„Kerk in de stad heeft toekomst”
ROTTERDAM – De hervormde gemeente van Rotterdam-Delfshaven weet weer jongeren te trekken. „De scriba is de enige die een band met het verleden van de gemeente heeft.” Dat zei ds. P. L. de Jong zaterdag in de Oude Kerk in Rotterdam-Delfshaven.
Elke twee jaar belegt de Gereformeerde Bond een beraadsdag voor ambtsdragers uit de grote en middelgrote steden. Het doel ervan is bezinning op de positie van hervormd-gereformeerden in de stad. De aanleiding om de beraadsdag dit keer in Rotterdam te organiseren is het feit dat de plaatselijke predikant ds. P. L. de Jong aan het eind van dit jaar met emeritaat gaat, in verband met het bereiken van de 65-jarige leeftijd.
Als eerste stond de zogenaamde ambtsdragerspreek op het programma. Deze werd gehouden door ds. C. van Duijn uit Gouda. Naar aanleiding van 1 Korinthe 1:18-24 en Galaten 5:1-12 preekte hij over het thema “Struikelen over het kruis”. Hij stelde dat mensen niet over het kruis struikelen omdat ze het niet zien, maar juist omdat ze het wel zien en er op vastlopen. „De enige echte zonde is vandaag de dag toch de zonde die je tegen jezelf begaat, die je zelfrealisatie in de weg staat.”
In de stad, zo vervolgde de Goudse predikant, botsen de machten op elkaar. „Het kruis is tenslotte toch een teken van kracht, de kracht van God. Paulus heeft in Galatië het Evangelie verkondigd van Christus Die Zichzelf liet kruisigen om ons aan de zonde te ontrukken. Daar gaat kracht van uit. Zo poneert Paulus het kruis in de stad. Staat dan in de vrijheid waarmee Christus u vrijgemaakt heeft.”
Vervolgens gaf ds. P. L. de Jong een terugblik op de twintig jaar dat hij aan de gemeente van Rotterdam-Delfshaven verbonden was. Hij memoreerde hoe, toen hij in februari 1992 begon, de gemeente in de afronding zat van „een lange kerkelijke sanering. Veel gemeenten hebben dat nu, als je de kerkbladen leest over kerken die gesloten moeten worden. Wij hadden dat twintig jaar geleden. Je kunt zeggen dat wij vooropliepen, maar je kunt ook zeggen dat wij vooropliepen in de achteruitgang.”
Ds. De Jong gaf aan dat zijn opdracht destijds was om drie gemeenten –een oecumenische, een confessionele en een Gereformeerde Bondsgemeente– samen te voegen tot één. Dat was onder meer een gevolg van het feit dat sinds de jaren tachtig veel gezinnen uit de stad vertrokken. Het lukte vrij snel om organisatorisch één te worden, maar er was meer tijd nodig om spiritueel één te worden.
Met het oog daarop waren twee gedachten leidend in de kerkenraad. De eerste was: de gemeente moet diep geworteld zijn in de Bijbel. Dit sloot aan bij de confessionele en Gereformeerde Bondstraditie. De tweede gedachte was: we oriënteren ons op missionair gemeente-zijn, niet gekoppeld aan modaliteit.
Dat laatste betekent dat gemeenteleden beseffen tot een minderheid te behoren. Het betekent ook dat de gemeente een ”netwerkkerk” is. Volgens ds. De Jong lijkt de gemeente daarin op de oude volkskerk: „De deuren staan wijd open.”
Na jaren ontstond er een „trendbreuk” en gingen gezinnen zich weer in de stad vestigen. Toen ds. De Jong in Rotterdam kwam, bestond de gemeente voornamelijk uit ouderen. Vandaag bestaat de gemeente voor 70 procent uit jongeren en bezoeken zo’n zestig à tachtig kinderen de kindernevendienst.
De gemeente in Delfshaven is opnieuw begonnen, concludeerde ds. De Jong. „De scriba is de enige die een band met het verleden van de gemeente heeft via zijn grootvader en vader.” De net gepensioneerden van twintig jaar geleden, voor zover zij nog leven, zijn nu tachtigers.
Ds. De Jong wees erop dat de gemeente altijd werkte met een ‘gewone’ en een missionaire dominee. „Dat is een goed concept gebleken.” Volgens hem moet een stadspredikant vaak knopen doorhakken, stappen durven nemen – bijvoorbeeld als het gaat over de liturgie, de taakverdeling tussen de predikanten en vrouwelijke ambtsdragers. Een belangrijke wetmatigheid is volgens ds. De Jong dat mensen voor regels gaan, maar: „Wees nooit bang voor het hellend vlak.”
’s Middags werden drie workshops gehouden. De onderwerpen waren het project ”Geloven in Spangen”, de dialoog met moslims en missionair gemeente-zijn.