Scriba PKN neemt afstand van atheïstische predikant
LUNTEREN - De scriba van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), dr. B. Plaisier, neemt afstand van uitspraken van ds. K. Hendrikse (Middelburg), die zegt niet in het bestaan van God te geloven. Tegelijk kan de landelijke kerk geen kerkordelijke maatregelen nemen tegen de predikant. Dat is aan de classis.
Dat bleek zaterdagmorgen in Lunteren uit de antwoorden van dr. Plaisier op vier vragen van synodeleden over uitlatingen van de Zeeuwse predikant. Ds. Hendrikse publiceerde onlangs een boek onder de titel ”Geloven in een God die niet bestaat”. Daarin zegt de predikant zelf niet in God te geloven.Dr. Plaisier werd zaterdagmorgen door drie synodeleden gevraagd of de kerk geen maatregelen moet nemen tegen ds. Hendrikse. Eén synodelid, ds. Y. M. Voorhaar (Ede), zei zich juist gestoord te hebben aan negatieve uitlatingen van synodepreses ds. G. de Fijter over het boek van ds. Hendrikse. Zij is van mening dat er in de kerk altijd ruimte is geweest en ook moet zijn om dit soort dingen te zeggen.
Dr. Plaisier zei in antwoord op de vraag van ds. Voorhaar dat het in de Protestantse Kerk niet zo kan zijn dat het niet uitmaakt wat je zegt. „We zijn hier niet ruim en flexibel op de wijze van een weekdier dat geen vorm of stevigheid zou hebben. Het huis van de kerk heeft een gebinte: het belijden van de kerk van alle eeuwen.”
De scriba meent dat er in de kerk „heel wat” gezegd kan worden over het bestaan van God. Maar: „Het is duidelijk dat de kerk gelooft dat God bestaat. Dat Hij Zich geopenbaard heeft aan Israël en in Jezus Christus. Dat God mens werd in Jezus Christus en dat Hij er is in Zijn werken, in Zijn nabijheid, zorg en liefde. Dat is een belijden dat onder ons volkomen zekerheid heeft.”
Hij gaf aan hier persoonlijk jaren erg mee geworsteld te hebben. „Ik ben dat te boven gekomen omdat God Zelf kwam, omdat Hij mij te sterk werd in Zijn liefde en nabijheid”, aldus dr. Plaisier. „Als het gaat over God, hebben we het maar niet over een academiestuk, maar om het hart van de kerk. Daar kom je nooit over uitgepraat en ook nooit over uitgewonderd, zoals het in de Nadere Reformatie werd omschreven. Dat Hij naar mij wilde omzien, dat Hij mij liefheeft.”
De scriba maakte duidelijk dat de uitlatingen van ds. Hendrikse hem geraakt hebben. „Als een predikant net doet alsof het hier over een leerstuk gaat dat bij het oud vuil kan, raakt dat ons zeer, dat doet ons pijn. De kerk heeft immers juist aan dat geloof haar bestaansrecht te danken.”
Tegelijk zei hij dat de kerkorde van de Protestantse Kerk ingrijpen van de landelijke kerk in deze kwestie onmogelijk maakt. „Dat moet gaan via de classicale vergaderingen. De vragen en klachten die wij krijgen over deze zaak sturen we door naar de classis en we wijzen de classis tegelijk op de kerkordelijke mogelijkheden.”
In de synodevergadering van zaterdagmorgen deed dr. Plaisier een beroep op ds. Hendrikse. „Hij moet uitmaken hoe hij in verantwoordelijkheid aan God, in integriteit aan de kerk die hij dient en in de zorg voor zijn gemeenteleden met deze zaak omgaat.”
„Wat de landelijke kerk betreft, is het getuigenis belangrijk”, meent dr. Plaisier. „Het getuigenis van het Evangelie dat deze God ons nabijgekomen is in Jezus Christus. Niets is werkelijker dan dat God er is en dat Hij er is voor ons.”