Het Openbaar Ministerie heeft op de aanklacht onder meer poging tot moord gezet. In een eerder onderzoek rond haar in 2016 geboren zoon kreeg justitie het bewijs destijds niet rond en kwam het niet tot een zaak. In de huidige zaak heeft justitie de eerdere verdenking over het ziek maken van het jongetje meegenomen. Maandag vond de derde dag plaats van het proces tegen de vrouw, voor de rechtbank in Utrecht. Het OM komt dinsdag met de strafeis.

De in juni 2020 geboren dochter werd na verloop van tijd ernstig ziek. Artsen stonden voor een raadsel. Een onderzoek naar de door V. in het ziekenhuis afgeleverde moedermelk leidde tot nieuwe verdenkingen. Het OM denkt dat zij opzettelijk hoeveelheden van het door haar gebruikte medicijn loperamide (een diarreeremmer) aan de melk heeft toegevoegd. Zij slikte dit medicijn in verband met een chronische darmaandoening.

Het OM ging over tot vervolging en heeft daarin ook de eerdere verdenking over het ziek maken van haar zoon meegenomen. Het is een zeer complexe en uitzonderlijke strafzaak, die draait om de vraag of er sprake is van zogeheten kindermishandeling door falsificatie. Het gaat daarbij in dit geval om het veroorzaken of verergeren van ziekte bij het kind.

V., zelf arts, ontkent alle beschuldigingen, al verwijt ze zichzelf iets ten aanzien van haar dochtertje. „Daar is iets gebeurd, want er zat loperamide in die melk”, zei zij maandag. „Ik slikte het. Het had niet mogen gebeuren. Heb ik het gewild? Absoluut niet.” Van de vier deskundigen op dit punt menen er twee dat het middel daar via het lichaam van de moeder in gekomen kan zijn. Twee anderen sluiten dat uit en stellen dat het aan de melk is toegevoegd, al dan niet opzettelijk.

V. werd begin januari 2021 gearresteerd. Zij zat een maand vast en kwam onder strenge voorwaarden op vrije voeten. Zij heeft wel omgang met haar kinderen, maar mag niet bij hen wonen.

Donderdag pleiten haar advocaten. De rechtbank hoopt op 19 maart uitspraak te doen.