Noodlanding in een bietenveld
Titel:
”One of our aircraft is missing”
Auteur: Wim Wüst en Hans Onderwater
Uitgeverij: Lorelax Productions, Muiderberg, 2002
ISBN 9076254
Pagina’s: 284
Prijs: € 41,50. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werden boven de Hoeksche Waard niet minder dan 43 gevechtsvliegtuigen neergehaald. Behalve Nederlanders lieten Canadezen, Nieuw-Zeelanders, Britten, Polen, Amerikanen, Australiërs en een Noor het leven. Tragisch dieptepunt is de executie van vijf mannen uit Greup die Engelse piloten te hulp schoten na een crash. Aan de hand van de ervaringen van de vliegers zelf en van Hoekschewaarders die er ooggetuige van waren, stelden Wim Wüst en Hans Onderwater een indrukwekkend boek samen: ”One of our aircraft is missing.”
Wat een schitterende pinksterdag had moeten worden, verandert abrupt in een nachtmerrie. Op 10 mei 1940 schrikt het landelijke en agrarische eiland Hoeksche Waard wakker van het oorlogsgeweld. Nog voor zonsopgang scheren drie Duitse bommenwerpers laag over de Nobelstraat in Oud-Beijerland. Een bom ontploft op de zolder van smederij van Korperaal. De smid en zijn zoon raken zwaargewond. Kort daarna komen bommen neer op de wijk Croonenburgh. Als door een wonder vallen er bij die aanval geen doden of gewonden. Diezelfde morgen dalen Duitse parachutisten ten noorden en ten oosten van het eiland massaal neer.
Dit is de aanzet van een van de vele verhalen die Wüst en Onderwater in hun boek over de luchtoorlog boven de Hoeksche Waard tussen 1940 en 1945 schetsen. De hoofdtitel, ”One of our aircraft is missing”, verwijst naar de BBC-nieuwsuitzendingen die deze mededeling omriepen als er tijdens de Tweede Wereldoorlog een vliegtuig werd vermist. Veel toestellen vonden hun Waterloo in een spruiten- of bietenveld van de Hoeksche Waard en op het eilandje Tiengemeten.
Zoals op die 10e mei. Tijdens een luchtgevecht halen Engelsen een Duitse Blenheim neer, twee Fokker-bommenwerpers worden ter hoogte van Oud-Beijerland door de vijand neergeschoten. Nederlandse soldaten die nog in paniek zijn over wat er zich in de vroege ochtenduren heeft afgespeeld, lopen in verwarring voorzichtig richting een gecrasht vliegtuig. Ze hebben geen benul dat het om een eigen toestel gaat. „Handen omhoog, anders schieten we je kapot”, schreeuwt een van de soldaten tegen een zwaargewonde sergeant. Hij blijkt een bemanningslid van een van de Fokker-toestellen te zijn. De sergeant is tevens de enige die de crash overleeft. Een inwoner sloeg het gebeuren gaande. „Een van de bemanningsleden kwam zwaargewond aan zijn parachute omlaag. Een ander sprong met brandende kleren uit het vliegtuig. Gillend en ”moeder, moeder” roepend hing hij aan zijn parachute die even later ook in brand vloog. De stakker stortte als een steen naar beneden.”
Kerkhoven
In die meidagen van 1940 zijn het aanvankelijk Nederlanders, Duitsers en enkele vliegers van de te hulp snellende Royal Air Force (RAF) die tijdens luchtgevechten neerstorten. Voor de Britten die het heikele avontuur overleven is alles snel voorbij; dankzij de hulp van Hollandse soldaten kunnen zij naar Engeland terugkeren. Voor de Duitsers die niet snel naar Engeland kunnen worden afgevoerd, is de gevangenschap van korte duur.
Dat verandert als op 15 mei 1940 Nederland officieel is bezet. Behalve vliegtuigen van de Duitsers worden vooral Australiërs, Amerikanen, Britten, Canadezen, Tsjechen, Nieuw-Zeelanders, Polen en een Noor neergehaald. De meesten komen om het leven, waarvan de kerkhoven in de verschillende dorpen op het eiland het bewijs leveren. De gelukkigen overleven de oorlog in een Duits gevangenkamp.
Een opvallende anekdote betreft een gebeurtenis die zich afspeelt op 30 december 1940, als bij Goudswaard de eerste Engelse bommenwerper in de Hoeksche Waard neerstort. De bemanningsleden van de Wellington zijn van de Nieuw-Zeelandse luchtmacht en worden door de Duitsers afgevoerd als krijgsgevangenen. De omgang is vrij gemoedelijk; bij de arrestatie schudden ze hun rivalen sportief de hand. De Duitsers laten, weliswaar op kosten van de gemeente, zelfs een broodmaaltijd aanrukken voor de piloten.
Die beleefde sfeer verandert langzaam als medio 1943 de luchtaanvallen op Duitsland steeds heviger worden en veel burgers omkomen. De bemanningsleden van de geallieerde bommenwerpers worden vanaf dat moment als moordenaars, ”Luftgangster”, beschouwd. Met militaire eer begraven worden is er voor de gevallenen dan niet meer bij.
Vanaf het tijdstip dat de Duitsers Nederland bezetten, bemoeien de Hoekschewaarders zich sporadisch met de neergeschoten piloten. De keer dat de bevolking dat wel ruimhartig doet, verloopt dramatisch. Op 7 augustus 1941 probeert de vijfkoppige bemanning van een gecrasht vliegtuig, bestaande uit een Canadees, twee Britten en twee Nieuw-Zeelanders, te ontkomen na een noodlanding in een bietenveld bij Greup. Om zo min mogelijk sporen achter te laten steekt de bemanning de bommenwerper in brand. Landarbeiders en inwoners van Greup en Westmaas spoeden zich naar het smeulende wrak bij de boerderij van Blok. Enkelen helpen de bemanning weg te komen, anderen geven kleding, levensmiddelen en geld.
Voorbeeld
De bezetter reageert furieus. Na razzia’s worden veertien mannen afgevoerd naar Rotterdam; de families blijven in verwarring achter. Drie van de gevangenen worden veroordeeld tot gevangenisstraffen, vijf anderen worden geëxecuteerd. Niemand in de Hoeksche Waard had voorzien dat de Duitsers zo wreed zouden optreden. Maar de bezetter wilde een voorbeeld stellen om zijn geloofwaardigheid te behouden.
Als op 15 augustus het doodsbericht de kranten haalt, zijn de mensen in de Hoeksche Waard lamgeslagen van verbijstering. Het nieuws bereikt tevens de Nederlandse regering in Londen. In 1942 verschijnt zelfs een film, getiteld ”One of our aircraft is missing”, die is geïnspireerd op deze gebeurtenis. De namen van de vijf Hoekschewaarders worden als eerbetoon en als schokkend bewijs van de wreedheden van de Duitsers aan het begin van de film getoond. Zowel in Groot-Brittannië als in de Verenigde Staten maakt de film diepe indruk.
Acht jaar deed Wüst research voor het bijna 300 pagina’s tellende boek waarin talrijke foto’s van neergestorte vliegtuigen, piloten en burgers staan afgebeeld. De onderzoeker bestudeerde vele historische documenten, legde contacten met overlevenden, nabestaanden en getuigen. Hans Onderwater, die reeds twaalf boeken over de Tweede Wereldoorlog op zijn naam heeft staan, rangschikte het verzamelde materiaal tot bruikbare tekst. Dit alles levert een zeer indrukwekkend en leesbaar document op waarbij niet alleen de verschillende luchtslagen in kaart zijn gebracht, maar ook ruimte is geschapen voor persoonlijke ervaringen van de burgerbevolking.
Ontroerende brieven
Zoals de ontroerende brieven van de veroordeelden uit Greup. De toen 22-jarige Bas Barendrecht kreeg kort voor zijn dood nog bezoek van een dominee. Hij vertelde hem zich al verzoend te hebben met de dood. De dominee kreeg de boodschap mee „de konijnen aan zijn zus Bets te geven. De fiets is voor pa.”