Drenthe steekt geld in vervolg Van Gogh-jaar
Het Van Gogh-jaar in Drenthe heeft vorig jaar 200.000 bezoekers getrokken en 7 miljoen euro opgeleverd. De provincie spreekt van een succes en steekt met drie Drentse gemeenten tot en met 2027 2 ton per jaar in het „zichtbaar en beleefbaar maken van het verhaal van Vincent van Gogh”.
De befaamde kunstenaar (1853-1890) verbleef in het najaar van 1883 drie maanden in Drenthe, onder meer in Hoogeveen en het dorp Nieuw-Amsterdam, dat nu tot de gemeente Emmen behoort. In deze drie maanden maakte de schilder vijf schilderijen en twintig tekeningen.
Die periode en het Van Gogh Huis in Nieuw Amsterdam/Veenoord moeten blijvend aandacht krijgen, vinden de provincie, de gemeenten Coevorden, Emmen en Hoogeveen, het Drents Museum, recreatieschap Drenthe en Marketing Drenthe. Zij hebben het plan ‘Van Gogh Drenthe 2024-2030’ opgesteld, waarvoor naast de jaarlijkse twee ton nog wordt gezocht naar extra financiering vanuit fondsen, subsidies en samenwerking met het bedrijfsleven.
Het is de bedoeling dat er de komende jaren meer plekken komen waar bezoekers het verhaal van de schilder kunnen zien, horen of beleven, bijvoorbeeld in de vorm van kunstwerken of muurschilderingen. De betrokken organisaties zouden graag zien dat 70 procent van de Drenten er in 2030 trots op is dat Van Gogh in Drenthe is geweest. Zeven op de tien potentiële cultuurhistorische bezoekers zouden dan bekend moeten zijn met Van Gogh Drenthe. Dat was in 2021 nog een op de drie.
Het Van Gogh-jaar 2023 leidde in Drenthe tot 138 lokale initiatieven, waaronder een tentoonstelling in het Drents Museum, vernieuwing van het Van Gogh Huis, cultuureducatie op scholen, exposities en fietsroutes. Tienduizend Drentse kinderen kregen op school les over Van Gogh.