De dood
Sinds de breuk in deze wereld door de zonde is de dood een van de allerverschrikkelijkste dingen die de mensenkinderen kan overkomen. Het is niet vreemd dat zij die geen ander of beter leven voor het toekomende kennen, de dood de koning der verschrikking noemen. Alle andere verschrikkingen zijn maar gering en van geen belang in vergelijking met de dood.
Het is een van de grootste voorrechten van een gelovig kind van God dat hij tegen zo’n koning is gewapend. De dood is voor hem ontwapend. De dood is nu tot een minzame vriend van de gelovige gemaakt en zijn verschrikking is nu weggenomen. De gelovige kan de dood nu onder ogen komen.Sommigen trachten met een soort van mannelijke dapperheid, zoals zij dat noemen, de dood te trotseren en haar verschrikking neer te werpen. Een ware gelovige kan echter alleen door het geloof in Christus zegepralen over die vijand, de dood. God geeft diegene die in Hem gelooft een volle vertroosting en bemoediging tegen de verschrikkingen van de dood. Hoe verschrikkelijk de dood ook in zichzelf is, een gelovige heeft genoeg grond van hartversterking tegen deze dood als God hem roept. Hij kan getroost sterven.
James Durham, predikant te Glasgow (”De zaligheid der doden die in de Heere sterven”, 1735)