gaat het om Jeruzalem, om de berg Sion. Het gaat niet om Mekka. Hoe je het ook wendt of keert, God heeft het Joodse volk uitgekozen. Daarna komt ook Ismaël. En wij, Andijkers, Barnevelders, wie dan ook – wij sluipen pas achteraan binnen.”

Vindt u dat jammer – dat u maar gewoon Nederlander bent?

Bönker lacht. Hij vindt het een „grappige vraag.” Hij is lang stil. „Als ik opgevoed was als gelovige Jood, had ik de Bijbel beter begrepen”, zegt hij dan. „Of zelfs als ik ergens in het Midden-Oosten was geboren. Nu heb ik het allemaal zelf moeten ontdekken.”

Heeft u geen inspiratiebronnen?

„Ik heb deze thema’s vaak met mensen besproken. En op een gegeven moment heb ik het boek ”Arabs in the Shadow of Israel” gelezen, van de Amerikaans-Libanese hoogleraar Tony Maalouf. Ook dat heeft me verder aan het denken gezet.”

Sommigen verwijten u dat u wel erg gemakkelijk conclusies trekt uit de Bijbel.

„Het feit dat ik min of meer onkerkelijk ben opgevoed, heeft ervoor gezorgd dat ik weinig ben beïnvloed door theologische inzichten. Het woord ”selfmade” klinkt zo pedant, maar ja – ik voel me vrij van allerlei kerkelijke gedachten en dogma’s.”

Ten slotte drie keuzes. Evangelisch of reformatorisch?

„Refogelisch. Maar dat mag niet hè?” Stilte. „Tja.” Weer stilte. „Dan toch evangelisch.” Aarzelend: „Dat heeft gevoelsmatig met een grotere vrijheid in evangelische kring te maken.”

Izak of Ismaël?

„Die is tricky.” Opnieuw die stilte. „Ik denk Ismaël. Omdat hij een langere weg moet afleggen naar de waarheid. Daarin verdient Ismaël steun.”

Liefde of waarheid?

„Waarheid. Als je begint met de Waarheid met een hoofdletter, kom je vanzelf bij liefde uit.”


Levensloop Jaap Bönker

De wieg van Jaap Bönker stond in een synodaal gereformeerd gezin in Zaandam. Op zijn 15e zegde Jaap het geloof vaarwel, om er als jonggehuwde met zijn vrouw Renske bewust opnieuw voor te kiezen. Jarenlang werkte hij bij Dorcas, waarna hij via een instelling voor psycho­sociale zorg bij de Arabische Wereld Zending terechtkwam, die onder meer werkers uitzendt naar het Midden-Oosten. Daar staat hij bekend om zijn eigenzinnige geluid en onorthodoxe manier van Bijbeluitleg rond het Israëlisch-Arabische conflict.

Bönker kerkt bij een baptisten­gemeente in Enkhuizen. Hij heeft twee dochters en een zoon.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer