Was ik maar olifanter
Titel: ”Het Dierenfeest”
Auteur: Fiep Westendorp met versjes van Frank van Pamelen, ISBN 90 596 5038 7
Pagina’s: 30
Prijs: tijdens de Kinderboekenweek kost het boekje € 2,50.
Het CPNB prentenboekje voor de kinderboekenweek ziet er fris en vrolijk uit en is een eerbetoon aan de in 2004 overleden Fiep Westendorp. ”Het dierenfeest” kwam alleen in omgekeerde volgorde tot stand: versjes bij bestaande tekeningen. Daardoor komt het een tikje gekunsteld over. Je vraagt je bij het bekijken van de kogelronde olifantjes en de felgekleurde kippen uit ”Het dierenfeest” meteen weer af waarom Westendorp, die haar illustraties overdadig decoreerde en haar jonge karakters koddige grote hoofden en ogen gaf, nooit meer dan één onderscheiding kreeg. En die werd door het CPNB ook nog speciaal voor haar bedacht toen bleek dat ze nooit in aanmerking was gekomen voor een Zilveren, laat staan Gouden Penseel.
De bescheiden illustratrice, die er overigens bewust voor koos om buiten de schijnwerpers te blijven, ontving de Oeuvre Penseel in 1997. Dat gebeurde na een jarenlange samenwerking met schrijfster Annie M. G. Schmidt, die intussen overladen was met eerbetoon en in 1988 zelfs de Hans Christian Andersenprijs kreeg.
Feit blijft dat slechts een handvol illustratoren zich met Westendorp kunnen meten. Weinig tekeningen uit de kinderjaren zijn zo op het netvlies van volwassenen achtergebleven als de poppetjes en de poezen van Westendorp.
Leuk initiatief dus om dierentekeningen van Westendorp te selecteren voor het actieprentenboekje. Meteen komt hier ook het probleem om de hoek kijken, want daardoor moest het allemaal in omgekeerde volgorde tot stand komen. Frank van Pamelen heeft de vrijwel onmogelijke opdracht gekregen om versjes te leveren bij bestaande tekeningen die bedoeld waren bij een andere tekst. En wie heeft nu niet onmiddellijk de versjes van Annie M. G. Schmidt in gedachten, die ook al onvergetelijk zijn.
Boe!
Bij de tekeningen zijn thema’s bedacht. Dieren in het circus, dieren in de wildernis, in de dierentuin of stadse dieren. Uiteraard geheel geïnspireerd op het thema van de kinderboekenweek ”De Leeuw is los!”. In een goed prentenboek voegen illustraties iets toe aan het verhaal en in dit geval aan versjes, van gedichten kun je eigenlijk niet spreken. Tekeningen verbeelden niet alleen de tekst, maar zijn bij voorkeur een fantasiewereld waaraan het kind zich buiten de tekst om laven kan. En daar was Fiep Westendorp een meester in.
Niet dat de versjes van Frank van Pamelen op zich zo slecht zijn, maar omdat de tekeningen leidraad waren voor zijn tekst, nam hij die letterlijk, zodat er nagenoeg niets meer te fantaseren valt. Voorbeeld: „Een koe kijkt naar twee konijntjes die in bloempotten zitten. Tekst: ”Boe!” Roepen de konijntjes / uit hun bloempoot naar de koe./ Maar die moet heus niet schrikken / want een koe zegt ook vaak: ”Boe”. Alle details uit de tekening zijn hier in tekst gevangen. Op de een of andere manier wordt daardoor de tekening ook minder speels. Het kan haast niet anders of Van Pamelen moet tijdens het maken van het gedichtje: „Geen dier in de wildernis / is sneller dan de panter. / Toch denkt hij bij de botsing straks: / was ik maar olifanter” aan zichzelf hebben gedacht.