Het afgelopen jaar zijn ruim 5000 woningen in aanbouw genomen in Amsterdam, minder dan de 7500 woningen waar het Amsterdamse college op hoopte. Dat meldt de gemeente dinsdag, die als oorzaken „de gestegen inflatie, hogere bouwkosten en lagere opbrengsten” noemt. Wel is het aantal „meer dan een eerdere voorspelling in 2023”.
Wethouder Reinier van Dantzig (woningbouw) vreest dat het ook dit jaar „een uitdaging” wordt „om de ambitie te halen”. „Daarom hebben we verschillende maatregelen genomen om de bouw te blijven stimuleren.” De gemeente verwijst naar het Doorbouwakkoord dat is gesloten met woningcorporaties, projectontwikkelaars, bouwbedrijven en investeerders en als doel heeft om de woningbouw in de gemeente op gang te houden. „De ambitie van het college blijft om stevig door te bouwen.”
Het grootste deel van de in 2023 in aanbouw genomen woningen behoort tot het sociale segment, namelijk 55 procent. De gemeente is begonnen met het bouwen van 2809 sociale huurwoningen, waarvan zo’n 2600 door corporaties. Ook is gestart met de bouw van 731 „dure huurwoningen”, zo luidt het bericht van de gemeente, 1300 koopwoningen en 314 woningen in het „middeldure huursegment”.
Van Dantzig stelt dat dit „zware tijden” zijn voor de woningbouw. „En dat merken we. Ik ben trots op wat er gebouwd wordt in Amsterdam. Vergeleken met eerdere crisisjaren doen we het goed, dankzij hard werken door alle partijen.”
