Dubieus eerherstel voor Sebastiaan Castellio in Genève
GENEVE - het Internationaal Museum van de Reformatie in Genève heeft deze week, met veel publiciteit omgeven, de nieuwe uitgave van de Franse Bijbelvertaling van Sebastiaan Castellio gepresenteerd. Zelfs in de plaatselijke krant was er een artikel aan gewijd, en de Franse televisie maakte er een opname van. Castellio was echter een van de grootste tegenstanders van Calvijn.

In Genève is vorig jaar een nieuw museum geopend, het Musée International de la Réforme. Dit museum is gevestigd in een mooie villa aan het plein van de St.-Pieterskerk, de kerk van Calvijn. Het is gewijd aan de geschiedenis van de protestantse reformatie, met bijzondere nadruk op de Franse gereformeerde traditie. Op zich is dat niet vreemd, omdat Calvijn vanuit Genève als Fransman vooral de bevordering van de gereformeerde leer in zijn eigen vaderland op het oog had.Verder is er in het museum aandacht voor de geschiedenis van het protestantisme tot en met de twintigste eeuw. Het is niet verwonderlijk dat de presentatie daarvan in de geest van de oecumenische beweging staat. Genève is immers ook de stad van de Wereldraad van Kerken.
Verontwaardiging
Het museum stelt zich ook ten doel culturele avonden te organiseren om de geschiedenis van de Reformatie zo actueel mogelijk voor het voetlicht te brengen. Woensdag was het de eerste keer dat er zo’n bijeenkomst werd gehouden. Het onderwerp was uiterst merkwaardig. Men zou verwachten dat er iets van de betekenis van de gereformeerde reformatie in de geest van de reformator van Genève centraal zou staan. Het tegendeel was echter het geval. Als Calvijn had geweten wat er in ’zijn’ museum nog eens gepresenteerd zou worden, had hij zich daar met grote verontwaardiging tegen gekeerd.
Men had namelijk besloten om een heruitgave van een publicatie van een van zijn grootste tegenstanders luister bij te zetten. De nieuwe uitgave van de Franse Bijbelvertaling van Sebastiaan Castellio werd, met veel publiciteit omringd, gepresenteerd. Zelfs in de plaatselijke krant was er een artikel aan gewijd, en de Franse televisie maakte er een opname van.
Lof van de twijfel
Sebastiaan Castellio stond aanvankelijk op goede voet met Calvijn. Hij was zelfs een kostganger in Calvijns pastorie in Straatsburg. Calvijn zorgde voor zijn benoeming tot leraar in Genève. Echter, daar ontstond ook onenigheid over de Bijbelvertaling die hij aan het maken was en waar Calvijn niet zo gelukkig mee was. Er kwamen verwijten wederzijds, en uiteindelijk een definitieve verwijdering.
Castellio deelde met Calvijn wel de interesse voor de geleerdheid van de renaissance, maar niet de reformatorische overtuiging. Hij werd de man van de religieuze tolerantie, die zich keerde tegen elk kerkelijk en godsdienstig gezag dat de vrijheid van de menselijke geest aan banden wilde leggen. Daarbij moest er ruimte gegeven worden aan het vrije onderzoek, zonder dogmatische beperkingen.
Castellio was de man die lof gaf aan de twijfel. Als zodanig was hij zijn tijd vooruit, als een van de eerste vrijzinnig protestanten. Hij keerde zich ook fel tegen de veroordeling van de antitrinitariër Michael Servet, die in Genève op last van de overheid werd verbrand. Van hem is de bekende uitspraak: „Het verbranden van een ketter is niet de verdediging van de waarheid, maar niet anders dan het verbranden van een mens.”
Vergeten Bijbelvertaling
Wat heeft het Reformatiemuseum nu bewogen om de heruitgave van Castellio’s Bijbelvertaling zo veel luister bij te zetten? Toen Castellio zijn vertaling in 1555 had afgerond, verscheen er maar één druk van. Zijn levenswerk raakte direct in de vergetelheid. Het was een vertaling voor de „idiots”, de gewone mensen, in het Frans van de Renaissancecultuur.
Men vond dat zijn vertaling te veel afdeed aan de majesteit van het Woord van God. Dit was voor Castellio ook meer een boek van menselijke aard, gewoon literatuur. Hij had er bijvoorbeeld geen moeite mee om in zijn Bijbel ook stukken van Flavius Josephus op te nemen. Als zodanig was Castellio zijn tijd vooruit en stond zijn vertaling in de geest van de latere Schriftkritiek. Omdat hij in zijn dagen door zowel gereformeerden als rooms-katholieken verguisd werd, heeft zijn vertaling geen kans gekregen. Er is maar één druk van verschenen.
Waarom dan nu een herdruk, en dan nog wel in het nieuwe Reformatiemuseum gepresenteerd? We kunnen de Franse uitgever Bayard wel begrijpen, die deze gelegenheid graag zal hebben aangegrepen om het mooi uitgegeven boek (dat 179 euro kost) onder de aandacht te brengen. We kunnen ook de toneelspeler nog wel volgen, die met veel pathos een aantal hoofdstukken voorlas, in het mooie Frans van de zestiende eeuw.
Maar waarom de opvolger van Calvijn, ds. Vincent Schmid van de St.-Pieterskerk, ook zo hartelijk zijn medewerking moest verlenen, is toch wel dubieus. Zijn verhaal stond in het teken van de dialectiek: dat we zowel Calvijn als Castellio nodig hebben om de geest van het protestantisme te kunnen begrijpen voor onze tijd. Het getuigenis van de Heilige Geest in de Schrift en de vrijheid van de menselijke geest horen beide bij de protestantse traditie, meent hij.
Vrijzinnig
Dat zou Calvijn zeker niet zo gezegd hebben. Helaas was de presentatie van de Bijbelvertaling van Castellio (opnieuw) een bewijs dat de protestantse traditie in de stad van Calvijn grotendeels onder invloed staat van een vrijzinnige geest. In die zin is het eerherstel van Castellio een veeg teken. Te hopen valt dat het museum in de toekomst ook wat gaat doen om opnieuw duidelijk te maken wat Calvijn ten diepste bewoog in zijn afwijzing van de twijfel van Castellio.