Zeeland is kritisch over nieuwe activiteiten die het ministerie van Defensie in de provincie wil beginnen. Defensie wil zorgen voor gegarandeerde capaciteit voor het verplaatsen van militair materieel in de haven van Vlissingen, laagvlieggebieden voor helikopters en nieuwe helikopterlandingsplaatsen aanwijzen en oefenterreinen met graafmogelijkheden inrichten.
Het ministerie heeft deze voorstellen opgenomen in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau Nationaal Programma Ruimte voor Defensie. Gedeputeerde Staten van Zeeland erkennen in een zienswijze „dat de veiligheidssituatie in de wereld verandert en dat het belangrijk is om daarop in te spelen”. Tegelijkertijd wijst het dagelijks provinciebestuur erop dat Zeeland voor grote uitdagingen staat en dat er meer ruimte wordt gevraagd dan beschikbaar is.
Defensie maakt nu al geregeld gebruik van afmeer- en overslagcapaciteit in de haven van Vlissingen. De provinciebestuurders schrijven dat er een opeenstapeling van activiteiten in het havengebied is, zeker als ook voor grootschalige opslag van munitie en brandstof zou worden gekozen. Voor het havengebied zijn er al plannen voor de opslag en het transport van waterstof en ammoniak. Ook is het gebied in beeld voor de bouw van twee kerncentrales. Daarom vindt de provincie dat bij het ontwikkelen van al die activiteiten goed moet worden gekeken naar de veiligheid en andere effecten.
Het aanwijzen van laagvlieggebieden en landingsplaatsen voor helikopters in Zeeland vinden GS een onverstandige en waarschijnlijk onhaalbare keuze. Ze schrijven dat er binnen de grenzen van de provincie zestien Natura 2000-gebieden zijn aangewezen en dat elf daarvan waterrijke gebieden zijn waarin honderdduizenden vogels rusten en foerageren. „Uit diverse onderzoeken blijkt dat laagvliegende helikopters in grote mate verstorend zijn voor vogels. De gevolgen van verstoring door laagvliegende helikopters kunnen leiden tot een permanent vertrek uit het gebied.” Ook vinden de provinciebestuurders dat bij de plannen onvoldoende rekening wordt gehouden met de gevolgen voor toerisme, recreatie en landbouw.
Ook Brabant wil dat Defensie weet dat „niet alles inpasbaar is”. Brabant heeft ruimte nodig voor allerlei zaken, zoals woningbouw. Voor bijvoorbeeld de aanleg van jachtvlieglocaties moet het Rijk dus niet alleen naar Brabant kijken, vindt de provincie. „Een uniformere spreiding over heel Nederland zou logischer en eerlijker zijn.”
