Doden bij luchtaanvallen op Rafah, angst voor invasie neemt toe
Bij nieuwe luchtaanvallen zaterdagochtend op Rafah zijn zeker 25 Palestijnen om het leven gekomen, meldt het lokale gezondheidsministerie. In de hele Gazastrook zouden in de nacht van vrijdag op zaterdag 110 Palestijnen zijn omgekomen.
Vrijdag had de Israëlische premier Benjamin Netanyahu de opdracht gegeven om Rafah, dat aan de grens met Egypte ligt, te ontruimen, zodat het Israëlische leger leden van Hamas die er zich schuilhouden kan uitschakelen.
Die plannen leidden tot zware kritiek. Veel Palestijnen zijn juist vanuit het noorden en het centrum van de Gazastrook verdreven naar Rafah, waar nu bijna 1,5 miljoen mensen verblijven. Het is de enige grote stad in de Gazastrook waar Israëlische grondtroepen nog niet zijn binnengetrokken.
Een woordvoerder van de Palestijnse Rode Halve Maan zei dat een militaire invasie in Rafah „een doodstraf” zou betekenen voor de honderdduizenden mensen die in de stad verblijven. Ook de hulporganisatie Artsen zonder Grenzen noemt de plannen „catastrofaal” en vraagt Israël om er niet mee door te gaan.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft gewaarschuwd dat een invasie van Rafah tot „een ramp” kan leiden. Ook president Joe Biden uitte deze week zware kritiek op het Israëlische optreden. Hij beschreef de Israëlische acties in de Gazastrook als „over the top”.