Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag doet na zeven jaar uitspraak in een zaak die Oekraïne heeft aangespannen tegen Rusland. Kyiv beschuldigt het Kremlin ervan een antiterrorismeverdrag te hebben geschonden door het steunen van de separatisten in Oost-Oekraïne. Zij zouden met wapens en geld uit Rusland het MH17-vliegtuig uit de lucht hebben kunnen schieten.
De Nederlandse rechter concludeerde eerder al dat Rusland verantwoordelijk was voor de ramp in 2014, waarbij alle passagiers om het leven kwamen. Onder de 298 slachtoffers waren 196 Nederlanders.
Oekraïne spande de zaak aan in 2017, ver voordat de Russen het land in 2022 binnenvielen. Maar sinds 2014 woedde al een oorlog in het oosten van Oekraïne, waar pro-Russische rebellen zich probeerden af te scheiden. Rusland weerspreekt direct betrokken te zijn bij die oorlog en zegt dat de raket die MH17 uit de lucht schoot niet Russisch was.
Het VN-hof, gevestigd in het Haagse Vredespaleis, doet woensdag ook uitspraak over een andere klacht van Oekraïne. Volgens Kyiv discrimineert Rusland de Oekraïners en de Krim-Tataren die nog op de Krim wonen. Moskou ontkent dat er systematische mensenrechtenschendingen plaatsvinden op het schiereiland, dat de Russen in 2014 annexeerden.
Oekraïne heeft bij het ICJ ook nog een zaak tegen Rusland aangespannen voor vermeende genocide sinds de invasie. Het hof bepaalt vrijdag of het zelf bevoegd is om zich uit te spreken over die zaak.
