Van der Burg: Strengere wet voor weren antisemitische migrant niet nodig
Staatssecretaris Eric van der Burg heeft geen belangstelling voor een Duitse wet die beoogt antisemitische migranten uit te sluiten van de asiel- of inburgeringsprocedure. Dat antwoordde hij dinsdag op vragen van de SGP.
Kamerlid Diederik van Dijk van die partij had Van der Burg naar aanleiding van een artikel in het Reformatorisch Dagblad geattendeerd op een initiatiefwet die de Duitse liberaal Stephan Thomae aanhangig wil maken in de Bondsdag. Daarin moet komen te staan dat antisemitisch gemotiveerde uitingen en handelingen leiden tot uitsluiting van de inburgeringsprocedure. Na hun inburgering zou antisemitisme een reden moeten zijn om migranten het Duitse staatsburgerschap te ontnemen.
In zijn beantwoording beaamt Van der Burg dat antisemitisme met kracht moet worden bestreden. Redenen om te tornen aan de naturalisatieprocedure ziet hij echter niet. Volgens de Rijkswet op het Nederlanderschap kan iemand de Nederlandse nationaliteit worden geweigerd wanneer hij of zij een gevaar is voor de openbare orde. Daarvan is bijvoorbeeld sprake bij een veroordeling tot een celstraf, een taakstraf of een geldboete tot 810 euro. Migranten die daarvoor zijn veroordeeld wegens antisemitisme vallen ook onder die regeling, redeneert Van der Burg.
Om iemands Nederlanderschap te kunnen intrekken, moet hij of zij zijn veroordeeld voor een oorlogsmisdrijf of een terroristisch misdrijf of in dienst gegaan zijn in de krijgsdienst van een ander land dat met Nederland in oorlog is. Ook kiezen voor aansluiting bij een organisatie die een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid vormt een intrekkingsgrond.
Gelet op die gronden zal een antisemitisch gemotiveerd vergrijp niet snel de aanleiding zijn om iemand het Nederlanderschap te ontnemen, maar uitgesloten is dit evenmin, stelt Van der Burg.
Om die reden ziet hij geen aanleiding om in contact te treden met zijn Duitse ambtsgenoot.
Van Dijk noemt Van der Burgs reactie „best mager”. Hij beraadt zich op de mogelijkheid om een Kamermeerderheid te mobiliseren die Van der Burg toch vraagt om het uitwerken van vervolgscenario’s.
