De PVV ligt in Nederland op koers om de verkiezingsoverwinning van november bij de verkiezingen voor het Europees Parlement dunnetjes over te doen, maakt denktank ECFR op uit een eigen verkiezingsmodel. Dat model zet kiezersonderzoek van nu om in een verwachte einduitslag in juni. Radicaal-rechtse partijen in onder meer Frankrijk, Italië, Polen en Oostenrijk eindigen in dat model ook bovenaan. En gelijkgestemde partijen in bijvoorbeeld Duitsland, Spanje en Zweden scoren al bijna even goed.

Door de opkomst van uiterst rechtse partijen zijn de christendemocraten, sociaaldemocraten en liberalen straks niet langer zeker van een meerderheid in het EU-parlement, verwachten de onderzoekers van ECFR. Nu steunt de Europese Commissie doorgaans nog op deze drie middenfracties, waarvan bijvoorbeeld ook de Europarlementariërs van CDA, PvdA, VVD, D66 en ChristenUnie deel uitmaken. Zij steunen verdergaande Europese samenwerking. Ook zijn ze het in grote lijnen eens over de steun aan Oekraïne, over verdere uitbreiding van de EU en zelfs over het klimaatbeleid - al gaat dat veel christendemocraten en sommige liberalen wat te hard.

Die laatsten kunnen in het nieuwe Europees Parlement mogelijk een nieuwe, rechtse meerderheid vormen met een fors gegroeide rechterflank, denken de ECFR-onderzoekers. Ook als dat maar sporadisch gebeurt, zou dat een historische breuk zijn met een decennialange pro-Europese middenkoers.