Vijfentwintigste deel Studiebijbel behandelt pittige Schriftgedeelten
Een dubbele felicitatie. Die is het verschijnen van het commentaar op Psalm 107-150, Spreuken en Prediker in de serie Studiebijbel Oude Testament zeker waard. Niet alleen bieden de auteurs een gedegen uitleg van enkele pittige Bijbelboeken, het betreft hier ook het vijfentwintigste Studiebijbeldeel dat verschijnt.
In het eerste gedeelte van het boek ronden de auteurs de becommentariëring van de psalmen af, in aansluiting op hun uitleg van Psalm 1-106 in het vorige deel. Ook in dit tweede deel zien we regelmatig suggesties om psalmen in verband te brengen met gebeurtenissen uit het leven van degene die het opschrift als auteur vermeldt. Dit overheerst de exegese echter niet, temeer daar er (bijvoorbeeld in het kader van de bespreking van de plaats die een psalm inneemt in het huidige psalmboek) ook aandacht is voor een nieuwe actualiteit in nieuwe situaties. In dat verband wijken de auteurs ook wel af van een al te letterlijke interpretatie van sommige opschriften, bijvoorbeeld bij de Psalmen 108 en 127.
In de psalmen spreken de dichters regelmatig over hun vijanden. De wijze waarop dat gebeurt –bijvoorbeeld de oproep aan God om hen uit te roeien, Psalm 143:12– roept bij veel hedendaagse Bijbellezers echter nogal wat vragen op. Moeten wij onze vijanden niet veeleer liefhebben?
De auteurs van dit commentaar schuiven dergelijke moeilijke vragen niet terzijde. Integendeel, aan het einde van het boek zijn zeven excursen opgenomen waarin zij dieper ingaan op enkele belangrijke thema’s; één ervan is geheel gewijd aan geweld en vergelding in de psalmen. Ze brengen daarin veel goeds te berde –de essentie van Gods gewelddadige vergelding is gelegen in het herstel van recht en verbond–, hoewel een en ander op onderdelen nog wel wat aangescherpt had kunnen worden. De auteurs keren zich bijvoorbeeld terecht tegen hen die menen dat de Bergrede „haaks [staat] op oudtestamentische geweldteksten” (blz. 874). Ik vraag me echter af hoe ik in verband hiermee hun eigen constatering op blz. 867 moet plaatsen dat het onderwijs van Jezus „haaks staat” op de weg van wraak die sommige psalmen tonen. En suggereert de waarschuwing dat we niet „een te grote tegenstelling tussen Oude en Nieuwe Testament” moeten zien (blz. 239, 877) niet dat die tegenstelling er op zichzelf wel is? Juist ook omdat deze excurs wil opkomen voor de continuïteit die er ook in dit opzicht is tussen het Oude en het Nieuwe Testament, komen deze passages me onduidelijk voor. Kan in dit verband bijvoorbeeld niet beter een woord als ”ontwikkeling” in plaats van ”tegenstelling” gebruikt worden?
Terwijl Psalmen behoort tot de meest gelezen gedeelten van het Oude Testament, gaan de twee boeken die daar in onze Bijbels op volgen, veel minder vaak open. In het oudtestamentisch onderzoek is de wijsheidsliteratuur, waar Spreuken en Prediker met het boek Job toe gerekend worden, vaak beschouwd als eens soort randverschijnsel binnen het Oude Testament. En ook in de prediking en het persoonlijk Bijbelgebruik in onze gezindte (en in het hele westerse christendom) blijven grote delen ervan feitelijk ongelezen.
Dit commentaar keert zich tegen deze onderwaardering. Het benadrukt dat de wijsheid in al haar diversiteit is ingebed in het geheel van de oudtestamentische openbaring. Vooral de notie van de ”vreze des Heeren” speelt hierbij een grote rol. Het eerbiedige ontzag voor Israëls Verbondsgod heeft immers zowel in de wijsheidsliteratuur als elders in het Oude Testament een centrale plaats. In aansluiting daarop wijzen de auteurs op het grote, maar veelal onbenutte krediet van deze boeken voor christenen vandaag. In een tijd waarin humanistische en oosterse cursussen in leiderschap en levenskunst ongekend populair zijn, kan juist de Bijbelse wijsheid christenen toerusten tot ware wijsheid: „De kunst om heilzaam te leven in de vreze Gods, naar de orde die Hij in de Schrift en de schepping heeft geopenbaard” (blz. 908).
De nadruk die dit commentaar herhaaldelijk legt op deze actualiteit van Spreuken en Prediker lijkt me van groot belang. Wellicht is de verschijning van dit commentaar een mooie aanleiding, juist ook voor predikanten, om deze handschoen op te pakken. Een serie preken over de vaak praktische wijsheid kan gemeenteleden, zeker ook de jongeren, veel leren over een dagelijks leven voor Gods aangezicht in gezin en maatschappij.
Voor zowel Spreuken als Prediker biedt deze Studiebijbel een informatieve inleiding, met een bespreking van zaken zoals auteur, datering en opbouw van het Bijbelboek (de inleiding op Psalmen is te vinden in het vorige deel). Voor beide boeken wordt hier het salomonisch auteurschap –en dus een datering in de 10e eeuw v.Chr.– verdedigd. Dit gebeurt voornamelijk door argumenten voor minder conservatieve standpunten te weerleggen, op een wijze die mij wat minimaliserend voorkomt. Vaak benadrukken de auteurs dat de argumenten „niet doorslaggevend” zijn, terwijl ze, meer dan ze erkennen, wel degelijk een bepaalde richting op wijzen. Dat geldt bijvoorbeeld de taalkundige argumenten voor de datering van Prediker. Bij onbevooroordeelde weging wijzen die mijns inziens wel degelijk richting een latere datering. Desondanks is ook in deze inleidingen veel waardevol en toegankelijk materiaal te vinden waar iedere lezer zijn voordeel mee kan doen.
In de exegese zelf treffen we een beknopte, maar gedegen uitleg van iedere tekst, met in voetnoten extra opmerkingen over bijvoorbeeld de Hebreeuwse grondtekst. Wanneer er meerdere mogelijkheden zijn voor de interpretatie van een tekst worden die soms kort genoemd, waarna de auteurs beargumenteerd een duidelijke keuze maken. Regelmatig refereert het commentaar aan illustratieve parallellen in buiten-Bijbelse teksten. Een bredere bespreking daarvan biedt een excurs dat beschrijft hoe Israëls wijsheid enerzijds deel uitmaakte van een grotere, internationale wijsheidstraditie, maar anderzijds ook juist in vergelijking daarmee zijn geheel eigen profiel krijgt door de notie van de ”vreze des Heeren”. Ook hierin lijken me belangrijke aanknopingspunten te liggen om onze omgang met de wijsheden van onze tijd nog eens te doordenken!
De auteurs hopen dat lezers door hun uitleg iets mogen ontdekken van Jezus Christus, van Wie de Schriften getuigen. Daarom ter afronding iets over de wijze waarop zij de lijnen doortrekken naar het Nieuwe Testament en naar de wereld van vandaag.
Bij de verklaring van de meeste psalmen is er een aparte alinea onder de aanduiding ”Nieuwe Testament”. De aard van de opmerkingen die hier gemaakt worden, verschilt sterk per psalm. Terwijl er bij bijvoorbeeld Psalm 136 mooie en fundamentele lijnen getrokken worden, volstaat men bij Psalm 150 met opmerkingen over het voorkomen van muziekinstrumenten in synagoge en Nieuwe Testament. Bij passages die in het Nieuwe Testament of in de christelijke traditie vaak een Messiaanse duiding gekregen hebben, zoals Psalm 110 en Spreuken 8-9, geven de auteurs aan dat ze in eerste instantie niet Messiaans bedoeld zijn, maar dat ze vanwege hun diepe inhoud wel terecht een dergelijke interpretatie gekregen hebben. Dit lijkt me een juiste stellingname, die de rijkdom van de Schrift openlegt.
Bij Spreuken en Prediker zijn er minder afzonderlijke alinea’s die het verband met het Nieuwe Testament en de actualiteit aangeven; hier vinden we korte opmerkingen van die aard meestal aan het einde van de uitleg van een teksteenheid.
Concluderend kan ik, met genoemde kanttekeningen, stellen dat het de exegeten van het Centrum voor Bijbelonderzoek ook deze vijfentwintigste keer is gelukt om uit de schat van de Schrift oude en nieuwe dingen tevoorschijn te halen. Wellicht is dat vooral te danken aan het feit dat zij er steeds weer blijk van geven vóór alles zelf leerlingen te willen zijn in het Koninkrijk der hemelen.
Op 17 september organiseert het Centrum voor Bijbelonderzoek naar aanleiding van deze uitgave een symposium over ”Ontzag voor God, want er is een gericht”. www.studiebijbel.nl De auteur is wetenschappelijk medewerker bij de vakgroep Oude Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en docent godsdienst aan de CSG Prins Maurits te Middelharnis.
Boekgegevens
Bijbelcommentaar Psalmen II, Spreuken, Prediker. Studiebijbel Oude Testament 8, M. J. Paul, G. van den Brink, J. C. Bette (red.); uitg. Centrum voor Bijbelonderzoek, Veenendaal, 2011; ISBN 978 90 77651 08 7; 944 blz.; € 65,-.