Opinie

Linksom of rechtsom

Volgens GroenLinks-leider Rosenmöller rest de kiezer op 15 mei nog maar één keuze: de keuze tussen rechts of links, tussen progressief en conservatief, tussen een kabinet van PvdA/CDA/GroenLinks of een kabinet van CDA/VVD/Lijst Pim Fortuyn. Hij zei dat een week geleden, bij de start van zijn verkiezingscampagne, en riep tegelijkertijd de PvdA op duidelijkheid te bieden. De VVD heeft -bij monde van Dijkstal- de PvdA al wel als toekomstige coalitiepartner zo goed als uitgesloten, maar de PvdA heeft dat nog niet gedaan ten opzichte van de VVD.

26 April 2002 21:18Gewijzigd op 13 November 2020 23:32Leestijd 6 minuten

Binnen een week is Rosenmöller op zijn wenken bediend, zij het impliciet, en lijkt hij meer dan ooit gelijk te krijgen. Het wordt linksom of rechtsom, na 15 mei. En rechtsom is het meest waarschijnlijk.

Het was mevrouw Netelenbos, lid van de PvdA en minister van Verkeer, die deze week verklaarde het helemaal te hebben gehad met de VVD. Zij had daar zo haar eigen redenen voor. Samen met het CDA blokkeerde de VVD haar benoeming tot commissaris der Koningin in Noord-Holland. Daags daarna zette de VVD een dikke streep door het zogeheten Verkeers- en Vervoersplan, een van haar meest ambitieuze projecten. Furieus was ze, zeker met de nog levendige herinnering in haar achterhoofd aan de geslaagde pogingen van de VVD om haar tolpoortenproject te torpederen en haar plannen voor de kilometerheffing te traineren. Met de VVD kan de PvdA niet meer samenwerken, was haar conclusie.

Nu is Netelenbos niet de politiek leider van de sociaal-democraten, en partijgenoten hebben haar opmerkingen aan het adres van de VVD inmiddels gebagatelliseerd als een reactie die vooral door „persoonlijke emoties” was ingegeven. Maar daags na de erupties van Netelenbos troffen de leiders van PvdA en CDA, Melkert en Balkenende, elkaar tijdens een verkiezingsdebat in Emmen. En daar was de flirt van Melkert met het CDA wel erg opzichtig. Geconfronteerd met de keuze tussen VVD en CDA als toekomstige partner, verklaarde Melkert zich bereid met het CDA „constructief na te denken” over ingewikkelde en politiek zeer gevoelige kwesties, zoals het zorgstelsel. Als beide partijen over dit soort onderwerpen nader tot elkaar zouden kunnen komen, zou samenwerking in een coalitie een reële mogelijkheid worden.

Daarmee zou het hijgend uitzien van GroenLinks naar een progressief kabinet een stap dichterbij komen. Maar zo’n combinatie over links stuit dan nog op de nodige hordes, waarbij de electorale horde niet de minst hoge is. De peilingen, die de afgelopen maanden als een jojo heen en weer schoten, lijken zich de laatste tijd te stabiliseren. In de meest betrouwbare, die van het NIPO, staan PvdA en CDA beide op een zetel of dertig en GroenLinks op een zetel of veertien. Net niet genoeg dus voor een kamermeerderheid.

Dat zou betekenen dat een vierde partij de coalitie moet komen versterken. De SP staat ideologisch echter ver van de andere af. En de ChristenUnie moet zo langzamerhand toch wel tot het inzicht komen dat haar flirt met de macht de risico’s met zich meebrengt van electorale afbrokkeling en principiële vervlakking. Lijsttrekker Veling blijft dezer dagen wat ongemakkelijk kreunen in de spagaat tussen duidelijkheid en verantwoordelijkheid waarin hij terecht is gekomen.

Wie mee wil regeren, moet vuile handen durven maken, en kan die handen niet schoonwassen met 100 miljoen extra -of zoiets- voor palliatieve zorg. Dat wil iedereen tegenwoordig wel, en een regeerakkoord bevat iets meer dan een medisch-ethische paragraaf. Misschien is Veling een te goede senator voor het harde en vuile werk dat zijn partij hem nu wil laten verrichten.

Over rechts lijkt zich wel een meerderheid, zij het een krappe, aan te dienen. CDA, VVD en Fortuyn zouden op 15 mei een zetel of tachtig kunnen veroveren. Is dat politiek gezien een wenkend perspectief? „Conservatief” -het door Rosenmöller (verkeerd) gebezigde woord- zou zo’n coalitie in die zin zijn, dat het triumviraat Balkenende-Dijkstal-Fortuyn niet geporteerd is van een oppermachtige, alles naar zich toe trekkende overheid, maar juist wil dat die overheid de ruimte schept waarin mensen hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Wie antirevolutionair en constitutionalistisch denkt, zal in die ontwikkeling positieve elementen zien.

Er zijn nog twee redenen die doen vermoeden dat een rechtse coalitie het meest waarschijnlijk is, op dit moment. Wanneer het CDA kiest voor rechts, kan het de premier leveren. En met Fortuyn en de VVD kan Balkenende beter zaken doen dan met de VVD bij kwesties die er in deze campagne vooral toe doen: de asielzoekersproblematiek, de criminaliteitsbestrijding en de verbetering van de infrastructuur.

Maar zo’n rechts kabinet kan vooralsnog niet erg stabiel zijn. De onverkwikkelijke ontwikkelingen binnen de Lijst Pim Fortuyn -zoals die van de week aan het licht zijn gekomen- bieden weinig ruimte voor illusies over de daadkracht en discipline van de LPF in Tweede Kamer en kabinet. Daar staat wel weer tegenover dat de heer Fortuyn inmiddels verrassend gewoon blijkt. Hij hekelde de stroperigheid van de overlegcultuur, maar is nu toch bereid het WAO-akkoord van de Sociaal Economische Raad serieus te nemen.

De eenling die als „een ridder op het witte paard de politieke arena kwam binnenrijden met een boodschap voor het volk” (Paul Cliteur) blijkt zich meer en meer als een gewoon politicus te ontpoppen. Als partner kan hem dat voor de Haagse heren aantrekkelijker maken, daarmee verliest hij echter het voor zijn achterban aantrekkelijke imago van de politicus die in alle opzichten anders is. Maar die achterban vergeeft hem veel.

Een andere vraag is of de CDA-achterban het Balkenende bij voorbaat vergeeft dat deze Fortuyn niet wil uitsluiten. Een stem voor Jan Peter kan ook een stem op Pim zijn, en dat zou sommige CDA-kiezers wellicht kunnen bewegen een ander hokje dan dat van het CDA rood te maken.

Voor rechts zou het beste scenario zijn dat er eerst een links kabinet aantreedt. Voor een beetje opposant is zo’n coalitie een zachte boksbal. En de onrust binnen LPF zou in die tijd tot bedaren kunnen komen. Maar het zal vooral Fortuyn zijn die de progressieve bal zal weten te raken, meer dan de huidige VVD, en dat kan voor de liberalen weer geen aanlokkelijk toekomstperspectief zijn: samen met Fortuyn in de oppositie zal hun nog meer stemmen gaan kosten.

Nu paars en een nationaal kabinet van VVD, PvdA en CDA zijn uitgesloten, staat de kiezer inderdaad voor de keuze voor linksom of rechtsom. Maar beide mogelijkheden blijven met de nodige onzekerheid omgeven. Zelfs nu de verhoudingen zich duidelijker gaan aftekenen, is het meest zekere perspectief dat van een lange en hete zomer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer