Gerichten
Openbaring 2:17
„Ik zal hem geven een witte keursteen…”
Gij, o Heere Jezus, Gij Rechter van de hele aarde, predikt Gij Zelf in onze harten datgene wat Uw dienaar voor onze oren spreken zal. Opdat wij met U mogen ingaan tot Uw eeuwige vreugde. Meer dan eenmaal heeft de grote Rechter de vierschaar gespannen en gericht gehouden met de inwoners van de aarde in de dagen van het oude verbond. Het eerste gericht hield Hij met onze vader Adam in het paradijs, waar het doodvonnis werd uitgesproken over al de bewoners van de aarde.
Het tweede gericht hield God met de eerste wereld toen Hij het gehele mensdom, Noach en de zijnen uitgezonderd, door de wateren vernielde en van de aarde wegdeed. Het derde gericht werd gehouden bij de torenbouw van Babel, waar God de spraak verwarde en die trotse bouwlieden, die de hemel wilden tarten, over de gehele aardbodem verstrooide.
Meer dan eenmaal zijn de oordelen van God in de dagen van het nieuwe verbond. Het was een verschrikkelijk oordeel dat het ondankbare Israël getroffen heeft toen de Heere het land Kanaän met de ban sloeg. De stad Jeruzalem en de mooie tempel werden verwoest zodat niet één steen op de andere gelaten werd. Het weerbarstige volk werd onder de hemel verstrooid en dat is nog zo.
Coenraad Mel, predikant te Hersfeld
(”Voorboden naar het laatste oordeel”, 1731)