Vloeker John Newton ging niet overboord
Titel: ”Verloren zoon. Het ware verhaal van John Newton, de dichter van Amazing Grace”
Auteur: Christine Schaub; vert. Lia van Aken
Uitgeverij: De Groot Goudriaan, Kampen, 2006
ISBN 10 90 6140 978 0
Pagina’s: 244
Prijs: € 18,95.
Terecht wordt er 200 jaar na zijn overlijden aandacht besteed aan de zeeman, slavenhandelaar, predikant en dichter John Newton. Dat gebeurt op diverse manieren. Christine Schaub koos voor een historische roman. Het is vrij algemeen bekend dat John Newton zijn jeugdliefde Mary Catlett (”Polly”) nooit heeft kunnen vergeten toen hij zich aan de Afrikaanse westkust met tal van vrouwen afgaf. Ook Mary kon John niet vergeten. Wie echter denkt dat de jongedochter de periode van scheiding doorbracht met alleen het vergieten van tranen, moet zich -wat de schrijfster van dit boek betreft- laten corrigeren.
Al vroeg in het boek van Christine Schaub voert ze een hoogst ongebruikelijke missie uit. In het holst van de nacht, als man verkleed en met twee geladen pistolen bij zich, sluipt ze door de stegen en achtertuinen van Chatham. Op weg om hulp voor haar vader, een douanier, die zojuist zwaargewond is geraakt door het musketvuur van een bende smokkelaars. De bende moet zich nog in het havenstadje ophouden.
Krap een jaar daarna mag ze „een uitgaansseizoen lang” naar rijke familie in Londen. Ze geniet met volle teugen. Toch zijn ze er wel degelijk, die tranen, die fijngeknepen zakdoekjes en dat wildkloppende hart: „En in die brieven stond niets… geen woord voor mij?”
Jona
John Newton, ontslagen van een koopvaardijschip, denkt in Afrika fortuin te maken, maar wordt weldra slaaf van de Afrikaanse echtgenote van een Brit. Een rijke reder ziet wat in hem en koopt hem vrij. Samen met een andere, ervaren Brit gaat hij in de slavenhandel. Korte tijd later verschijnt er een Engels schip dat op zoek is naar John. Gestuurd door zijn vader. De kapitein mag een klein fortuin besteden om John mee te krijgen, maar die wil niet. Een meegebracht briefje van Mary moet het pleit beslechten.
Maar wát een beest krijgt kapitein Gother aan boord: een openlijke godloochenaar en vloeker, die zo veel mogelijk anderen van hun geloof af probeert te spotten. Totdat de Greyhound twee keer in een vreselijke storm terechtkomt. Een mast splijt in tweeën, metershoge golven spelen met het schip. En ondertussen -de auteur heeft het twisten van de Geest in een mensenziel mooi beschreven- kan John niet loskomen van de woorden van zijn godvrezende moeder, van Bijbelteksten en van passages uit een boekje dat aan boord lag: ”De navolging van Christus” van Thomas à Kempis.
De kapitein geeft de spotter Newton de schuld van hun ongeluk en noemt hem een Jona. De zeilmaker bezwijkt en moet worden overgegeven aan de zee. „Dan staart de kapitein Newton strak aan en zegt: Dat had jij moeten zijn.” Newton knikt.
Redding
Het schip komt toch nog veilig aan land, in het noorden van Ierland. Onbegrijpelijk! Gods bewarende hand in het leven van John Newton is vele malen bijna tastbaar geweest. Mary ziet na lange onzekerheid de bekende, lange gestalte uit een postkoets stappen. Maar het is ook een ándere John Newton. Een man met een nieuw hart, die in Ierland ten slotte vrede heeft gevonden in Christus’ bloed.
In een gelukkig huwelijk zal Mary er getuige van zijn hoe de voormalige godslasteraar tot grote zegen wordt door zijn preken, zijn liederen, zijn meestrijden -als eersteklas informant!- voor afschaffing van de slavernij, en niet in de laatste plaats door zijn brieven vol Bijbelse, pastorale en prachtig geformuleerde raadgevingen.
Dat alles vat de auteur echter kort samen, want het moment van hereniging is in wezen het einde van de op ware feiten gebaseerde roman. Bij wijze van toegift schetst zij de grote betekenis en de wijde verbreiding van Newtons bekendste lied, ”Amazing Grace”, het bekeringsverslag in een notendop van iemand „die vroeger blind was en nu ziet.”
Pijnlijk
De Amerikaanse auteur heeft haar voorwerk, op diverse terreinen, uitstekend gedaan. Daar hoorde ook een studiereis naar Engeland bij. Mede daardoor, maar ook door de knappe perspectiefwisselingen, ontstond een uitermate beeldende roman. Het boek had, voor alle leeftijden vanaf een jaar of 12, een boeiende, speelse eerste kennismaking kunnen zijn met John Newton (1725-1807). Dubbel pijnlijk daarom dat de vakbekwame Christine Schaub de grenzen zo duidelijk en onnodig overschrijdt in haar beschrijving van de Afrikaanse concubines en de manier waarop die Newton moeten plezieren. Zo kan het écht niet in een christelijke roman.