Cultuur & boeken

Constantijn Huygens: geniaal netwerker

Lisa Jardine, hoogleraar Renaissance Studies aan de Queen Mary-universiteit van Londen, deed in 2008 twee publicaties over Nederland en Engeland in de zeventiende eeuw het licht zien. Het betreft de monografie ”Going Dutch” (vertaald onder de titel ”Gedeelde weelde”) en de lezing ”Constantijn Huygens: Fixer or Polymath” (vertaald onder de titel ”De reputatie van Constantijn Huygens: netwerker of virtuoos?”)

Dr. Ewald Mackay
13 May 2009 08:06Gewijzigd op 14 November 2020 07:54

De lezing vormt het sluitstuk van Jardines ”fellowship” bij de Koninklijke Bibliotheek van Den Haag. Daarin stelt Jardine vast dat de Nederlandse dichter, diplomaat, geleerde en componist Constantijn Huygens (1596-1687) bij het Engelse publiek vrijwel onbekend is. Als de Engelsen hem al kennen dan als vader van Christiaan Huygens, de natuurkundige (1629-1695). Tijdens zijn leven was hij echter een van de bekendste Nederlanders.Nu is een belangrijke algemene oorzaak voor zijn onbekendheid „de afname van de internationale betekenis van zijn land.” Maar dat verklaart volgens Jardine niet alles. Huygens verdient „een duurzame internationale reputatie.” Volgens Jardine heeft Huygens „te lijden gehad onder de geneigdheid van historici iets heroïsch te willen vinden over het eenzame genie, liever dan iets heel triviaals en alledaags over een netwerker.”

Kunstaankopen

Aan de hand van enkele voorbeelden laat zij voorts zien dat Huygens een ‘netwerker’ was. Hij correspondeerde met heel de geleerdenrepubliek van zijn tijd, hij reisde veel. In Engeland had hij met name vele contacten. Een van zijn oudste contacten daar was lady Stafford, ofwel Mary Killigrew. Na de dood van haar man, Robert Killigrew, was ze gehuwd met Sir Thomas Stafford, kamerheer van koningin Henriëtta Maria.

De Killigrews onderhielden zelf zeer veel relaties en Huygens ontmoette bij hen Francis Bacon, Cornelius Drebble en John Donne. Huygens zelf is secretaris van Frederik Hendrik geweest. Hij bemiddelde bij de aankoop van kunstwerken, zoals Rubens’ ”Alexander kroont Roxane”, voor Amalia van Solms, of de aankoop van een zeer fijn bewerkte broche –bij de Joodse kunstliefhebber en ondernemer Gaspar Duarte– een huwelijksgeschenk dat prins Willem II van Oranje, de zoon van Frederik Hendrik, zou geven aan zijn toekomstige echtgenote, prinses Mary Stuart, dochter van Karel I. Anthonie van Dijk vereeuwigde het paar in 1641: een schooljongen van dertien en een meisje van negen!

Al deze contacten gingen van Huygens zelf uit en hij kan worden beschouwd als de geestelijke vader ervan. Jardine: „De diversiteit van zijn interesses heeft belet dat de reikwijdte van zijn invloed erkenning vond.” In feite is de lezing een pleidooi voor eerhestel van Huygens. Hij is een erflater van de Nederlandse beschaving.

Wisselwerking

”Gedeelde weelde” vormt de brede basis onder de lezing. Het laat de wisselwerking zien tussen Engeland en de Lage Landen in de vijftig jaar voordat in 1688 stadhouder Willem III voet aan wal zette in Engeland en aldaar de ”Glorious Revolution” begon. Willem III, zoon van Frederik Hendrik en Amalia van Solms, was gehuwd met Mary Stuart, dochter van Jacobus II, en hierdoor zou de protestantse lijn de troon opvolgen, aangezien Jacobus geen zoon had.

Dit veranderde in de zomer van 1688 echter door de geboorte van een zoon en dit dwong Willem en Mary tot actie: op 1 november 1688 dreef een door de Voorzienigheid beschikte wind Willem en zijn vloot snel oostwaarts. Jardine verbaast zich erover dat het beeld van deze invasie er een is van een rustige en stille revolutie, terwijl ze juist enorm verzet en een totale chaos opriep. Velen schaarden zich achter Jacobus II en vochten terug. Waarschijnlijk heeft, zo stelt Jardine, het propaganda-apparaat van de winnende partij een enorme doorwerking gehad in de boeken en schoolboeken en overheerst sindsdien het beeld van een kalme en glorieuze revolutie. Jardine spreekt echter van „een ongehoorde, gewelddadige actie.”

Intensief contact

Tegelijk was er, ondanks het feit dat er sinds het midden van de eeuw drie oorlogen hadden gewoed tussen beide landen en er nu weer een conflict was, een grote gemeenschappelijkheid tussen Engeland en de Lage Landen op het gebied van wetenschap en kunst. Zelfs tijdens de invasie bezocht Willem III bekende cultuurgebouwen, zoals het Wilton House bij Salisbury, het landhuis van de graaf van Pembroke. Hoe was dat mogelijk?

Jardine stelt dat aan de invasie heel veel voorafging. Er was een halve eeuw lang intensief contact geweest tussen beide landen. Ook hier was Constantijn Huygens de hoofdfiguur. Huygens stierf een jaar voor het revolutiejaar 1688. Hij is vijftig jaar lang de voornaamste adviseur van het Oranjehuis geweest. Hij was dichter, musicus, had een grote eruditie en diplomatieke gaven. Zijn oudste zoon werd particulier secretaris van Willem III van Engeland; van hem is een briefwisseling bewaard gebleven die een van Jardines hoofdbronnen is.

Huygens „was driekwart van de eeuw de éminence grise” van zowel politiek als cultuur. „Wat historisch veelal is gezien als een toevallige overeenstemming in voorkeuren op het gebied van beeldende kunst en muziek in die twee landen (...) blijkt het resultaat geweest te zijn van Huygens’ actieve invloed op de smaak en de opinievorming in de beide landen.” Jardine ziet Huygens als de spin in een web en dat web is het netwerk van de zeventiende-eeuwse republiek van staatslieden, wetenschappers en kunstenaars.

Rembrandt

Dit netwerk was zo sterk dat het ook in tijden van crisis voortleefde. In 1649 werd Karel I in Londen geëxecuteerd en een tijd van chaos en restauratie begon; in 1650 overleed prins Willem II in Den Haag aan de pokken en dit vormde het begin van het eerste stadhouderloze tijdperk. Desondanks bleven de verschillende hoven hun invloed uitoefenen vanaf de zijlijn, met name ook op cultureel gebied. In dit tijdvak floreerde met name de kunst, mede door invloed van Huygens: Lievens en Rembrandt op eigen bodem, Anthony van Dyck en Pieter Lely in Engeland.

Huygens had ook contacten met Engelse emigranten elders, zoals met de familie Cavendish (koningsgezind, gevlucht na de Slag bij Marston Moor) te Antwerpen, alwaar zij in hun woning –het Rubenshuis– internationale gasten ontvingen.

Ook inzake de wetenschap was Huygens een intermediair. Hij correspondeerde bijvoorbeeld met de Franse filosoof René Descartes, die lange tijd in de Nederlanden woonde. Ook bemiddelde hij tussen wetenschappers van de Royal Society, de Britse academie voor wetenschappen, uit Engeland en uit de republiek: voor Jan Swammerdam, op het vlak van de eerste microbiologie, voor Antonie van Leeuwenhoek op het vlak van de microscopie, voor Robert Hooke op het vlak van tijdwaarneming, voor zijn eigen zoon Christiaan Huygens, sinds 1663 fellow van de Royal Society op het vlak van de (klok)mechanica en de lichttheorie – Isaac Newton zelf verscheen hier op het toneel.

Genie

Elke historicus kijkt vanuit zijn eigen heden naar het verleden. Waar de negentiende-eeuwse historicus de geschiedenis interpreteert vanuit het perspectief van het genie dat geschiedenis schept, is het de moderne netwerkmens Jardine die de geschiedenis ziet als een geheel van relaties. Dat levert in beide gevallen boeiende waarnemingen op: inderdaad hebben genieën een grote geschiedenisvormende kracht, maar zonder een structuur kunnen ze niet floreren en dat laatste ziet de historicus die het netwerk letterlijk en metaforisch in zijn genen heeft zitten.

Ik meen dat Jardine hier in een leemte voorziet en tegelijk toch weer ouderwets is: Huygens is als ”networker” een ‘genie’! „De Lage Landen ontlenen hun identiteit niet alleen aan grote inhoudelijke ideeën maar ook aan de koopman en colporteur die ze van die ideeën zijn. Ziehier de nieuwe variant van de dominee en de koopman.

Jardine is inzake haar perspectief op de Nederlandse geschiedenis niet alleen een moderne netwerker maar ook een immigrant. Ze is afkomstig uit een Poolse immigrantenfamilie, die voor en na de Eerste Wereldoorlog naar Engeland trok uit economische motieven. Ze kijkt in dat licht naar nationale identiteit niet in termen van een statisch standbeeld maar van de bewegende reiziger. Identiteit is een open begrip, zij vormt zich door veranderingen. Juist immigranten veranderen de identiteit. Hoezeer zijn de noordelijke Nederlanden niet door immigranten gevormd!

Een land dat immigranten als een bedreiging van deze identiteit ziet, miskent het dynamische karakter van identiteit en doet aan eng nationalisme. In dat licht ervoer Jardine Nederland als een land waar tolerantie eeuwenlang –bijna statisch– de identiteit bepaalde.

Al met al een interessante spiegel die ons wordt voorgehouden door een vreemdeling die vanuit Engeland en Polen naar ons kijkt en ons vraagt wie wij zijn.

N.a.v. ”De reputatie van Constantijn Huygens: netwerker of virtuoos?” door Lisa Jardine; uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2008; ISBN 978 90 351 3413 3; 53 blz.; € 12,50;”Gedeelde Weelde. Hoe de zeventiende-eeuwse cultuur van de Lage Landen Engeland veroverde en veranderde”, door Lisa Jardine; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen, 2008; ISBN 978 90 295 6658 2; 442 blz.; € 39,95.

www.kb.nl/dossiers/fellowship/jardine.html

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer