Cultuur & boeken

Zelfs de poes kijkt niet naar mij

Titel: ”Kijk nou eens”
Auteur: Annemarie ten Brinke en Willemijn de Weerd; ill. Marianne Witvliet
Uitgeverij: De Banier, Utrecht, 2005
ISBN 90 336 2822 8
Pagina’s: 25
Prijs: € 11,75;

5 October 2005 14:22Gewijzigd op 14 November 2020 03:01

Titel: ”Nooit meer bang”
Auteur: Nelleke Scherpbier en Christof Stählin; ill. Anja Reichel
Uitgeverij: Mozaïek Junior, Zoetermeer, 2005
ISBN 90 239 9155 9
Pagina’s: 24
Prijs: € 11,50. Het prentenboek ”Kijk nou eens” van Annemarie ten Brinke, Willemijn de Weerd en Marianne Witvliet sluit direct aan bij het beleven van kinderen, maar lokt hen niet naar een andere, minder bekende wereld. Dat is duidelijk wel het geval in ”Nooit meer bang” van Nelleke Scherpbier, Christof Stählin en Anja Reichel, een verbeelding van Psalm 23.

In 1972 schreef VARA-medewerkster Jetta van Leeuwen in Vrij Nederland een open brief aan Annie M. G. Schmidt. Ze vond Jip en Janneke te burgerlijk, niet meer van deze tijd. Er werd te veel verdoezeld voor kinderen. De werkelijkheid was hard en kinderen moesten daar maar vroeg aan wennen. Schmidt antwoordde dat kleuters vooral behoefte hebben aan warmte en bescherming, en dat ze met deze benadering in een traditie van goede kinderboeken staat.

Hoe staat het met de opvattingen anno 2005? Het schijnt goed te gaan met de christelijke kinderboeken. Welke invalshoek kiezen christenschrijvers vandaag?

Tekening voor oma
Op de laatstgehouden BCB-beurs werd ”Kijk nou eens” gepresenteerd, geschreven door Annemarie ten Brinke en Willemijn de Weerd. De twee auteurs, ex-pabostudenten, hebben al meer geschreven, ”Ik ben niet bang” bijvoorbeeld, waarmee ze de prijs voor het beste christelijke kinderboek van 2004 wonnen.

In ”Kijk nou eens” gaat het -net als in ”Ik ben niet bang”- over Simon. De nadruk valt op kijk, want alles wat Simon wil in dit boek is aandacht voor de tekening die hij voor oma gemaakt heeft. En niemand geeft hem die, zelfs de poes niet.

Belangrijk zijn de tekeningen van Marianne Witvliet. Ze maakt het allemaal wat boeiender door Simons omgeving aan te kleden. Zo weten we welke knuffels Simon heeft en dat hij veel tekent, want overal hangen tekeningen en zwerven potloden. Witvliet heeft duidelijk al enige ervaring, zeker in het overbrengen van gezichtsuitdrukkingen en bewegingen. Verder is haar stijl naïef of kinderlijk te noemen. Dat kan met opzet zo zijn, het is dan een keuze die passend bij het verhaal kan zijn. Vaker nog wordt een dergelijke stijl gebruikt als dekmantel voor onkunde. Missers als een verkeerd gekozen perspectief of niet kloppende lichaamsverhoudingen worden dan een beetje storend. De mooiste tekening in ”Kijk nou eens” is de laatste, hij is van Simon zelf: de tekening voor oma. Hier is de kinderhand heel opzettelijk en daarom consequent nagebootst.

Aan Simons muur hangt een poster: ”God ziet mij altijd”. Mama wijst erop wanneer hij bij haar klaagt over aandacht. Dit christelijk element hangt er een beetje bij. Het waardeert het verhaal niet op, en verder lijkt het me ook nogal een dooddoener uit de mond van een moeder die geen moment naar de tekening van haar zoontje kijkt.

”Kijk nou eens” sluit direct aan bij het beleven van kinderen, maar biedt hen daarom niet meer dan wat afleiding. Het lokt hen niet naar een andere, minder bekende wereld.

Psalm 23
Dat is duidelijk wel het geval in ”Nooit meer bang” van Nelleke Scherpbier en Christof Stählin, Psalm 23 verbeeld en vertaald voor kinderen. Het begint zo: „Stel je voor dat je een grote sterke leeuw bent. Dan kun je heel hard brullen, en iedereen kan je horen. Of een kameel…” En zo gaat het nog even door tot we bij het lammetje uit de psalm zijn aangekomen. Beelden en tekst volgen de psalm vrij nauwkeurig. Aan het einde staat psalm 23 als geheel.

De prenten zijn stuk voor stuk kunstwerken, uitgevoerd in heldere olieverftinten. Anja Reichel heeft met illustreren haar sporen dan ook al verdiend.

Misschien waren alleen de prenten en een pagina met de tekst van de psalm ook wel genoeg geweest. De tekst is namelijk kinderlijk eenvoudig -de auteurs hebben de psalm duidelijk naar de kinderwereld willen vertalen- maar is dat nodig? Is „Als je ’s nachts droomt over enge monsters en spoken, dan neemt de herder je op zijn arm” niet te veel aangepast aan de kindercultuur? We kunnen kinderen ook onderschatten. Waarom zouden we ze een diepe uitdrukking als „al ging ik ook in een dal van de schaduw van de dood” onthouden?

Al ontgaat hen de exacte betekenis, de gevoelswaarde of de geladenheid van een moeilijke zinsnede kan een kinderziel wél opslaan. Begrijpen komt later wel. En uiteindelijk heb je er meer aan dan aan die versleten poster uit je kinderjaren met ”God ziet mij altijd”.

Christelijk boek
Misschien bevindt goede christelijke kinderliteratuur zich tussen de visies van Jetta van Leeuwen en Annie M. G. Schmidt in. Het moet warmte en veiligheid bieden en een aangename verpozing zijn. Tegelijkertijd moet een kind iets proeven van een wereld die hij (nog) niet kent en begrijpt, maar waarvoor hij wel toegerust moet worden. Een boek kan een kind -al gebeurt dat heel impliciet- de bouwstenen aanreiken om later zijn houding in de wereld te bepalen. Als dat lukt, is het een goed én een christelijk boek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer