Cultuur & boeken

Een eenzame en geprangde Jood

Een geprangde man. Anders kan de Amsterdamse historicus Fik Meijer Flavius Josephus niet zien. Samen met zijn Groningse collega M. A. Wes werkte hij zes jaar aan de vertaling van Flavius Josephus’ ”De Oude Geschiedenis van de Joden”. Onlangs kwam de klassieker uit, nu in één mooie band. „Ik wil Josephus niet zo negatief beoordelen als anderen dat doen.”

Tineke van der Waal
14 December 2005 07:59Gewijzigd op 14 November 2020 03:17

Anno 2005 trekt geen gids door Israël zonder Josephus op de lippen te nemen. Toch was hij in zijn eigen tijd een veracht man. Als Jood in Rome had Josephus het niet gemakkelijk. In de Joodse kolonie niet omdat hij daar als overloper gold, bij de Romeinen niet vanwege zijn Joodzijn. Hoe erg de haat in Joodse kring was, blijkt uit het feit dat Parijse Joden nog in 1941 een postuum proces tegen Josephus voerden om hem ter dood te veroordelen. In 1941, toen Parijs door de Duitsers was bezet.Het was vooral onder christenen dat Josephus heel gauw naam kreeg. Met zijn visie dat de Joden zelf schuldig waren aan de val van Jeruzalem, stemden zij graag in. Ook de oud-historicus Fik Meijer acht Josephus hoog. Door zijn vertaalwerk trok Meijer jarenlang met Josephus op. Hij eert hem vanwege zijn werk, maar ook over zijn persoon oordeelt hij niet hard. „Hij was een geprangde man, iemand die zich voortdurend waar wilde maken. Dat is ook de reden waarom hij de geschiedenis van de Joden is gaan schrijven. Hij had het buitengewoon moeilijk in Rome, was vermoedelijk heel eenzaam. Te zeggen dat hij een opportunist en verrader was, gaat me te ver. Hij gaf zich tijdens de Joodse opstand in 70 aan de Romeinen over. Ik geloof zijn getuigenis dat hij een droom had gehad waarin hem werd gezegd dat hij nog veel te doen had.” Josephus is naar het kamp van Vespasianus meegegaan en in Rome beland.

Na de Bijbel is ”De Oude Geschiedenis van de Joden” de tweede grote bron over de oude geschiedenis van de Joden. Meijer vindt het eerste deel niet het meest interessante. Daarin volgt Josephus de Bijbel op de voet en vult hij de Bijbelse gegevens hier en daar aan. In het tweede deel, dat in de vierde eeuw voor Christus begint, gebruikt hij ook andere bronnen en biedt hij gegevens die verder nauwelijks te vinden zijn.

Theocratische kijk
„Zijn werk is vooral ook belangrijk omdat Josephus zelf Jood was. Tacitus heeft ook over de Joden geschreven, maar deze was een Romein en schreef vanuit het centrum van de Romeinse macht. Wat hij over de Joden schrijft, is weinig deskundig. Wat dat betreft is Josephus veel betrouwbaarder. De kracht van Josephus is dat hij enorm gedetailleerd schrijft; alles wat hij kon vinden, heeft hij opgetekend.

Josephus had een theocratische kijk op het wereldgebeuren. Alles loopt volgens hem volgens een vast plan, de geschiedenis is heilsgeschiedenis. De mens kan de gebeurtenissen beïnvloeden door God de eerbied te geven die Hem toekomt. Dan heb je kans dat God in Zijn voorzienigheid bereid is in te grijpen. Doe je dat niet, dan wacht Zijn straf. Dat de Joden door de Romeinen zijn verslagen, was een gevolg van hun innerlijke verdeeldheid en losbandigheid. Josephus zag de Joden ook als een bijzonder volk, ook dat heeft hij uit de Bijbel overgenomen. Josephus bleef altijd een orthodoxe gelovige, een monotheïst, die zich niet aan het Romeinse godendom heeft aangepast.

In zijn omgang met de Bijbel is geen bepaalde lijn te ontdekken. Hij dikt soms in, haalt stukken weg, schrijft in eigen bewoordingen en is soms veel uitgebreider dan de Bijbel. Je kunt zien dat hij de Bijbel tot ongeveer de profeet Daniël op zijn bureau heeft gehad. Ik stel me voor dat hij erin las, hem dichtsloeg en vervolgens de geschiedenissen in eigen bewoordingen weergaf, zonder daarvoor een bepaald criterium te hebben. Hij was ervan overtuigd dat de Bijbel waar is, alleen met getallen lichtte hij wel eens de hand.

Ik vind zijn persoonsbeschrijvingen erg mooi. Je kunt het merken als hij iemand sympathiek vindt. Je leest dat bijvoorbeeld in de geschiedenis van David en Bathséba. Josephus laat zien hoe Uria uit het mooiste hout is gesneden, en ook welke droefenis David tentoonspreidt. Hij heeft echt zitten denken: Wat een tragische periode. En ook bij Saul, die naar de heks van Endor gaat. Josephus lijkt daar begrip voor te hebben. Nog duidelijker dan in het Oude Testament het geval is laat Josephus Sauls dilemma zien. Josephus gelooft dat Jahwe onvoorwaardelijke gehoorzaamheid verdient, maar in zijn ondertoon merk je twijfel. Was het nu echt fout dat Saul niet alle Amelekieten had uitgemoord?”

Paste hij zich aan zijn publiek aan?

„Inderdaad. Josephus was een Jood in Rome. Hij zag het waarschijnlijk als zijn missie om de Romeinen kennis van de Joodse geschiedenis en het Joodse volk bij te brengen, tenslotte het oudste volk dat in het Romeinse Rijk woonde. In Rome bestonden veel misvattingen over de Joden, zeker ook over de Joodse godsdienst. Tegen monotheïsme werd vreemd aangekeken. Josephus is een overtuigd aanhanger van de Joodse godsdienst gebleven, ook in die zin was hij geen verrader. Je kunt aan ”De Oude Geschiedenis” merken dat hij wilde dat de Romeinen en de Griekstaligen van de inhoud konden kennisnemen. Hij formuleert zo dat niet-ingewijden in het Joodse geloof het ook konden volgen.”

De manier waarop Josephus in ”De Oude Geschiedenis” over zijn eigen tijd schrijft is anders dan hoe hij dat in ”De Joodse Oorlog” deed.

„In het laatste hoofdstuk van ”De Oude Geschiedenis” schrijft Josephus over de Joodse oorlog. Hij heeft die zelf meegemaakt. Josephus leefde waarschijnlijk tot 100 n. Chr., de Joodse opstand was van 66 tot 73. Naar zijn mening hadden de Joden zelf schuld aan hun situatie. Als je de ”De Joodse Oorlog” leest, dat hij eerder schreef, dan kom je een felle Josephus tegen, in de trant van: „Geef je over, het is heilloos, jullie hebben het verbruid.” Josephus beschrijft de oorlog als een deelnemer ervan. In ”De Oude Geschiedenis” is hij niet van mening veranderd, maar zijn houding is afstandelijker en meer beschouwend van aard. Misschien is dat omdat hij ouder is geworden.”

Hoe betrouwbaar is Josephus?

„Je kunt sommige gegevens controleren door ze met archeologische vondsten of teksten van andere schrijvers te vergelijken. Er zijn veel stukken waar alleen Josephus over heeft geschreven en andere bronnen ontbreken. Hij citeert bijvoorbeeld een redevoering waarin Herodes zegt: „Er zal nooit vrede tussen Joden en Arabieren zijn.” We kunnen niet controleren of Herodes dat echt heeft gezegd. Ik vind het interessant om te denken over hoe het geweest zou kunnen zijn. Je moet kritisch zijn. Als ik alles wat over de oude geschiedenis is geschreven voor zoete koek zou aannemen, zou ik met mijn beeld van dat verleden in conflict komen.

Ik vind het ook niet zo belangrijk of alles waar is. Je kunt uit de Bijbel en uit Josephus’ boeken veel gegevens over menselijk gedrag halen, over gedrag ten opzichte van koningen en van God, over hoe mensen denken dat God met hen omgaat. Ik vind het niet belangrijk of het allemaal gegaan is zoals geschreven, het gaat erom dat ik me kan voorstellen dat mensen reageren zoals bijvoorbeeld David en Saul gereageerd hebben.”

Mede n.a.v. ”De Oude Geschiedenis van de Joden”, door Flavius Josephus; vertaald en ingeleid door F. J. A. M. Meijer en M. A. Wes; uitg. Ambo, Amsterdam, 2005; 1418 blz.; € 69,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer