Meditatie: Hem tegemoet
Psalm 45:15
„In gestikte klederen zal zij tot de Koning geleid worden; de jongedochters die achter haar zijn, haar metgezellinnen, zullen tot U gebracht worden.”
Dit is Christus en het gezelschap in de elpenbenen paleizen in wie Hij Zich verblijdt. Hij gebiedt haar om het huis van haar vader te verlaten en Hem tegemoet te gaan: „Hoor, o dochter, en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis” (vers 11). Dan deelt Hij haar mee welke ontvangst ze zal krijgen als ze dat doet: „Zo zal de Koning lust hebben aan uw schoonheid; omdat Hij uw HEERE is, zo buig u voor Hem neder” (vers 12). Daarna wordt er melding gemaakt van andere maagden die om de gunst van de koningin zullen smeken: „En de dochter van Tyrus, de rijken onder het volk, zullen uw aangezicht met geschenk smeken” (vers 13). Dan prijst Hij haar: „Des Konings dochter is geheel verheerlijkt inwendig; haar kleding is van gouden borduursel” (vers 14). Vervolgens wordt haar heerlijke binnenkomst in het koninklijke paleis beschreven: „In gestikte klederen zal zij tot de Koning geleid worden.” Samen met haar metgezellinnen, die haar volgen, worden ze naar binnen gebracht: „De jongedochteren, die achter haar zijn, haar medegezellinnen, zullen tot U gebracht worden. Zij zullen geleid worden met alle blijdschap en verheuging; zij zullen ingaan in des Konings paleis” (vers 15-16). Uit deze psalm en uit het boek Spreuken nam de Heere de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden.
_William Huntington,
predikant te Londen
(”De wijze en de dwaze maagden”, 1835)_