Columnist Graa Boomsma houdt onderwijs bij de les
Vwo 5-leerling Tommie is geconcentreerd bezig met het beantwoorden van proefexamenvragen over een NRC-beschouwing die de Balkanoorlog behandelt. Zijn onbeduimelde woordenboek ligt binnen handbereik.
Opeens kijkt hij verstoord op, tegelijkertijd schiet zijn rechterarm omhoog. „Meneer, wat betekent vergeldingsactie?” Hij heeft echt geen idee. In de bundel ”Uit de school” becommentarieert Graa Boomsma, schrijver en docent Nederlands op een middelbare school in de Bollenstreek, de toestand van het Nederlandse onderwijs en spaart daarin niemand. De auteur houdt leerlingen, ouders, docenten, docentenopleiders, onderwijsmanagers en de overheid een pijnlijke spiegel voor. Zijn kernboodschap: niets minder dan een deltaplan voor het (middelbaar) onderwijs is nodig om van Nederland weer een kennisland te maken.
Boomsma luidt in verschillende hoofdstukken de noodklok over het weglekken van kennis en ervaring doordat veel academisch geschoolde docenten de komende jaren met pensioen gaan. Nieuwe docenten hebben doorgaans hun opleiding genoten aan competentiegerichte lerarenopleidingen, waardoor de vakkennis te wensen over laat. Zonder vakbekwame docenten wordt het onderwijs nooit beter, stelt Boomsma. Hij verwijt de overheid lippentaal te spreken en met plannen te komen die de problemen niet oplossen, zoals de invoering van het prestatieloon en de zijinstromersregeling.
Volgens Boomsma zouden de lerarenopleidingen fundamenteel moeten veranderen en vakkennis weer op de eerste plaats moeten zetten. Verder pleit hij ervoor dat ervaren, academisch gevormde docenten als ”senior teachers”, voordat ze de school verlaten, hun kennis delen met nieuwe collega’s of docenten in opleiding.
Ook leerlingen krijgen een spiegel voorgehouden, met name de leerlingen van wie cognitief veel verwacht mag worden. De auteur hekelt hun geringe woordenschat, hun belabberde huiswerkattitude, de zesjescultuur en de gerichtheid op het materiële, waardoor het baantje voor hen belangrijker is dan huiswerk. „Waarom kom ik nooit meer een krantenverslaafde tegen onder de leerlingen en des te meer krantenbezorgers (de bijbaantjescultuur).” Tegelijk merkt Boomsma dat in vrijwel alle klassen een stilzwijgende honger bestaat naar orde, tucht en discipline.
De auteur citeert met instemming de Nederlandse schrijver Multatuli: „Wat eisen wy van de school? Ontwikkeling van denkvermogen? Neen, zegt daar iemand, dat komt later. Eerst kennis… In zekeren zin is dit waar. Het kind moet hebben kennisgemaakt met de pendule, voor ’t kan achtgeven op de beweging. Doch wie kennis in wyder betekenis wil laten voorgaan, vrage zich af of deze bevorderd wordt door ontydige mededeling? Kennis wordt waarlyk niet gebaat door onevenredige achterstelling van denken.”
Het is daarom niet vreemd dat Boomsma stelt: „Lesgeven blijft de allerbelangrijkste activiteit. De rest van de bezigheden zou daar dienstbaar aan moeten zijn. (…) De leerlingen iets op systematische wijze bijbrengen, dát is de kerntaak van elke docent.” Managers moeten daarom volgens de auteur niet blijven hangen in het schrijven van nota’s in onbegrijpelijk jargon, maar vooral het lesgeven begeleiden en faciliteren.
Het boekje is een bundeling van columns die deels eerder in weekblad De Groene Amsterdammer hebben gestaan. Columns zijn prikkelend, generaliserend, uitvergrotend, weinig genuanceerd, maar vormen niettemin goede uitgangspunten voor een discussie. De schrijver neemt geen blad voor de mond en benoemt zaken die het onderwijsveld en de overheid niet altijd willen horen. Alleen daarom al is dit boekje ter opscherping een aanrader voor ouders, docenten al dan niet in opleiding, schoolbestuurders en directieleden. In de column ”Leerpleinvrees” bedient de auteur zich helaas onnodig van grof taalgebruik.
Boekgegevens
Uit de school. Barre ervaringen van een bevlogen docent, Graa Boomsma;
uitg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2011; ISBN 978 90 468 0986 0; 111 blz.; € 12,50.