De ongeneeslijk religieuze mens
Titel: ”The Brill Dictionary of Religion”
Auteur: dr. Kocku von Stuckrad (red.)
Uitgeverij: Brill Academic Publishers, Leiden, 2006
ISBN 90 04 12433 0
Pagina’s: vier delen, 556; 602, 538 en 458
Prijs: € 499,-
Religie doortrekt alle terreinen van het leven. Wie de nieuwe The Brill Dictionary of Religion doorbladert vraagt zich af: welk onderwerp heeft niet met religie te maken! Niet alleen de bekende wereldreligies komen in beeld, maar ook begrippen als sport, sacrament, seksualiteit, televisie, terreur. Uitgeverij Brill gaf een indrukwekkend compendium uit dat de ongeneeslijke religiositeit van de mens in kaart brengt. Maar niet met alles kunnen we blij zijn. De vierdelige uitgave van de academische uitgever Brill is gebaseerd op het Duitse Metzler Lexikon Religion. Deze is door dr. Kocku von Stuckrad ingrijpend herzien en aangevuld. Von Stuckrad (1966) is hoogleraar godsdienstwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en schrijver van tal van werken op zijn vakgebied.
Voor de Engelstalige editie zijn een aantal Duitse trefwoorden vervallen (zoals ”Religionsunterricht”) die voor een internationaal publiek niet relevant zijn. Tevens zijn nieuwe lemmata opgenomen die in de Duitse versie ontbreken.
De bewerking was behoorlijk, zowel wat opbouw en lemmaverdeling als wat bibliografieën betreft, zegt Von Stuckrad. „Ongeveer 15 procent van de lemma’s is veranderd. Mijn algemene strategie was om het eurocentrisme of ”Germanocentrisme”, helaas een kenmerk van de Duitse versie, te vermijden. Dit hield ook in dat de bibliografieën compleet moesten worden herzien en in bijna alle gevallen door mij opnieuw moesten worden opgezet.”
In de inleiding stellen de Duitse auteurs Christoph Auffarth en Hubert Mohr dat men aan het eind van de twintigste eeuw dacht dat religie in een onomkeerbaar proces van verval en teruggang zou verdwijnen. Rond de wisseling van de eenentwintigste eeuw ondervond religie echter een opmerkelijke opleving.
Maar religie is dan niet meer hetzelfde als in het begin van de twintigste eeuw, stellen de auteurs. Zij wijzen op een viertal nieuwe kenmerken: Religie is niet meer de religie van ”bevelen en voorschriften”. De christelijke religie van de kerken is een religie onder andere geworden. De christelijke godsdienst wordt ook niet langer voorgeschreven door theologen, buiten „volgzame leken” om. En tenslotte: lidmaatschap van een kerk in wat vroeger het christelijke westen genoemd werd, brengt niet langer maatschappelijke voordelen met zich mee.
Inleiding
De encyclopedie begint met een wetenschappelijk hoogstaande inleiding over de wetenschap van de religie en de ontwikkeling van de diverse godsdiensthistorische scholen. Daarna volgen meer dan 500 lemmata die op een af andere wijze het verschijnsel religie belichten. Als het gaat om overzichten van wereldgodsdiensten, godsdienstige riten, gebruiken en voorwerpen, alsmede sekten en kerken, dan ligt hun plaats voor de hand. In de beschrijving van deze onderwerpen ligt mijns inziens vooral de kracht van dit werk. Het brengt de religieuze verscheidenheid uitstekend in kaart. Vooral de historische overzichten zijn erg sterk.
Omdat religie het hele leven doortrekt, behandelen de auteurs ook zaken als televisie, adverteren, kunst, carnaval, geld, seksualiteit, toerisme, drama, elektriciteit. Je vraagt je af wat de gemeenschappelijke noemer is. Religie is, zo is de grondovertuiging van het werk, niet iets wat zich (alleen) afspeelt in kerk, moskee of in tempel, maar in het leven van alledag. Religie betreft alle mogelijke vormen van zingeving en levensbeschouwelijke oriëntatie, vragen die mensen stellen ten aanzien van leven en dood.
Willekeurig
Die ruime opzet geeft het boek echter iets gekunstelds en willekeurigs. Toen ik de bijdragen doorlas, vroeg ik me af: is religie niet zo breed genomen dat het niet meer is dan de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie? Wordt religie niet oeverloos door alles als ”religieus” te interpreteren omdat er altijd wel een relatie te vinden is met een levensbeschouwelijke oriëntatie? Kortom, is het criterium niet puur subjectief geworden?
Het boek is soms duidelijk onevenwichtig. Sport krijgt vier pagina’s, terwijl zonde één pagina heeft, merkte dr. Sijbolt Noorda onlangs terecht op tijdens de presentatie van het werk. Verder vond hij ook dat de Bijbel -drie pagina’s- er in vergelijking met de Koran (bijna het dubbele) bekaaid is afgekomen. De uitgebreide aandacht voor de relatie van godsdienst met film is mooi, maar waarom geen woord over die met literatuur of schilderkunst, vroeg hij zich af. Wie religie breed neemt, doet niet anders dan een willekeurige greep.
Religie zit niet meer alleen ”tussen de oren”, stelt Von Stuckrad, maar is een vast element van de publieke sfeer geworden dat vanuit verschillende perspectieven moet worden bestudeerd. Het is voor hem cruciaal dat een moderne religiewetenschap samenwerkt met andere disciplines, zoals geschiedenis, sociologie, antropologie, psychologie, filosofie, theologie, politieke wetenschap, literatuurwetenschap, kunst, rechten en zelfs natuurwetenschappen.
Schaduwzijden
Ook de schaduwzijden van religie komen aan de orde, zoals geweld, antisemitisme, terrorisme. Onder het mom van religie is veel geleden en zijn mensen uitgeroeid in naam van God en godsdienst. Religie is niet alleen bevrijdend, maar evenzeer knechtend.
Von Stuckrad beseft deze negatieve tendensen: „In de naam van religieuze tradities claimden mensen politieke doelen en interpreteerden zij de geschiedenis in een denkpatroon van apocalyptische scenario’s, een oorlog tussen goed en kwaad, of ze redeneerden dat het project van ”moderniteit” mislukt was. Soms gingen deze claims hand in hand met gewelddadige acties of zelfs terrorisme.
Wetenschappers probeerden vervolgens hun interpretatiemodellen aan te passen. Sommigen hadden het nu over een misbruik van religie voor politieke doeleinden, anderen spraken van ”patchwork religie”, waarin postmoderne individuen syncretistisch hun eigen private religie uitvinden. Religie wordt nu ondergebracht in individuele biografieën en niet meer in geïnstitutionaliseerde gemeenschappen.”
Objectief
De bijdragen zijn over het algemeen objectief en wetenschappelijk beschreven. Ten aanzien van de Bijbel wordt vastgesteld dat zij een boek is geworden zoals andere boeken. „De Bijbel is niet geschreven in de hemel, maar dankt zijn bestaan aan mensen wiens geschriften beoordeeld worden als ’heilige schriften’ en ’Gods Woord’.” Zoals hier geformuleerd, is het een weergave die algemeen geaccepteerd is onder moderne theologen.
Als het gaat om een leerstuk als de predestinatie, stelt de schrijver dat ook de islam die kent, vooral in haar orthodoxe variant. De gedachte van het karma valt er echter niet onder, omdat daar de persoonlijke verantwoordelijkheid voor de eigen bestemming de nadruk krijgt.
In de rubriek over Jezus zegt de schrijver dat Jezus zijn laatste Avondmaal interpreteert in de joodse traditie als een afscheidsmaal van een martelaar wiens bloed de zonden van de mensen kan wegnemen. Jezus heeft in latere eeuwen „boven-aardse” trekken kregen en ook de effecten van Jezus op andere religies is een feit, aldus de auteur. Een waardeoordeel over religieuze begrippen vanuit orthodox-Bijbels perspectief wordt er nauwelijks gegeven.
De auteurs zijn meestal religiewetenschappers zonder religieuze achtergrond, zegt Von Stuckrad desgevraagd. „Een klein aantal trefwoorden werd door christelijke theologen geschreven, maar we hebben erop gelet dat het karakter van een religiewetenschappelijk dus ”agnostisch” woordenboek niet in gevaar komt. De discussie over wat ”religie” inhoudt en waar de grenzen liggen, maakt zelf deel uit van de dictionary. Desalniettemin hebben we ervoor gekozen een brede toegang tot verschijnselen die onderwerp van religiestudies kunnen zijn te waarborgen. Wij hebben een cultuurwetenschappelijke benadering toegepast.”
Onbekende god
Wie wil lezen hoe ongeneeslijk religieus de mens is, raadplege dit boek. Ik heb tijdens het lezen nogal eens moeten denken aan het befaamde woord van Karl Barth: ”religie is ongeloof”. De religieuze mens is ten diepste een eigenmachtige poging om zelf op te klimmen tot God, zichzelf goden scheppend naar zijn eigen beeld en verlangens. Maar juist omdat religieuze uitingen een feit zijn in de wereld van vandaag, is het nuttig om hiervan kennis te nemen.
Wijlen prof. dr. F. O. van Gennep schreef in de jaren tachtig eens: „Onze wereld zindert en knispert van religiositeit.” Willen we het Evangelie communiceren in deze tijd, dan moeten we de religieuze mens van binnenuit kennen. Niet als aanknopingspunt, maar als aangrijpingspunt. Net zoals Paulus ”de onbekende God” verkondigde in de hellenistische cultuur van zijn dagen. Het raadplegen van deze encyclopedie is verhelderend om de wereld van vandaag te kennen, een wereld vol religies en afgoden.
Het boek is werkelijk fantastisch uitgegeven, met veel illustraties, waaronder verschillende kleurafbeeldingen. De vele foto’s van het dagelijkse leven illustreren het feit dat de schrijvers willen laten zien dat religie een duidelijke plaats inneemt in het publieke leven en de media. De prijs is wel heel hoog, maar dat is kennelijk een euvel dat voor alle boeken van Brill geldt.